Uit de kast op de campus

Vandaag is het nationale Coming Out Dag. Exacte recente cijfers over hoeveel mensen zich als LGBTIQ+ identificeren in Nederland, zijn er niet. Over een deel van dat spectrum zijn wel cijfers. 'Vier tot zeven procent van de volwassenen voelt zich aangetrokken tot iemand van hetzelfde geslacht. Ofwel, ongeveer één op de vijftien volwassenen is lesbisch, homoseksueel of biseksueel.' Op de campus moeten er dus ook enkele honderden zijn, en dat zie je ook terug bij Compass: een TU/e-gemeenschap voor studenten en medewerkers die lesbisch, homoseksueel, biseksueel, transgender, interseksueel of queer zijn en voor hen die er nog niet over uit zijn. Cursor sprak met twee studenten en één medewerker die al uit de kast zijn en vertellen over hun ervaringen - aan de TU/e - hiermee.

door
afbeelding Bart van Overbeeke / Pantelis Katsis

“Ik pas niet in een hokje”

Steven Ralston is docent Engels bij het TU/e Language Center en zit in het bestuur van Compass. Zijn coming-out was twaalf jaar geleden, op 42-jarige leeftijd.

“Ik heb het twintig jaar de tijd gegeven en ondertussen is de maatschappij veranderd. En als je veertig wordt, denk je ook: ‘Als het nu nog niet goed is, dan pech gehad’. Ik ben gewoon wie ik ben. Maar het was echt wel een hele opluchting om uit de kast te komen. Ik ben homofiel, denk ik. Maar ik werd al heel jong verliefd op zowel jongens als op meisjes. In die tijd was er geen internet en was het minder makkelijk om eens te kijken wat mijn gevoel het beste beschreef. Ik denk in ieder geval wel dat seksualiteit, beleving en identiteit een beetje vloeibaar zijn. Dat het met golven kan gaan. Laten we zeggen dat voor nu tachtig procent van mijn gevoelens naar mannen uitgaat en twintig procent naar vrouwen. Vroeger was dat eerder veertig procent naar mannen zestig procent naar vrouwen.”

‘Papa, heb je al iemand anders?’ Dat was het moment dat ik voor mijn kinderen uit de kast kwam

Steven Ralston
Docent Engels en bestuurslid Compass

“Ik ben getrouwd geweest en was oprecht verliefd op mijn ex-vrouw. Die relatie is op een gegeven moment helaas stukgelopen. Haar heb ik als eerste over mijn gevoelens verteld. Een tijdje daarna vroeg een van mijn kinderen: ‘Papa, heb je al iemand anders?’. Dat was het moment dat ik voor mijn kinderen uit de kast kwam. Daarna heb ik het andere familieleden verteld. Op mijn werk wist men dat ik in scheiding lag, dat had ik gedeeld. Dus na een tijdje werd ook daar gevraagd of ik al een nieuwe partner had gevonden. Toen heb ik het mijn collega’s ook verteld.”

Geen rolmodel

“Ik zie die seksualiteit als iets wat in de loop van de tijd kan veranderen. Ik pas niet in een hokje: ik voel me niet helemaal homoseksueel, maar zeker ook niet heteroseksueel. Ben ik biseksueel dan? Ik geloof niet heel erg in die absolute labels. Soms wordt biseksualiteit gezien als vallen op beide geslachten tegelijkertijd en soms serieel. Ik ervaar meer als een soort eb en vloed. In de tijd dat ik me bewust werd van mijn gevoelens, was het ook moeilijker vast te stellen zonder internet en het was ook niet zo geaccepteerd als het nu is. Het was toen gewoon het makkelijkste om voor een heterorelatie te kiezen. Daarnaast dacht ik dat ik het kon zien als een soort schakelaar: ik zet 'hetero' aan of ik zet 'homo' aan. Ik had geen rolmodel en die waren er ook amper. Er was toevallig één homoseksuele docent op mijn middelbare school, maar ik kon me niet echt met hem identificeren. Nu zijn er veel meer rolmodellen. Dat maakt het misschien makkelijker om ervoor uit te komen.”

Flauwe grappen

“Mijn ouders gingen er redelijk neutraal mee om. Mijn moeder kon het wat beter accepteren dan mijn vader. Hij is wat conservatiever. We komen van origine uit Schotland, daar is het sowieso wat conservatiever dan in Nederland. Mijn TU/e-collega’s reageerden allemaal heel positief. Maar af en toe kom ik in de kleedkamer op het sportcentrum, dan hoor ik vooral voetbalteams met elkaar kletsen over de wedstrijd en daarbij gebruiken ze nog wel te pas en te onpas het woord ‘homo’. Soms heb ik dan de neiging om te zeggen: 'Hey, had je het tegen mij?’ - maar dat is misschien te disruptief. Of dan zijn ze wellicht bang dat ik ze direct bespring; ook zo’n vooroordeel dat er nog steeds is. Bij zulk flauw gedrag of bij gescheld met ‘homo’ of ‘flikker’ denk ik; ‘Jongens kom op, doe eens volwassen’. Misschien is het iets van deze tijd en komt er over een tijd weer een ander scheldwoord. Maar voor nu wordt homo of flikker nog steeds geassocieerd met iets negatiefs en dat is jammer.”

“Op dit moment zou ik oprecht geen behoefte hebben aan een relatie met een vrouw. Daartoe voel ik me niet aangetrokken nu. En volgens mijn man zal het ook niet meer voorkomen en was die twintig procent iets uit het verleden. Maar ik geloof dat ik toen echt verliefd was op mijn vrouw. Zoals ik dat nu ook echt ben op mijn man.”


“Chloe is mijn nieuwe naam”

Bachelorstudent Technische Natuurkunde Chloe van den Heuvel (25) had niet echt hoop meer voor  de toekomst. Er was een gebrek aan een sociaal leven, deels veroorzaakt door een sociale angststoornis.

Chloe: “Als kind kreeg ik daarnaast ook de diagnose autisme, die ik overigens maar deels kon plaatsen. Ik denk dat mijn uitdagingen met sociale interactie ook te maken hadden met het transgender zijn. Iets meer dan twee jaar geleden realiseerde ik me pas dat ik transgender was. Ik had al wel veel langer dat soort gevoelens, maar kon ze niet helemaal plaatsen. Ik negeerde en onderdrukte ze voor lange tijd. De verandering kwam toen ik twee jaar geleden een psycholoog bezocht en daar mijn gevoelens hardop deelde. Ik ben toen ook meer mijn emoties gaan uiten door te tekenen: bijvoorbeeld ik als vrouw en ik als man. Het werd mij duidelijk dat ik mezelf heel graag als vrouw zie. Daar ben ik mee verder gegaan. Op YouTube heb ik gekeken naar filmpjes van transvrouwen en ik realiseerde me dat ik me ook zo voelde.”

Sinds ik hormonen neem, ben ik veel opener geworden

Chloe van den Heuvel
Bachelorstudent Technische Natuurkunde

“Al snel kwam daarna het moment van: 'Oh shit, ik weet nu zeker dat ik dit ben’. ‘Oh shit’ omdat ik me ook realiseerde wat daar allemaal aan vast zit. De gedachte ‘Waar begin ik nu aan?’ speelde door mijn hoofd. Ik ben van plan om veel te veranderen, ook mijn geslachtsorgaan. Sinds eind mei neem ik testosteronblokkers. Vrij snel erna begon ik met de vrouwelijke hormonen (oestrogeen). Ondertussen zie ik echt al behoorlijke verschillen: ik ben veel spiermassa verloren in mijn armen, mijn nek is dunner en zelfs mijn voeten zijn kleiner geworden. Of liever gezegd: minder breed. Ik heb nu maat 42 en kan ook bij de damesschoenen wat uitkiezen. Mijn huid is zachter geworden en de borstgroei gaat voorspoedig. Daarnaast heeft de laserhaarverwijdering ook al veel effect. Het voelt alsof alles langzaam begint te kloppen. Ik ben, sinds ik hormonen neem, ook veel opener geworden, ben minder verlegen. Ik ga nu bijvoorbeeld ook naar borrels en activiteiten van Compass. En ik heb me aangemeld voor hun eventcommissie.”

“Chloe is mijn nieuwe naam, passend bij de vrouw die ik me voel nu ik mijn transitie ben gestart. Die naam is in april meteen al officieel vastgelegd. Mijn familie moest zeker wel even wennen aan mijn nieuwe naam, die kenden me al zo lang onder mijn oude naam, Peter. Bij vrienden ging het allemaal wat makkelijker en bij Compass kon ik me al direct voorstellen als Chloe.”

Vieze flikker

“Voor mij was het een gefaseerde coming-out. Mijn moeder was de eerste aan wie ik het vertelde, vrij snel al na mijn realisatie. Zij heeft me altijd overal in gesteund, heel goed ook. Ze vond het wel moeilijk. Niet omdat ze ertegen was, maar meer om wat ik zou gaan doormaken. Daarna vertelde ik het aan mijn beste vriend en mijn zusje; die reageerden ook heel positief. Mijn broertje hoorde het wat later en die vond het ook wat moeilijker. Mijn vader kwam als laatste. Hij zei dat ik moest doen wat goed voelde, maar ik hoorde zijn stem wel kraken. Hij vond het moeilijk, maar liet het toen niet blijken.”

“Op de universiteit heb ik geen openlijke coming-out gedaan eigenlijk. Ook omdat ik hier niet zoveel mensen ken; ik was altijd vrij gesloten. Ik ging wel vrouwenkleding dragen, maar eerst de wat neutralere dingen. Nu ik er meer als vrouw uitzie, is het ook wel duidelijker. Ik heb korte tijd wel wat opmerkingen gehad. Dan hadden mensen niet door dat ik transgender ben; dan dachten ze dat ik homo ben en maakten ze daar opmerkingen over. Mijn moeder zegt dat mensen wel veel naar me staren. Op het station van Lelystad werd eens ‘vieze flikker’ naar me geroepen. En ergens anders ‘vieze homo’ door een groep kinderen. Ik zeg dan meestal niks en denk vaak ‘laat maar’, zeker de eerste keer toen de situatie vrij donker en dreigend was. De tweede keer was ik meer teleurgesteld; dat kinderen al zo denken.”

Lesbisch

“Ik val op vrouwen, dus nu ben ik lesbisch. Ik viel voor mijn bewustwording ook al op vrouwen, maar sloot me af. Het voelde verkeerd om op die manier als man een relatie te hebben. Toen ik me realiseerde dat ik transgender ben, merkte ik dat de verliefdheid die ik destijds voelde voor een bepaald meisje, deels jaloezie was: ik wilde ook zoals zij zijn. Nu, als vrouw, voelt het idee van met een vrouw samen zijn beter. Vooral sinds ik die hormonen slik, sta ik daar meer voor open. Ik heb nu wel iemand op het oog die ik eigenlijk deze week mee uit wil vragen. Ook een meisje dus, maar zij is niet transgender. Ik ken haar nog niet zo lang; sinds de Intro dit jaar. In die week heb ik veel nieuwe mensen leren kennen, omdat ik bij de introcommissie van Compass ben gegaan.”

“Om me volledig vrouw te voelen, wil ik nog enkele operaties. Voor de meeste operaties zijn lange wachtlijsten. Ik heb van het ziekenhuis in ieder geval de goedkeuring voor het traject gehad en de hormoonbehandeling is dus al even bezig. De operaties van mijn geslachtsdeel en enkele dingen in mijn gezicht, zoals de adamsappelverkleining of kaaklijncorrectie, zouden op zijn vroegst medio 2020 kunnen plaatsvinden. Ik kijk daar wel naar uit, ook al gaat het pijnlijk zijn. Het is gewoon iets wat ik echt wil. Er is nog een lange weg te gaan, maar ik heb weer hoop voor de toekomst.”


“Een grote sprong in het diepe”

Bachelorstudent Industrial Design Nathan Pottier (20) kwam pas een paar jaar geleden uit de kast als homo. Hoewel dat niet zijn eerste coming-out was.

"Op veertienjarige leeftijd kwam ik voor het eerst naar mijn vrienden uit de kast als biseksueel, omdat ik toen niet helemaal zeker was of ik de voorkeur gaf aan jongens, meisjes of beiden. Dat was een periode in mijn verwarrende tienerjaren. Die eerste keer was online, via een bericht. Ik voelde een intens stressgevoel in me toen ik dat bericht stuurde, omdat ik niet zeker wist wat mensen zouden antwoorden. Ik kende geen mensen die uit de kast waren, dus het voelde als een grote sprong in het diepe. Maar ik kreeg de liefste reacties. Mensen zeiden: 'We houden van je zoals je bent' en 'Oh Nathan, denk je dat we dat niet wisten?'. Maar digitaal uit de kast komen was natuurlijk een relatief makkelijke manier.”

De positieve reacties hadden een sneeuwbaleffect: uit de kast komen werd steeds gemakkelijker

Nathan Pottier
Bachelorstudent Industrial Design

“Omdat ik ben opgegroeid in verschillende landen, had ik ook het gevoel dat ik meerdere keren uit de kast moest komen. Ik heb vrienden op verschillende plaatsen en heb op verschillende scholen gezeten; eerst in Cambodja en Australië, later in Thailand en Frankrijk, nu in Eindhoven. Thailand was de tweede plaats waar ik besloot uit de kast te komen, maar deze keer ‘in het echt’. Op mijn school in Thailand was er maar één man openlijk homo. Dus ik had niet veel voorbeelden en kon de mentaliteit niet goed inschatten - en ook niet wat te verwachten. Ik kwam uit de kast bij een vriendin en kreeg een superlieve reactie van haar. Die positieve reacties hadden een sneeuwbaleffect: daarna werd uit de kast komen steeds gemakkelijker voor me. Toen ik zestien was, vertelde ik mijn ouders dat ik homo ben. De reden dat ik er zo lang over deed om bij mijn ouders uit de kast te komen, is omdat ik zeker van mijn zaak wilde zijn en de boodschap met zekerheid aan mijn ouders wilde brengen. Mijn vrienden wisten toen ook dat ik van biseksuele gevoelens ben overgegaan naar homoseksuele gevoelens.”

'Ik heb het eerst aan mijn vader verteld, die nadien een tijdje stil bleef. Hij vertelde me dat ik waarschijnlijk uitdagingen zou tegenkomen waarbij hij me niet zou kunnen helpen. Destijds wist ik niet zeker of dat betekende dat hij het niet volledig accepteerde. Maar later besefte ik dat hij het goed bedoelde en alleen wilde zeggen dat het een andere weg was dan hij had genomen, en hij dus niet ervaren was op dat gebied. Mijn moeder was behoorlijk emotioneel. Maar mijn beide ouders zeiden dat het prima is om te zijn wie je wilt zijn en ze zeiden ook: 'Houd je opties open, want je bent nog een tiener'. Toen dacht ik: ‘Die fase heb ik al doorgemaakt’, want in de voorgaande twee jaar was ik van biseksueel naar homo gegaan. Toen ik nog biseksuele gevoelens had, voelde ik me meer aangetrokken tot de mentaliteit van meisjes, maar het lichamelijke van jongens. Ik zag verschillende vormen van aantrekkingskracht in de verschillende geslachten."

Geen problemen

“Na mijn afstuderen in Thailand ging ik naar de universiteit in Frankrijk, dus opnieuw wist ik niet zeker hoe mensen zouden reageren. Maar ik besloot ook daar uit de kast te komen en de mensen waren wederom positief. Ik denk niet dat ik ooit problemen heb gehad met uit de kast komen: ik heb geluk gehad. Hier ken en zie ik mensen die die problemen wel hebben, maar dat kan ik voor mijzelf dus niet zeggen. Ik ben ook lid van Lucid (studievereniging van Industrial Design, red.) en daar voelde ik me ook direct geaccepteerd. Maar ik houd mijn seksualiteit wel voor mezelf. Dat wil zeggen: ik schreeuw het niet van de daken. Om een ​​voorbeeld te geven: mijn huisgenoten kwamen naar me toe om te vragen of ik homo ben, ik ging niet zelf naar hen toe om het te delen. En als het ter sprake komt in een gesprek, zal ik het niet uit de weg gaan, maar het is niet het eerste wat ik mensen vertel. Het is niet zo dat ik bang ben voor het oordeel van mensen, maar meer dat ik geen persoon ben die graag de aandacht naar zich toe trekt."

Nog in de kast?

Compass is momenteel bezig met het opzetten van een ‘nog-in-de-kast-groep’. De gedachte hierachter is dat er zo een veilige plek gecreëerd wordt voor degenen die nog in de kast zitten en willen praten met anderen over hun gevoelens of op zoek zijn naar steun. Als je graag wilt deelnemen, kun je contact opnemen met Compass.

Deel dit artikel