Allard Kastelein. Foto | Angeline Swinkels.

UR-podium | Van single malt naar blended learning in een paar tinten grijs

De operaties OGO, Bachelor College en Graduate School liggen nog vers in ons geheugen en nu gloort aan de horizon de verfrissende invoering van blended learning. De bedenkers van dit concept hebben zich wellicht laten inspireren door de geestverruimende werking die van blended whisky uit kan gaan.

Het single malt-vakmanschap van elke docent (alsmede diens toolkit) zal vermengd dan wel uitgebreid dienen te worden met kennis en vaardigheden op digitaal gebied; de wereld waarin alles om nulletjes en eentjes draait. Opmerkelijk is dat in de betreffende beleidsnotitie die het CvB met de UR besprak een beeld geschetst wordt van docenten die heel veel organisatorische vrijheid krijgen in het integreren van digitale toepassingsmogelijkheden in hun onderwijs.

Dat lijkt tamelijk haaks te staan op de almaar toenemende regelgeving en standaardisatie waarbij gedacht kan worden aan de OER. Dat het CvB in het voorgestane beleid op meerdere gedachten hinkt, kwam helder tot uitdrukking in de KPMG-rapportage over governance die de UR met het CvB besprak. De verscherpte aandacht voor rendement, de prestatieafspraken met Den Haag en de normen voor het BSA zijn geheel in lijn met het businessmodel ‘Operational Excelence’ (Treacy en Wiersema, 2012).

Op zich is er niets mis mee dat je als universiteit nastreeft om erg efficiënt met je middelen om te gaan. Maar dat model verhoudt zich wel op gespannen voet met het strategiemodel ‘Best in Class’ ( ook ontleend aan Treacy en Wiersema, 2012) waarin je de concurrentieslag op kwaliteit in je voordeel kunt beslissen en je jezelf bijvoorbeeld benchmarkt met toppers als het M.I.T.

Laat ik nu lang in de vooronderstelling geleefd te hebben dat ons CvB primair voor kwaliteit ging?! Nu moeten we die modellen niet allemaal zo zwart-wit zien. We blenden onze ambities en mixen efficiency met kwaliteit en krijgen dan vanzelf een paar trendy tinten grijs!

Deel dit artikel