“U-raadswerk moet meer waardering krijgen”

De verkiezingen voor de nieuwe leden van de universiteitsraad zijn pas begin december, maar de zoektocht naar kandidaten is alweer in volle gang. Cursor schoof aan tafel met vertegenwoordigers van de studentenfracties en de personeelsfractie en met rector Frank Baaijens om hen te vragen naar nut en noodzaak van dit werk. Volgens hoogleraar Boudewijn van Dongen, oud-fractielid van PUR, zou het U-raadswerk meer waardering moeten krijgen. “Iedereen die meer wil weten over hoe het er hier bestuurlijk aan toegaat en er invloed op wil kunnen uitoefenen, beveel ik het van harte aan.”

door
foto Han Konings

In de twee jaar dat Boudewijn van Dongen actief was in de negenkoppige personeelsfractie PUR leerde hij veel over wat beleidsmatig haalbaar is en wat niet kan. “Alleen al die blik achter de schermen maakt het de moeite waard om er een keer zitting in te nemen, al is het maar voor een korte periode”, vertelt Van Dongen.

Zelf moest hij door een uitbreiding van zijn taken de U-raad noodgedwongen al na twee jaar vaarwel zeggen. “Op papier staat die compensatie van één dag in de week, voor het kunnen uitvoeren van dit werk, er heel mooi. Maar destijds vond mijn hoogleraar het oké als ik het wilde doen, als ik mijn reguliere taken ook maar bleef uitvoeren. Het zou goed geweest zijn als ik er toen een teaching-assistent bij had gekregen.”

Profijt

Jos Coenen, werkzaam bij de dienst Information Management & Services en voorzitter van PUR, zegt dat die compensatieregel nu nog belangrijker is dan in het verleden. “De werkdruk is op dit moment voor velen echt zeer hoog en dat is vaak de reden voor mensen om überhaupt niet na te denken over een zetel in de U-raad. Leidinggevenden moeten meer waardering opbrengen voor het feit dat een van hun medewerkers in de U-raad wil gaan zitten. Daar kan de hele afdeling of vakgroep profijt van hebben, want zo’n UR-lid zit dichtbij het vuur als het gaat om de meest recente beleidsmaatregelen.”

Van Dongen zou nog verder willen gaan en het echt als onderdeel van een beoordeling willen zien. “Maar ik weet dat dat formeel niet mag, het kan geen gespreksonderwerp zijn tijdens je jaargesprek. Dat is wel jammer, want voor wie aan de TU/e zijn carrière wil opbouwen, heeft het echt een toegevoegde waarde om meer te weten over hoe het hier qua beleid reilt en zeilt. En daarbij spreek ik zeker uit eigen ervaring. In mijn huidige functie heb ik nog altijd voordeel van de kennis die ik daar heb opgestoken.”

Motivatie

De drie vertegenwoordigers van de studentenfracties - Charlot Felderhof van DAS en Arthur Nijdam en Luuk Meeuwis van het onlangs gefuseerde ’Groep-één: Eindhovense Studentenraad’ - zeggen dat dit ook voor hen opgaat. “Je moet wel serieus gemotiveerd zijn om je voor een half jaar of langer bezig te gaan houden met het beleid van de universiteit”, vertelt Nijdam. “Maar aan de TU/e lopen voldoende studenten rond die die motivatie hebben, en die in het verleden al ervaring hebben opgedaan in bijvoorbeeld een faculteitsraad. Ben niet bang dat je het complete universiteitsbeleid onder je hoede moet nemen. In de fractie heeft iedereen zijn eigen aandachtsgebieden die aansluiten bij je interesses en waarvoor je zitting neemt in een van de commissies.”

Volgens Nijdam wordt er altijd met een “gezonde kritische houding” met het College van Bestuur gediscussieerd. Meeuwis: “Het College staat daar ook open voor, maar we realiseren ons terdege dat het van onze kant gaat om medezeggenschap en niet om zeggenschap. Dus je moet er samen zien uit te komen, want het op de spits drijven van iets leidt doorgaans niet tot betere resultaten.”

Het is volgens de studentfractieleden ook zeer boeiend om in het voortraject overleg te hebben met de beleidsmedewerkers die in opdracht van het College van Bestuur aan bepaalde onderwerpen werken. Meeuwis: “Daar leer je veel van, je krijgt beter zicht op de vraag waarom bepaalde beslissingen genomen zijn en je kunt namens je achterban input leveren om beleidsmaatregelen nog beter te maken.”

Te vaag

Felderhof ziet wat dat aangaat nog een taak voor haar en haar collega’s: “Studenten hebben vaak nog een te vaag beeld als het gaat om wat we precies voor hen doen, dus moeten we eraan werken dat zichtbaarder te maken.” Maar de drie studentleden begrijpen ook dat niet iedereen in hun werk of in het beleid van de TU/e geïnteresseerd is. Nijdam: “Dat is ook niet erg, maar je moet je wel realiseren dat bijvoorbeeld de oplopende werkdruk bij de wetenschappelijke staf ook direct consequenties heeft voor jou als student. Dus is het verstandig om daar toch over na te denken en eventueel via de U-raad proberen te werken aan een oplossing daarvoor.”

Het geldt ook voor de ontwikkelingen binnen het onderwijs van de TU/e, vertelt Meeuwis. “We hebben geregeld overleg met Lex Lemmens en Paul Koenraad, de deans van het Bachelor College en de Graduate School. Die zijn zeer transparant over waar ze mee bezig zijn en delen alles met onze onderwijscommissies. Ook daar ben je echt betrokken bij de vormgeving van het onderwijs van morgen.”

PUR-voorzitter Coenen juicht het toe dat studenten en personeelsleden elkaar steeds beter vinden in de U-raad en gezamenlijk optrekken bij veel onderwerpen. “Dat is een ontwikkeling die bijdraagt aan het beter worden van onze adviezen voor het College van Bestuur, want veel zaken die zich hier afspelen, hebben zowel effect op het personeel als de studenten, zoals de eerder genoemde werkdruk.”

Competenties

In een soort pamflet heeft de U-raad onlangs opgesomd welke competenties je ontwikkelt als je zitting neemt in de raad. Daaronder vallen onder meer effectief vergaderen, oplossingsgericht denken, structureren van processen, discussievaardigheden, voorzitten van commissies, procesmanagement, inzicht in begrotingssystematiek en het vergroten van je interne netwerk.

Van Dongen benadrukt nog maar eens hoeveel hijzelf in die korte periode geleerd heeft. “Het is een ding om altijd vanaf de zijkant bij de koffieautomaat dingen te roepen of enkel kritiek te spuien in een column. Maar pas als je echt onderdeel uitmaakt van het beleidsproces, begrijp je hoe complex zaken kunnen zijn en dat verandert je kijk erop volledig.”

Rector Frank Baaijens: “U-raad moet afspiegeling van TU/e zijn”

“De samenwerking met de U-raad zoals ik die de laatste jaren heb ervaren, is altijd constructief”, zegt rector Frank Baaijens. Zowel de studenten als de medewerkers in de raad zijn erop uit om beleidsmaatregelen zo goed mogelijk vorm te geven. Daarom moet de U-raad ook een afspiegeling van de TU/e zijn. Dus gevuld met studenten, ondersteuners en wetenschappers.”

Ook Baaijens werpt zich op als een warm pleitbezorger voor kandidaatstelling. “Zitting hebben in de U-raad biedt je een totaal ander perspectief op wat zich hier allemaal afspeelt en hoe ons beleid tot stand komt. De buitenstaander ziet vaak enkel het eindproduct van een heel beleidsproces, waar dan al een hele tijd door veel mensen aan gewerkt is - soms zelfs over een periode van jaren. Wil je meer weten over de complexiteit daarvan, dan ben je in de U-raad op de juiste plek, ook al zit je er maar een korte periode. Voor medewerkers die dat willen, moeten leidinggevenden ook echt tijd vrijmaken en het de waardering geven die het verdient. Voor studenten is het een enorme leerervaring, alleen al door alle werkzaamheden die je binnen de raad doet.”

Informeel overleg

Tijdens de maandelijkse U-raadsvergadering komen onderwerpen voorbij, die in de periode daarvoor al zijn besproken en bediscussieerd binnen een veelheid aan commissies. Baaijens: “Geregeld hebben we ook informeel overleg. Daarbij moet niet de indruk gewekt worden dat er van alles geregeld wordt in achterkamertjes. Dat is zeker niet het geval. In dit soort bijeenkomsten gaan de voeten op tafel en kan iedereen ronduit spreken zonder daarop afgerekend te worden. Het helpt enorm om veel obstakels al uit de weg te ruimen en om prille beleidsplannen al een keer aan de orde te stellen.”

Hoogoplopende conflicten hebben zich de laatste jaren niet voorgedaan tussen de U-raad en het CvB. Baaijens: “Maar helemaal uitsluiten kun je dat natuurlijk nooit. De laatste keer dat het een beetje knetterde, was toen het om de ophoging van het aantal studiepunten voor een positief BSA ging. Maar ook daar zijn we uitgekomen. En dat heeft zeker te maken met het onderlinge vertrouwen dat er bestaat en de wil om naar elkaar te luisteren. Want als het daaraan ontbreekt, staat een van beide partijen al snel met de hakken in het zand.”


Verkiezingen TU/e 2019

Dit jaar vinden de integrale verkiezingen plaats voor zowel de verkiezing van de geleding studenten van de universiteitsraad (UR) en de faculteitsraden (FR’s), als voor de verkiezing van de geleding personeel van de UR, de FR’s en de Dienstraad (DR). Ze vinden plaats door middel van elektronisch stemmen.

Voor wie erover nadenkt zich kandidaat te stellen: de termijn daarvoor loopt van donderdag 24 tot en met maandag 28 oktober. De kandidatenlijst dient op werkdagen door de indiener persoonlijk te worden ingediend bij het Centraal Stembureau, uiterlijk op laatste dag van de kandidaatstellingtermijn vóór 17.00 uur. 

Het elektronisch stemmen vindt dit jaar plaats op dinsdag 3 en woensdag 4 december. De stemmodule staat gedurende deze periode open van 00.00 uur op de eerste dag tot 24.00 uur op de tweede dag (Nederlandse tijd).

Voor meer informatie: www.tue.nl/verkiezingen.

Deel dit artikel