door

Loon naar werken

17/12/2021

Een jaar geleden werd ik verkozen tot lid van de universiteitsraad. Ik stond op de lijst van Groep-één en kreeg één van de negen studentenzetels. Het afgelopen jaar heb ik het werk als ‘controlerende macht’ zo goed mogelijk proberen uit te voeren. Dit met ontzettend veel plezier, en we hebben mooie dingen bereikt het afgelopen jaar. Maar naast het werk als controlerende macht heb je als studentlid van de U-raad nog een hoop andere taken.

Kort lesje TU/e-kunde: de universiteitsraad is het laatste orgaan dat wordt geconsulteerd voordat het College van Bestuur een beslissing neemt. Bij deze beslissingen kan je bijvoorbeeld denken aan waar de extra twee miljoen euro van de overheid voor studentwelzijn naartoe gaat, of de nieuwe vorm van het Bachelor College, of dat het aantal studiepunten voor een positief BSA verlaagd moet worden. Of de broodjes in de kantines van Atlas goedkoper moeten worden, of dat het eerste jaar van de studie Biomedische Technologie anders moet worden ingericht zijn zaken die op een ander niveau worden behandeld.

Laten we het voorbeeld van het extra geld voor studentwelzijn eens bekijken. Aan de TU/e werken veel mensen die beleid maken, tekst waarin wordt beschreven hoe en om welke redenen een bepaalde som geld naar een bepaalde post gaat. De leden van de universiteitsraad krijgen dat beleid voorgelegd en moeten kritisch kijken of de argumentatie in het beleidsdocument klopt.

Als studentlid van Groep-één of van DAS, en komend jaar ook van nieuwkomer ONS, kijk je natuurlijk uiterst kritisch of de plannen het studentwelzijn ook zo goed mogelijk gaan helpen. Hierbij is het belangrijk dat je contact hebt met medestudenten en dat je over deze onderwerpen vergadert met je studentenfractie. Op die manier kan je strategische vragen en discussies ter tafel brengen. Na het advies van de universiteitsraad neem het College van Bestuur vervolgens het definitieve besluit.

Maar in de praktijk gaat het heel anders. Naast het controlerende werk zijn de negen studentleden in de U-raad het grootste deel van hun tijd kwijt met consultancy binnen de TU/e om zo constructief mee te kunnen bouwen aan deze beleidsstukken. Vaak al in een vroeg stadium. Deze studenteninput wordt ontzettend gewaardeerd door de beleidsmedewerkers. Zelf zat ik met een aantal collega’s op onderwijs. Medewerkers van de dienst Education and Student Affairs, maar ook de deans van het Bachelor College en de Graduate School waren maar wat blij met een groepje stakeholders die én midden in de studentpopulatie staan én weten welke beleidsstukken aanzetten tot welke acties.

Zo had alleen ik al de rol om te adviseren over BOOST, Challenge-Based Learning, MyFuture en het universiteitsbrede carrière-oriëntatiebeleid, het Profileringsfonds, de plannen voor het extra geld van de overheid voor studentwelzijn, het nieuwe Bachelor College én de Graduate School. Ik vergeet er waarschijnlijk nog een aantal. Mijn mede-fractiegenoten en de andere studentleden hadden op hun beurt weer andere zaken waar zij dit consultancywerk voor leverden.

Onze input voor de Graduate School werd zelfs zo gewaardeerd dat we nu élk overleg hierover met alle opleidingsdirecteuren mogen bijwonen als studentleden. Wij vonden het ontzettend leuk om mee te helpen bouwen aan deze opdrachten; het leidde tot beleidsstukken die beter zijn toegespitst op de behoeftes van onze studenten. Dit betekent wel dat wij als studentleden er soms wel zo’n twintig tot vijfentwintig uur per week aan kwijt zijn.

Omdat wij maar acht uur per week - geen Euflex-loon maar minimumloon - uitbetaald krijgen vroegen wij om een loonsverhoging aan het College van Bestuur. Dit werd helaas tot driemaal toe beantwoord op dezelfde manier. Namelijk dat wij ons als leden van de U-raad maar aan die acht uur per week moeten houden en ons daarbij moeten richten op de hoofdlijnen; het controlerend werk. Daartegenover staan dan al die medewerkers bij ESA en General Affairs die zo ontzettend blij zijn met de input die wij leveren. Met velen van hen heb ik gesproken over de acht uur per week die ons ter beschikking staat voor ons werk. Dit kreeg ik dan te horen: ‘Ik dacht dat de U-raad een voltijdsbaan was’, of: ‘Jullie leveren ons zoveel input om beleid te maken, dat is zo fijn! Die acht uur per week schaalt totaal niet’.

Ik hoop dat het College van Bestuur zich gaat realiseren dat de studentleden ook daadwerkelijk meebouwen en zo de kwaliteit van beleid verbeteren. Daarnaast hoop ik ook dat de toekomstige leden zo gek zijn als wij om al deze uren erin te blijven stoppen. Dat kunnen ze ook niet doen…

Deel dit artikel