50 jaar Bouwkundewinkel: TU/e’s laatste wetenschapswinkel

De Bouwkundewinkel mag dit jaar vijftig kaarsjes uitblazen. Bij dit vak doen jaarlijks bijna honderd studenten praktijkervaring op met echte klanten, en dat is uniek. Maar dat was niet altijd zo. Tot 2010 had de wetenschapswinkel helemaal geen educatief aspect. “De omslag naar educatie heeft ons in leven gehouden”, aldus voormalig coördinator Faas Moonen.

Ooit was de TU/e acht wetenschapswinkels rijk. Deze ‘winkels’ zochten de verbinding tussen de universiteit en de praktijk. Zo konden mensen van buitenaf aankloppen met vragen over een specifiek vakgebied. Ook de Bouwkundewinkel - zoals de naam al doet vermoeden, de wetenschapswinkel van de faculteit Built Environment (BE) - is met die gedachte ontstaan.

Door het opzetten van de winkel hoopten we advies te kunnen geven aan externe partijen

Faas Moonen
Voormalig coördinator Bouwkundewinkel

Over de jaren heen hebben vrijwel alle wetenschapswinkels hun deuren moeten sluiten, behalve de Bouwkundewinkel. En dat zijn ze voorlopig ook niet van plan. Hun geheim: de student centraal zetten. 

Van PAB naar Bouwkundewinkel

Vijftig jaar geleden werd de Bouwkundewinkel opgericht als achtste en laatste wetenschapswinkel van de universiteit. “Toen heette het nog Planologisch Adviesbureau, kortweg PAB”, legt Floor van Schie uit, coördinator van de Bouwkundewinkel en docent Structural Design bij BE.

Oud-coördinator Faas Moonen heeft dit jaar na 24 jaar het coördinatorschap overgedragen aan Van Schie. Hij herinnert zich nog goed wat de aanleiding was voor het oprichten van de winkel. “In die tijd werden enorm veel huizen afgebroken door projectontwikkelaars om vervolgens nieuwbouwprojecten neer te zetten. Binnen de faculteit heerste daar veel frustratie over, omdat de huizen die werden afgebroken nog in goede staat waren”, vertelt hij. “Door het opzetten van de winkel hoopten we advies te kunnen geven aan dit soort externe partijen.”

Toen de faculteiten flink moesten bezuinigen, waren de winkels vaak het eerste dat werd opgeheven

Faas Moonen
Voormalig coördinator Bouwkundewinkel

In eerste instantie beperkte het PAB zich enkel tot planologische vraagstukken. “Dat gaat echt over stedenbouw, dus hoe richt je een stad of een wijk in”, vertelt Van Schie. Al snel na de oprichting rolden er ook allerlei vragen binnen over andere specialisaties, zoals bouwtechniek of architectuur. “Dus in 1985 besloten we het breder te trekken en werd het PAB omgedoopt tot de Bouwkundewinkel. Hier konden mensen aankloppen met alle bouwkundige vragen”, aldus Moonen. 

Bestaansrecht

Tot 2010 ging het bij de Bouwkundewinkel en de meeste andere wetenschapswinkels aan de TU/e van een leien dakje. “Tot de bezuinigingen van 2010”, herinnert Moonen zich. “Voorheen werden wetenschapswinkels direct gefinancierd door het College van Bestuur, maar het jaar daarvoor werden deze budgetten overgeheveld naar de faculteiten zelf”, legt hij uit. “Toen de faculteiten een jaar later flink moesten bezuinigen, waren de winkels vaak het eerste dat werd opgeheven.”

We zeiden: als we bestaansrecht willen hebben, dan moeten we er voor alle studenten zijn

Faas Moonen
Voormalig coördinator Bouwkundewinkel

Tot die tijd had de Bouwkundewinkel nog geen educatief aspect, het was toen nog geen vak dat studenten konden volgen. “Destijds waren er zeven studenten als medewerker aangesteld, als een soort bijbaan. Deze zeven studenten waren de enigen die de opdrachten van de winkel uitvoerden, verder niemand”, legt Moonen uit. 

Moonen was in die tijd coördinator van de winkel en besloot een drastische verandering door te zetten. “We zeiden: als we bestaansrecht willen hebben, dan moeten we er voor alle studenten zijn”, vertelt hij. “Als universiteit ben je er in de eerste plaats namelijk om studenten wat te leren. Dus door onze opdrachten te integreren in het onderwijs, in de vorm van een vak, kunnen we studenten onderwijzen én ons bestaansrecht waarborgen.”

Afgelopen jaar volgden 94 studenten het vak en voerden zij 32 projecten uit

Luc Slangewal
Medewerker Bouwkundewinkel
Goede keuze

Dat dat de juiste stap was, is inmiddels wel gebleken. Inmiddels is de Bouwkundewinkel al vijftien jaar onderdeel van het BE-curriculum en de cijfers liegen er niet om. “Afgelopen jaar hebben we een record neergezet ten opzichte van de afgelopen tien jaar. Toen volgden 94 studenten het vak en voerden zij gezamenlijk 32 projecten uit”, vertelt Luc Slangewal, medewerker bij de Bouwkundewinkel. 

In de oude situatie, vóór de omslag naar educatie in 2010, was het team groter (zeven studentmedewerkers en een coördinator), maar was de output kleiner. “Toentertijd werden er maar zo’n tien projecten per jaar uitgevoerd én maakte het nog geen onderdeel uit van het onderwijs”, vertelt Moonen. “Zo zie je maar weer dat een bezuiniging ook een goed effect kan hebben!”

Klanten kunnen bijvoorbeeld een probleem hebben met hun eigen woning, de speeltuin van een school of de indeling van een nieuwe wijk

Floor van Schie
Coördinator Bouwkundewinkel
Van uitvoeren naar organiseren

De winkel heeft nog steeds een viertal studentmedewerkers, waar Slangewal er een van is, maar zij voeren geen projecten meer uit zoals voorheen gebeurde. “Wij hebben een organisatorische rol en ons werk in de winkel wordt gezien als een soort bestuursjaar”, legt hij uit. Samen met coördinator Van Schie bekijken zij de projecten die binnenkomen. “Klanten kunnen bijvoorbeeld een probleem hebben met hun eigen woning, de speeltuin van een school of de indeling van een nieuwe wijk. Dat is altijd nog ongelofelijk vaag als ze binnenkomen bij de winkel.”

Het is vervolgens aan de winkelmedewerkers om deze vraagstukken scherper te definiëren en om te zetten tot haalbare projecten voor studenten. “Wij medewerkers kijken: is het bachelor- of masterniveau, kan je hier acht weken mee vullen, en het allerbelangrijkste: is er begeleiding”, legt Slangewal uit. “Wij kijken welke docent bij het onderwerp past en wanneer zij beschikbaar zijn.” Afgelopen jaar werkten in totaal achttien BE-docenten als begeleider bij een of meer Bouwkundewinkelprojecten.

Ik begeleid nu een student die zelf met het idee kwam de rolstoeltoegankelijkheid op campus te onderzoeken

Floor van Schie
Coördinator Bouwkundewinkel
Projecten

De onderwerpen van deze projecten zijn zeer uiteenlopend. Zo klopte er eens een man aan met windoverlast in zijn tuin. “Meneer woonde in een hofje waar zijn achtertuin in trechter eindigde ten opzichte van de andere huizen. Hierdoor ervaarde hij constant een soort windtornado’s in zijn tuin, wat ook veel groenafval met zich meebracht”, vertelt Slangewal. De projectvraag was hier hoe met schermen of andere technieken deze wind te verminderen was. 

Een project dat momenteel nog loopt is de herindeling van een buurthuis in Eindhoven. Slangewal: “Die vraag komt vanuit de gemeente. Dat specifieke pand heeft heel veel ruimte, maar weinig functies. Zij komen dan bij de Bouwkundewinkel uit om onze studenten hierover te laten nadenken.”

Naast externe cliënten mogen studenten ook zelf met ideeën komen. “Ik begeleid nu een student die zelf met het idee kwam de rolstoeltoegankelijkheid op campus te onderzoeken”, vertelt Van Schie. Naast coördinator van de Bouwkundewinkel, is zij ook begeleider bij de projecten. “Deze student zit zelf in een rolstoel en liep tegen allerlei problemen aan. Neem de collegezalen in het Auditorium bijvoorbeeld; daar moeten studenten in een rolstoel vóór de eerste rij plaatsnemen en hebben daardoor ook geen tafeltje voor hun laptop of schrift.”

Tekst loopt door onder de foto's.

Eén-op-één

Het eindproduct dat studenten aanleveren, is in de vorm van een adviesrapport. “Vaak worden hun adviezen gebruikt als startpunt om verder vanuit te ontwikkelen”, legt Slangewal uit. “Dat hun plannen echt één-op-één worden overgenomen gebeurt heel af en toe. Dat is natuurlijk heel leuk voor de studenten die eraan gewerkt hebben.”

Voorbeelden hiervan zijn onder andere de Trek-in-vakantiehuisjes. Moonen: “Dit was een speciale opdracht tijdens een jubileumjaar. Meerdere groepjes konden meedoen en hun idee indienen.” Het ontwerp van het winnende groepje - enkel gemaakt van hergebruikte materialen - werd uiteindelijk echt gebruikt door de opdrachtgever. “In totaal zijn er achttien van gemaakt; die staan door heel Nederland.”

Het is een uniek vak waar studenten met echte klanten kunnen werken. Die praktijkervaring is enorm waardevol voor studenten

Floor van Schie
Coördinator Bouwkundewinkel

Andere voorbeelden die echt zijn uitgevoerd zijn Summerlabb; een opvouwbaar paviljoen voor festival Extrema Outdoor. GEM-stage (afkorting voor Green Energy Mill); een energie-opwekker en een podium in één, om festivals CO2-neutraal te maken. En Guesthouse Bali; waarbij studenten vakantiehuisjes ontwierpen, volledig gemaakt van bamboe.

Tekst loopt door onder de foto's.

Op naar de honderd 

Met vijftig jaar op de teller is de Bouwkundewinkel niet meer weg te denken uit de faculteit BE, en als het aan Van Schie, Moonen en Slangewal ligt, gaat die teller op naar de honderd. “Het is echt een uniek vak waar studenten met echte klanten kunnen werken, iets wat ze bij andere vakken niet of heel weinig krijgen. Die praktijkervaring is enorm waardevol voor studenten”, aldus Van Schie.

Deel dit artikel