Foto | Shutterstock
door

UR | Hogere kwaliteit van ons onderwijs

29/10/2018

Na enkele maanden brainstormen en discussiëren hebben het College van Bestuur en de Universiteitsraad overeenstemming bereikt over de investeringen van de kwaliteitsafspraken. Het geld hiervoor is beschikbaar gesteld door de overheid na de afschaffing van de basisbeurs. De overeenkomst maakt de TU/e de eerste universiteit van Nederland waarvan het investeringsplan is goedgekeurd. In deze column reflecteert de Universiteitsraad op het plan.

In 2015 werd de basisbeurs afgeschaft. Het geld dat hiermee bespaard wordt, zou worden geïnvesteerd in de kwaliteit van het hoger onderwijs. Voor onze universiteit komt dit neer op een bedrag van drie miljoen euro dit jaar, dat geleidelijk naar jaarlijks zeven miljoen euro zal oplopen.

Het geld dat beschikbaar komt voor investeringen is geld dat van alle studenten komt. Daarom was één van onze belangrijkste uitgangspunten bij het opstellen van het plan, dat het geld ook echt aan maatregelen besteed wordt die voor alle studenten profijt opleveren. Dit betekent dat we geen investeringen wilden zien in excellentieprogramma’s voor specifieke groepen studenten, of bijvoorbeeld investeringen die enkel voor de grotere studies nuttig zouden zijn. Verder vonden we het ook zeer belangrijk dat het geld daadwerkelijk geïnvesteerd werd in de kwaliteit van het onderwijs, waarvoor het geld ook bedoeld is, en dus niet om bijvoorbeeld de snelle groei van de universiteit op te vangen.

Inhoud van het plan

Een van de voornaamste doelen in dit plan is een investering in kleinschalig en intensief onderwijs. Dit zal gedaan worden door meer tijdelijk personeel en teaching assistants aan te nemen, wat kleinere projectgroepen mogelijk zal maken. Tegelijkertijd kunnen zij bepaalde taken van het vaste personeel overnemen, waardoor zij zich meer op onderwijs kunnen gaan richten. Verder zal er worden geïnvesteerd in experimenten met challenge-based learning, wat in overeenstemming is met de TU/e Strategy 2030.

Een ander interessant doel is het investeren in meer streaming en videocolleges. Hierbij vonden we één ding heel belangrijk: de investeringen mogen niet gebruikt worden als middel om massacolleges beter op te vangen. In plaats daarvan zal er extra geïnvesteerd worden wanneer de kwaliteit van een vak hierdoor verbetert, ongeacht of 25 of 250 studenten het vak volgen.

Naast deze onderwerpen zijn er nog enkele andere doelen in het plan opgenomen. Voorbeelden hiervan zijn verdere ontwikkeling en ondersteuning van het gebruik van ICT in onderwijs, extra trainingen voor docenten, een pilot voor studenten om badges voor bepaalde skills of activiteiten te behalen en nieuwe manieren van samenwerking met het ecosysteem van de universiteit. Vanzelfsprekend zal de voortgang van deze doelen gemonitord worden, en indien nodig kan het plan in de toekomst nog worden aangepast.

Landelijke discussie

De afschaffing van de basisbeurs is nog altijd een controversieel onderwerp onder studenten. Helaas is dit niet een onderwerp waar wij als Universiteitsraad zeggenschap over hebben. We hebben dat echter wel over de vraag hoe de hieruit resulterende gelden kunnen bijdragen aan de kwaliteit van onze onderwijsprogramma’s.

In heel Nederland lopen aan universiteiten nog steeds lastige discussies over hoe dit geld besteed moet worden. Als we de situatie in Eindhoven vergelijken met andere universiteiten, zijn wij er tevreden over dat het proces bij ons soepel is verlopen, wat er ook in resulteert dat de TU/e de eerste universiteit is waarop met het plan voor deze investeringen is ingestemd. De TU/e staat al voor een hoge kwaliteit van onderwijs. We hopen dat met deze nieuwe investeringsplannen deze kwaliteit nog verder kan worden verbeterd.

Deel dit artikel