Begin juni uitsluitsel over exchange TU/e-studenten

Een paar maanden in Beijing, Melbourne, Berlijn of Atlanta studeren? Het is de vraag wanneer dat weer kan. Nederlandse universiteiten en hogescholen overwegen om de internationale uitwisseling een poosje uit te stellen. Vrijdag beslist de TU/e of haar studenten komend najaar op exchange kunnen.

door
foto Maxime Theeuwes en Jan Biert

De TU/e vindt het belangrijk dat haar studenten internationale ervaring opdoen tijdens hun studieperiode aan de TU/e, zo staat in de studiegids. Helaas gooit COVID-19 roet in eten en is het nog niet duidelijk of de universiteit haar studenten in het eerste semester van komend collegejaar naar het buitenland wil laten gaan. Er is een notitie opgesteld - ‘Doorgang exchange gedurende het 1e semester 2020/21’ - die deze week door meerdere overlegorganen wordt besproken. “Er wordt naar gestreefd dat het College van Bestuur hierover een definitief besluit neemt op 28 mei, komende vrijdag", zegt Inge Adriaans, beleidsmedewerker Internationalisering TU/e. "In de eerste week van juni zullen studenten en partneruniversiteiten over dit besluit geïnformeerd worden.”

Aan de Universiteit van Amsterdam hebben ze de knoop al doorgehakt: studenten kunnen na de zomervakantie niet op uitwisseling naar het buitenland. Uitwisselingsstudenten kunnen in het eerste semester ook niet naar de UvA komen. Die beslissing is genomen “in nauw overleg met de andere Nederlandse universiteiten”, al hebben de meeste andere er nog niets over aangekondigd. Maar de beslissing komt natuurlijk niet uit de lucht vallen.

Reislustig

Zelfs de meest reislustige studenten zullen vermoedelijk aarzelen om alvast een ticket te boeken of een kamer te huren. Vrijwel alle uitwisselingsprogramma’s zijn dit collegejaar voortijdig afgebroken (of online voortgezet) vanwege de coronacrisis. Niemand weet wanneer die weer voorbij is. In maart kwamen meer dan honderd TU/e-studenten min of meer halsoverkop naar Eindhoven terug.

Het Nationaal Agentschap Erasmus+ heeft tussen 18 april en 8 mei zijn licht opgestoken bij de bureaus buitenland van 36 hogescholen en 12 universiteiten. In die weken overwoog bijna de helft om de uitwisseling in het eerste semester van het nieuwe studiejaar af te blazen. Het zullen er niet minder zijn geworden.

Blended mobility

Het is dus zoeken naar alternatieven. Tachtig procent is positief over alternatieve programma’s als blended mobility. Daarin krijgen de studenten eerst online les en gaan ze pas naar het buitenland als de kust veilig is.

Aan de TU/e hebben de deans van het Bachelor College en de Graduate School aan de opleidingsdirecteuren gevraagd om voor de langere termijn na te denken over alternatieve vormen van het International Experience-programma. Adriaans: “Er zijn naast blended mobility ook vele andere vormen denkbaar en het ontwikkelen van alternatieve vormen van exchange kost tijd.”

Blended mobility is verre van ideaal, erkent Jeroen Wienen, woordvoerder van Erasmus+. “Maar het voordeel is dat je dan toch met andere studenten in een international classroom terechtkomt, bij een buitenlandse instelling met een heel andere onderwijscultuur dan de Nederlandse. Ook dat kan een leerzame ervaring zijn. En de hoop is natuurlijk dat je na een tijdje alsnog naar het buitenland kunt afreizen.”

Erasmusbeurs

Krijg je een Erasmusbeurs voor zo’n online programma? Waarschijnlijk wel, maar hoeveel precies is nog even de vraag. De hoogte van de beurs is normaal gesproken afhankelijk van je bestemming (goedkoper land? Lagere beurs!). Als studenten het buitenlandse programma vanuit hun eigen land moeten volgen, zijn de kosten lager: ze hebben geen reiskosten en geen extra verblijfkosten. Eind deze maand wordt een besluit vanuit Brussel verwacht.


Op de hoofdfoto zie je TU/e-studenten Maxime Theeuwes en Jan Biert, die precies een jaar geleden in het buitenland studeerden en erover schreven in Cursors buitenlandrubriek 'En hoe is het in'.

Deel dit artikel