door

Een maand in quarantaine

24/03/2021

Na een jaar lang het coronavirus te kunnen ontvluchten, heeft het studentenhuis waar ik woon er afgelopen maand toch aan moeten geloven. Op 1 februari werd het eerste besmettingsgeval gemeld bij ons in huis. Op 28 februari mocht iedereen weer uit quarantaine. Acht van de dertien huisgenoten zijn besmet geweest. Iedereen maakt het gelukkig weer goed op het moment. Ik heb een maand lang bijna onafgebroken alleen op mijn kamer gezeten. In die periode heb ik misschien wel meer mensenkennis opgedaan dan ooit.

In de eerste week van februari is via twee verschillende bronnen het coronavirus binnengekomen in ons huis. Toen dit eenmaal bekend was zijn we meteen met alle huisgenoten om tafel gaan zitten. Via Microsoft Teams natuurlijk. Ik woon in een erg hecht studentenhuis; we waren vastberaden er het beste van te maken en mekaar te steunen waar het kon. We spraken af dat iedereen in quarantaine ging op zijn of haar kamer om zo de contactmomenten te verminderen. We hoopten dat dit de duur dat het coronavirus in huis was, zou verkorten.

Het vooruitzicht om de hele dag op je kamer te zitten vonden sommige huisgenoten erg lastig. In huis hebben we een ruime woonkamer waar iedereen vaak gebruik van maakt en waar we tijdens de coronapandemie, die al lastig genoeg is, toch erg veel steun en plezier hebben. Ik vond dit moeilijk te begrijpen, ik was ervan overtuigd dat we nu écht ons best moesten doen de contactmomenten te verminderen.

We maakten boodschappenlijstjes en vrienden haalden boodschappen voor ons. Een van de huisgenoten kookte ‘s avonds en zette de bordjes voor de deuren. De corona patiënten gebruikten één toilet en douche, de niet-corona patiënten de andere. Ook spraken we af mondkapjes te dragen buiten je eigen kamer, je handen altijd goed te desinfecteren en te ventileren. Ondanks dit alles hebben we in ons huis acht besmette mensen gehad, waaronder ikzelf.

Na een aantal dagen in quarantaine kwamen de muren bij sommige huisgenoten al erg op hen af. Sommige hadden behoefte om toch even, op anderhalve meter afstand, in de woonkamer te zitten. Dit leidde tot twee reacties. De eerste reactie was dat sommige huisgenoten dit niet begrepen, er ontstond een tweedeling in huis. De tweede reactie was dat, nu er één schaap over de dam was, er dus meer volgden. Mensen gaan niet opzettelijk hun vrijheden opgeven als anderen die wél nemen, achteraf is dit heel begrijpelijk.

Maar ik begreep het niet, en vond het lastig dat mijn gevoel sprak dat sommige huisgenoten minder hun best deden dan zij die wél netjes op hun kamer bleven. Persoonlijk had ik niet zo’n moeite dit te doen. Ik had vaak online meetings, ik sprak veel vrienden en had genoeg werk te doen voor de uni. Ik wilde begrijpen waarom sommigen de afspraken wél zo lastig vonden, want als huisgenoten hebben we normaliter echt altijd het beste over voor mekaar.

Nadat ik had gesproken met de huisgenoten die moeite met de nieuwe huisregels hadden begreep ik hun behoefte naar meer vrijheden meteen. In ons studentenhuis, waar we altijd zo hecht zijn met elkaar, ontstond bij sommige huisgenoten gevoelens van eenzaamheid, afname van vrijheid, extreme verveling, moedeloosheid, verdriet en onbegrip. Zij voelden zich niet begrepen door de andere huisgenoten, net als dat ik hen niet begreep, en die tweedeling creëerde alleen nog maar méér gevoelens van onbegrip en eenzaamheid.

Ik realiseerde me toen dat we met een groep van dertien huisgenoten, ook met dertien individuen te maken hebben, met ieder zijn eigen persoonlijkheid en veerkracht. Voor sommigen was deze lange periode van quarantaine niet houdbaar. Ik was van mening dat we moesten uitdragen mekaar te steunen en vond dat zij die het meeste last ondervonden van de situatie, op een verantwoordelijke manier tóch in de woonkamer konden zitten of samen konden eten. Natuurlijk anderhalve meter afstand, en alleen als het écht niet meer lukte om op je kamer te zitten. Daarnaast moesten we hierover in gesprek blijven, mekaar steunen, en de situatie aanpassen waar nodig, als het maar veilig en verantwoord genoeg was.

Het ironische aan dit hele verhaal is dat zij die het meest op hun kamer zaten, degenen zijn die het virus allemaal wél hebben gehad.

De lessen die ik leerde uit deze situatie kan ik als volgt samenvatten:

  1. Vrijheid is één van de meest kostbare zaken die er zijn.
  2. Je kan niet iets van tevoren afspreken wat werkt voor iedereen in een groep, je hebt altijd te maken met individuen en onverwachte behoeftes.
  3. Tweedelingen in een groep verergeren een situatie, uiteindelijk moet je mekaar toch opzoeken om vooruitgang te creëren. Daarvoor zijn steun, kracht en liefde het reddende middel.
  4. Onderschat het coronavirus niet. Kerngezonde 20- tot 28-jarigen zijn er allemaal goed ziek van geweest en je houdt er nog lang last van.

Houdt nog even vol lieve medestudenten. Er is licht aan het eind van de tunnel.

Deel dit artikel