Toekenning PhD-plekken uitgesteld om standpunt Israël
De beslissing over zes toekenningen voor promotieplekken binnen het EuroTech PhD Program is met drie maanden uitgesteld tot september. Dat heeft de TU/e besloten als gevolg van het recente besluit van het CvB om de samenwerkingen met Israëlische partijen te bevriezen.
Vorige maand paste de TU/e haar standpunt aan wat betreft de samenwerking met Israëlische partijen. De TU/e liet weten de institutionele samenwerking met de Israëlische universiteit Technion te bevriezen en vóór 15 juli een commissie in te stellen die gevoelige samenwerkingen gaat beoordelen. Dat heeft direct gevolgen voor de toekenning van nieuwe promotieplekken binnen het EuroTech PhD Program, waarover begin juli een besluit zou worden genomen. Deze beslissing is met drie maanden uitgesteld tot september.
Het EuroTech PhD program is een programma van de TU/e zelf. “We stimuleren hiermee samenwerking met de EuroTech-partners”, licht woordvoerder Ivo Jongsma toe. “In dit programma krijgen TU/e-onderzoekers een promotieplek deels gefinancierd. De voorwaarde is dat het promotieonderzoek plaatsvindt samen met een partner in EuroTech, onder co-supervisie, dus met zowel supervisie aan de TU/e, als aan de partnerinstelling.”
De promovendus gaat gedurende het promotietraject, dat in principe vier jaar duurt, een halfjaar naar de partnerinstelling. Het programma bestaat sinds 2022. Sindsdien heeft de TU/e voor 27 promotieplekken financiering toegekend. Twee daarvan zijn in samenwerking met Technion. “Aangezien dit lopende projecten betreft, lopen deze conform de beslissing van het CvB door”, aldus Jongsma. “Ze zullen later door de op te richten Commissie Gevoelige Samenwerkingen tegen het licht worden gehouden.”
Horizon Europe
In het kader van het programma zou begin juli een beslissing worden genomen over de zes toekenningen voor promotieplekken van dit jaar. Jongsma: “We hebben dat moment uitgesteld tot september, om te voorkomen dat de situatie kan ontstaan dat we trajecten in gang zetten die op korte termijn weer stopgezet moeten worden, na evaluatie door de commissie. De indieners zijn hiervan op de hoogte gesteld.”
Daarnaast loopt er nog een aanvraag voor een project binnen Horizon Europe, het EU-programma voor onderzoek en innovatie. Israël neemt ook deel aan dit onderzoeksprogramma. De TU/e werkt onder de vlag van Horizon aan projecten binnen onderzoeksconsortia, waarin ook een Israëlische partij een van de partners is. Om die reden heeft de TU/e voor het betreffende project in Brussel enkele weken uitstel gevraagd, als gevolg van de beslissing om de Commissie Gevoelige Samenwerkingen in te stellen.
Commissie Gevoelige Samenwerkingen
In antwoord op vragen over de uitvoering van het besluit om de samenwerking met Israëlische partijen te bevriezen, laat woordvoerder Ivo Jongsma weten dat “er gewerkt is aan de operationalisatie van het besluit”. “Vooral belangrijk is de nadere precisering van het besluit om geen nieuwe, institutionele samenwerking aan te gaan, tot het moment dat de commissie operationeel is. Het CvB beslist hierover zo spoedig mogelijk.”
Verder heeft het CvB een voorstel opgesteld over de in te vullen rollen en het verwachte tijdsbeslag ervan voor de leden van de Commissie Gevoelige Samenwerkingen. Tegelijkertijd wordt nagedacht over personen die deze rollen kunnen gaan invullen. Het streven blijft om de commissie op 15 juli ingesteld te hebben. Wanneer de commissie is ingesteld, gaan de commissieleden aan de slag om te komen tot een toetsingskader waarmee projecten beoordeeld gaan worden.
De TU/e heeft inmiddels een intranetpagina in het leven geroepen over gevoelige samenwerkingen, die continu wordt aangevuld met de meest recente informatie.
Discussie