D66 grootste in studentensteden, ook in Eindhoven

In de meeste studentensteden is D66 de grootste partij geworden. Eindhoven vormt daarop geen uitzondering - de partij van Rob Jetten behaalde hier een duidelijke voorsprong op GroenLinks-PvdA en PVV. Alleen in Maastricht en Enschede werd PVV de grootste.

door
foto jan_van_der_Wolf / iStock

Niemand krijgt er zoveel zetels bij als Rob Jetten van D66 – en die haalt hij vooral uit studentensteden. Gemiddeld scoort de partij in zestien universiteits- en hogeschoolsteden 22 procent van de stemmen, tegen bijna 16 procent landelijk. 

In Eindhoven heeft D66 de verkiezingen gewonnen met 22,2 procent van de stemmen. GroenLinks-PvdA kwam in Eindhoven uit op 17,4 procent, de PVV volgt met 14,3 procent. In Utrecht, Nijmegen en Delft koos meer dan een kwart van de bevolking voor D66.

Ook GroenLinks-PvdA deed het daar met 20 procent relatief goed. In Amsterdam, Wageningen en Nijmegen werd de linkse fusiepartij zelfs de grootste. In Leiden, Rotterdam, Leeuwarden, Utrecht en Groningen scheelt het minder dan een procent met D66. 

De PVV volgt op afstand met gemiddeld 13 procent van de stemmen, maar is de grootste in Maastricht en Enschede. Dat blijkt uit de voorlopige verkiezingsuitslag. Inmiddels is ruim 99 procent van de stemmen geteld.

TU/e-studenten

Koen Jaartsveld, student Human-Technology Interaction, reageert tevreden op de voorlopige verkiezingsuitslag. “Ik heb zelf op GL-PvdA gestemd, maar ik ben er niet rouwig om dat D66 de grootste is. Voor mij ging het tussen die twee, en de zetels zijn uiteindelijk redelijk verdeeld gebleven.” Volgens Jaartsveld biedt D66 als stabiele centrumpartij meer perspectief voor een formatie die kan blijven staan. De student merkt dat hij op de universiteit in een centrum-linkse bubbel zit. “Mensen om mij heen zijn blij met de uitslag. Ik ken weinig mensen die er ontevreden over zijn.”

Ook voor het onderwijs ziet hij positieve gevolgen. “D66 staat over het algemeen wat positiever tegenover onderwijs. Kans op stevige bezuinigingen lijkt klein. Linkse kabinetten zijn meestal meer geneigd universiteiten te steunen. Rechtse partijen hebben vaak een sceptische houding ten opzichte van intellectuelen, dus dit is eigenlijk goed nieuws voor de universiteit.”

Ook Oliver Zweep, student Applied Physics and Mathematics, is best tevreden over het resultaat, hoewel hij zelf op CDA stemde. “Ik hoop dat er een beetje centrum-rechts kabinet uitkomt. Ik woon in een groot studentenhuis en daar hoor ik veel D66, VVD en ook wat JA21.” Hij heeft zich nog niet veel verdiept in de standpunten van politieke partijen op het gebied van de academische wereld. “Ik volgde vooral de debatten over de grote thema’s en keek of de partijen wat zinnigs te zeggen hebben en het logisch klonk.”

Frerik Zandhuis, masterstudent Automotive Technology, vindt het vooral jammer dat PVV weer zo hoog staat. “Gelukkig is het nu wel minder dan de vorige keer. Ik ben best blij dat het nu in ieder geval progressiever en linkser wordt.” Zelf stemde hij op PvdD. “Ik vond het vooral heel sterk dat zij er echt een punt van hebben gemaakt dat ze opkomen voor groepen die dat zelf minder kunnen.”

Zandhuis verwacht dat de vier grootste partijen, op PVV na, een kabinet kunnen vormen, al zullen ze er volgens hem wel anderhalf jaar over doen om tot een akkoord te komen. “Daar word ik nog steeds blijer van dan van het vorige kabinet”, besluit hij.

‘Grote kansen’

Dat onderwijspartij D66 zeventien zetels wint, wil niet zeggen dat de Landelijke Studentenvakbond staat te juichen. “We houden jullie in de gaten”, zegt voorzitter Maaike Krom tegen politiek Den Haag. Ze moet bijvoorbeeld nog zien of de basisbeurs echt omhooggaat.

Sarah Evers van het Interstedelijk Studenten Overleg klinkt iets positiever. Met D66 in de regering ziet ze “grote kansen” voor de basisbeurs, een verplichte stagevergoeding en het terugdraaien van de bezuinigingen van het kabinet Schoof.

BBB, SGP en Volt

Uit de voorlopige uitslag blijkt ook dat partijen als BBB en SGP in de studentensteden juist weinig steun krijgen. Caroline van der Plas komt niet verder dan 1 procent, terwijl ze landelijk 2,7 haalt. Bij Chris Stoffer van de SGP is het verschil nog groter, met 0,3 tegenover 2,3 procent. 

Voor Volt valt de uitslag in studentensteden deze keer tegen. Laurens Dassen haalde gemiddeld 1,9 procent van de stemmen, 0,8 procentpunt meer dan in de rest van het land. De partij houdt nog maar één zetel over.

En nu?

Nog niet alle stemmen zijn geteld. Volgens de laatste landelijke telling staat D66 momenteel aan kop met 16,9 procent, nipt gevolgd door PVV met 16,7 procent. Dit resultaat zou beide partijen 26 zetels opleveren. VVD staat op de derde plaats met 14,2 procent, gevolgd door de gezamenlijke lijst GL-PvdA met 12,7 procent. 

Volgende week vrijdag maakt de Kiesraad de officiële uitslag bekend, maar morgen praten de lijsttrekkers er al met elkaar over. 

Deel dit artikel