‘Set Matrix Theory as a Physically Motivated Generalization of Zermelo-Fraenkel Set Theory’ is de titel van de publicatie van Cabbolet en De Swart, die in de eerste helft van 2014 zal verschijnen in het vaktijdschrift ‘Logique et Analyse’. Het artikel is nu al online te lezen op de preprint-server arxiv.org. Logique et Analyse bestaat sinds 1958 en is voortgekomen uit een intern orgaan van het Belgisch Nationaal Centrum voor Navorsingen in de Logica. De artikelen zijn volgens de site op volstrekt persoonlijke titel van de auteurs.

Aan de TU/e liep Cabbolet’s promotie bij de faculteit Wiskunde en Informatica begin 2008 op het laatste moment op de klippen. De promotiecommissie had de dissertatie al goedgekeurd, toen er alsnog bedenkingen de kop opstaken over de inhoud. Latere beoordelaars, waaronder Nobelprijswinnaar Gerard ’t Hooft, vonden dat de theorie van Cabbolet, die ingaat tegen de wet van de kwantummechanica en de algemene relativiteitstheorie, geen aanknopingspunten bevat met bestaande theorieën. “Allemaal erg indirect geformuleerd en erg vaag”, concludeerde ’t Hooft destijds.

Cabbolet publiceerde na de Eindhovense afwijzing het natuurkundige hoofdstuk van zijn proefschrift in 2010 in Annalen der Physik. Met de aanstaande publicatie in Logique et Analyse zijn volgens hem alle afgekeurde delen van zijn proefschrift verschenen in internationaal erkende vaktijdschriften. In 2011 verdedigde hij aan de Vrije Universiteit van Brussel (VUB) alsnog zijn proefschrift met grote onderscheiding.

Volgens prof.dr. Jean Paul van Bendegem, werkzaam bij de vakgroep Wijsbegeerte en Moraalwetenschappen van de faculteit Filosofie aan de VUB en hoofdredacteur van ‘Logique et Analyse’, is het stuk van Cabbolet en De Swart door twee beoordelaars gelezen en van commentaren voorzien.

Van Bendegem was in 2011 de promotor van Cabbolet en is zodoende goed vertrouwd met de inhoud van het aangeboden artikel. “Wat dat betreft wil ik wel benadrukken dat het artikel in ‘Logique et Analyse’ zich beperkt tot het wiskundig kader, dat blijkbaar als voldoende interessant werd bevonden”, vertelt de Belgische hoogleraar. “Die gedachte deel ik. Het door Cabbolet en De Swart gepresenteerde kader nodigt uit tot verdere uitwerking en eventuele toepassingen.”

Over de gang van zaken die vooraf ging aan de uiteindelijke promotie van Cabbolet aan de VUB, doet Van Bendegem geen uitspraken. “De ervaring heeft mij geleerd dat dit doorgaans zeer delicate situaties zijn, die met alle voorzichtigheid moeten worden benaderd. Wat mijzelf betreft, kan ik alleen maar zeggen dat Cabbolet een doctoraat heeft verdedigd in de wijsbegeerte en dus niet in de fysica, en dat er voldoende waardevolle elementen in zijn proefschrift zitten. Zoals het wiskundig kader en het diep speculatief karakter dat, wat mij betreft, in de filosofie een kans moet krijgen.”