“Het is een mooie mix tussen Werktuigbouwkunde en ontwikkelingssamenwerking”, zegt Jeroen Setz. Bij het derdejaarsvak Numerieke mechanica hoorden hij en medestudent Sef Achten voor het eerst over de opdracht van Wings for Aid. Achttien studenten wilden wel als studentassistent werken aan de doos die hulpgoederen aflevert in rampgebieden. Acht werden er geselecteerd voor het studententeam Wings for Aid, waarvoor de faculteit Werktuigbouwkunde budget heeft vrijgemaakt.

Eind december moeten zij hun eerste concept inleveren bij de organisatie. Werktuigbouwkunde deelde aan ieder teamlid tachtig betaalde uren toe. “De doos moet heel blijven als hij vanaf een hoogte van meer dan vijftien meter, en een snelheid van 85 kilometer per uur, wordt losgelaten door het vliegtuig”, zegt Achten. Hij richt zich vooral op de vorm van de doos die ongeveer de grootte zal hebben van een verhuisdoos.

“Er moet van alles in passen, van naalden tot een aggregaat en van dekens tot water. Niets mag breken, gaan lekken of barsten bij aankomst.” Setz houdt zich bezig met het gedrag van de doos in de lucht. “Zo’n gedropte doos zal in ieder geval níet vanzelf verticaal landen.”

De kracht die moet worden opgevangen is momenteel de grootste uitdaging voor het team. De studenten hebben er alle vertrouwen in dat het gaat lukken. “We hebben tot eind december de tijd om het concept zo goed mogelijk te maken. En daarna horen we hoe de organisatie verder gaat en of ze nog iets van ons nodig hebben”, zegt Setz.

De studenten willen de doos zo 'groen' mogelijk maken. “We willen dat de pakketten zo weinig mogelijk milieuschade geven als ze blijven liggen omdat ze om een of andere reden niet kunnen worden opgehaald. En dat de dozen die wel worden opgepikt kunnen worden hergebruikt.” Ook denken zij erover om het zeil van de parachute herbruikbaar te maken. In 2017 wil Wings for Aid testvluchten maken, ergens op een militair vliegveld in Nederland.