TU/e maakt draai in samenwerking met Israëlische partijen

De TU/e bevriest de institutionele samenwerking met de Israëlische universiteit Technion. Ook stelt ze voor 15 juli een commissie in die gevoelige samenwerkingen gaat beoordelen. Dat heeft het College van Bestuur (CvB) maandag meegedeeld tijdens de vergadering van de universiteitsraad.

door
foto timyee / iStock

Het universiteitsbestuur geeft hiermee naar eigen zeggen gehoor aan een groeiend onbehagen binnen de eigen organisatie vanwege de aanhoudende en verergerde mensenrechtenschendingen door de Israëlische regering in Gaza. Terwijl op het grasveld tussen Atlas en Matrix pro-Palestinademonstranten een kamp hebben opgebouwd, spreekt collegevoorzitter Koen Janssen de universiteitsraad toe.

“Wij zijn van mening dat ongebreidelde samenwerking met Israëlische partners, met name partners met sterke banden met de Israëlische defensiesector, leidt tot morele medeplichtigheid. Wat onze positie precair maakt, is dat de TU/e veel samenwerkt met Israëlische partners. Onze meest opvallende connectie is de institutionele samenwerking met de universiteit Technion.”

Om deze reden heeft het bestuur besloten om de institutionele samenwerking met Technion te bevriezen en voor 15 juli een commissie in te stellen die na installatie allereerst bestaande samenwerkingsprojecten en -programma’s met Israëlische universiteiten en bedrijven gaat beoordelen. In de tussentijd zal de TU/e geen nieuwe institutionele samenwerkingen aangaan.

Dit nieuwe standpunt is een opvallende draai. Recent gaf het bestuur nog aan niet te willen tornen aan de samenwerking met Israëlische universiteiten. Niettemin benadrukt Janssen ook nu ‘dat geen van de projecten een militair karakter heeft, noch gericht is op defensietoepassingen’. “We twijfelen dus niet aan de morele integriteit van deze projecten, wat betreft de inhoud van de wetenschap zelf.”

Tevreden, maar bezorgd

De universiteitsraad reageert overwegend tevreden op het aangepaste standpunt. Wel zijn er enige zorgen over de uitvoering van het besluit. Er wordt gewezen op andere universiteiten die een ethische commissie hebben ingesteld en die om verschillende redenen nog niet tot resultaten zijn gekomen. Janssen belooft namens het bestuur transparant te zijn over de voortgang het onderzoek.

Kritische vragen komen wel vanuit het publiek, waar een deel van de pro-Palestinademonstranten heeft plaatsgenomen. Wanneer een van hen het woord neemt, wordt snel duidelijk dat het niet de bedoeling is dat het publiek deelneemt aan de vergadering. Even lijkt de groep de bijeenkomst te willen verstoren, tot de voorzitter van de universiteitsraad voorstelt om hun vragen te delen met een lid van de universiteitsraad, die ze op een later moment kan voorleggen aan het bestuur.

Stap in goede richting

Ondertussen laten de demonstranten buiten via een woordvoerder weten dat ze voorzichtig het besluit van het College van Bestuur 'vieren'. “Wij geloven dat het bestuur een stap in de goede richting zet door de ethische verantwoordelijkheid van onze universiteit met betrekking tot mensenrechtenschendingen te erkennen.”

Naast optimisme is er ook scepsis binnen de groep. “De aanwezigheid van de nieuwe commissie betekent niet automatisch dat de banden met alle instellingen die betrokken zijn bij genocide zullen worden verbroken.” De demonstranten zetten hun campagne voort om steun te werven voor het verbreken van alle banden met Israëlische en fossiele brandstofbedrijven.

Deel dit artikel