Een schaalmodel van de zonne-gezinswagen van Solar Team Eindhoven. Foto | Bart van Overbeeke

Solar Team Eindhoven verkoopt wedstrijdmiles

Particulieren die Solar Team Eindhoven willen steunen op weg naar de World Solar Challenge in Australië, kunnen een stukje van de wedstrijdroute kopen. Een ‘Solar Mile’ kost honderd euro; een bijdrage aan “’s werelds eerste gezinsauto op zonne-energie” waarmee het TU/e-team in oktober de strijd aangaat. Binnenkort start de bouw van de wagen.

De wielophanging, aerodynamica, alle elektronische componenten, beveiligingsmechanismen, de ‘intuïtieve’ besturing - subteams binnen Solar Team Eindhoven (STE) bogen zich de voorbije maanden, tekenend en rekenend aan alle onderdelen, over het definitieve ontwerp van de auto. Met de vierpersoons wagen doen de ruim twintig TU/e-studenten mee aan de nieuwe Cruiser-klasse van de World Solar Challenge waarin auto’s, behalve op snelheid, onder meer ook worden beoordeeld op comfort en gebruiksgemak.

“Het nogal eentonige beeld van computerende teamleden geeft voor de buitenwereld een weinig actieve indruk”, blikte het team deze week op zijn site terug op de afgelopen maanden. “Maar wat op de schermen gebeurt, is wel heel gaaf om te zien. Je ziet de auto vorm krijgen en steeds gedetailleerder worden.”

Inmiddels staat Solar Team Eindhoven op de drempel van zijn eerste grote overgangsfase, stelt teammanager Lex Hoefsloot. Na maanden van vooral computerwerk moet de productie de komende tijd langzaam de overhand gaan nemen. Zo wordt het chassis grotendeels geproduceerd bij het Equipment & Prototype Center (de voormalige Gemeenschappelijke Technische Dienst) van de TU/e, de diverse elektronische componenten worden gefabriceerd bij Electrical Engineering.

Maar ook van buiten de campus, van over de hele wereld, komen intussen onderdelen voor de auto binnen - het overgrote deel custom-made. Zo start een Aalsmeers bedrijf eind deze week met de productie van meerdere mallen met behulp waarvan straks, met carbonfiber en hars, de buitenkant van de zonnewagen wordt gemaakt. Die mallen kosten al gauw veertig- tot vijftigduizend euro, zo schat Hoefsloot - maar het team krijgt ze, na een toevallige ontmoeting tijdens een evenement in het Evoluon, gesponsord.

Hoefsloot: “Al doende ontdek je dat je ook met sponsoren kunt onderhandelen, zeker als meerdere bedrijven geïnteresseerd zijn in het bijdragen aan bijvoorbeeld een bepaald onderdeel”. Sponsors willen maar wat graag meeliften op de pr-waarde van het project, ontdekten de studenten, zeker nu de auto steeds meer vorm krijgt.
De sponsoring heeft niet alleen betrekking op materialen voor de auto. Een rijschool sponsorde bijvoorbeeld de rijlessen voor de teamleden die straks in Australië de meerijdende vrachtwagen en bus gaan besturen. Ook is Solar Team Eindhoven in onderhandeling met een vliegmaatschappij over de vliegtickets voor alle teamleden.

Het team houdt zijn definitieve ontwerp, net als het gros van de concurrentie, overigens streng onder de pet. Begin juli wil Solar Team Eindhoven zijn zonnewagen groots presenteren. Wel is er volgende maand een sneak preview voor sponsoren en kregen hoogleraren van verschillende TU/e-faculteiten vorige week al een inkijkje.
Verder wordt het beeldmateriaal streng bewaakt en slechts bij uitzondering gedeeld. Volgens Hoefsloot en teamgenoot Wouter van Loon zouden concurrenten alleen al uit de artist’s impression het nodige kunnen opmaken, bijvoorbeeld op het vlak van de aerodynamica. Van het eerste filmpje van het team (zie hieronder) wordt vooral het moment waarop kort een schaalmodel van de wagen in beeld is, goed bekeken, stellen Hoefsloot en Van Loon grijnzend vast.

De concurrentie van Calgary gaf als enige wél het een en ander prijs. Dit tot verbazing van de Eindhovenaren, die niet-begrijpend het hoofd schudden bij het zien van de blootliggende wielen van de Canadese auto en de positionering van de twee stoelen, naast elkaar.

Van de Delftse en Twentse teams heeft Eindhoven in elk geval geen concurrentie; zij nemen deel in een andere klasse. STE onderhoudt dan ook opperbeste -en leerzame- contacten met beide andere TU-teams, die onderling echter in een stevige, soms zelfs venijnige strijd verwikkeld zijn, weet Hoefsloot.

Het team vertrekt in september naar Australië en heeft daar nog een dikke maand om de auto te testen en aan te passen voordat de Challenge begint. In totaal negen mensen rijden gedurende de race daadwerkelijk in de auto, van wie vier achter het stuur mogen kruipen.

Kijk hier voor meer informatie over de 1.875 Solar Miles die het team te koop aanbiedt.

Deel dit artikel