door

Beste Hans,

29/04/2015

In de zeven jaar dat ik Innovation Sciences studeerde, heb ik als rector alleen maar jou gekend. Je maakte altijd wel indruk op me, met je Rotterdamse bretels, Feyenoord-hart en licht-norse blik. Ik kon me altijd goed indenken dat je lid was van de ‘Ik Schijn Boos Te Kijken’-Hyve.

In 2009 ontmoette ik je voor het eerst, tijdens een donkere dinsdag in december. Er werd flink geleut aan de ronde gesprekstafel, maar plots vloog je er met gestrekt been in: “Dus, Alain was het hè, leg mij eens uit: waarom hoort technische innovatiewetenschappen op een technische universiteit thuis?”.

Je keek glunderend de verstilde tafel rond. Volgens mij róók je dat wij placebo-bèta’s veel te weinig differentiaalvergelijkingen hadden opgelost in onze interdisciplinaire levens. Met een spreek-dv/dt van heb-ik-jullie-ooit-iets-wiskundigs-zien-doen cijferde je de menselijke maat weg en pleegde je alfa-genocide aan de gesprekstafel.

Ik deed het eigenlijk nooit goed bij je. Ook al was ik Honors-student, jouw pittige kritiek op onrendabele studentbestuurders in 2009 maakte van mijn fulltime bestuursfunctie een futiliteit. Hoe kon het ooit nog goedkomen tussen jou en mij?

Tot mijn grote verbazing en blijdschap draaide je later bij. Alsof iemand John Williams had gebeld voor het programma ‘Help, mijn man is een koppige bèta’. Dat socio-technische en interdisciplinaire dat je eerst zo verguisde, omarmde je plots in het Bachelor College. Plots liet je iedereen Technische Innovatiewetenschappen studeren!

Je Fourier-transformeerde in een rector voor heel de TU/e, met een beleid voor internationalisering, ingenieurs van de toekomst en vooral een manier om de rendementen te verhogen zonder daarmee telkens iedereen tegen de schenen te schoppen.

Vol trots droeg jouw Feyenoord-hart vorige week, na afloop van de universiteitsraadsvergadering, zelfs een PSV-sjaal. 010, 040 of 10-0: het maakt allemaal niet meer uit. Hans, je bent de rector van iedereen.

Een uitgebreide versie van deze column is afgelopen dinsdag voorgelezen bij het informele afscheid van Hans van Duijn.

Deel dit artikel