“De TU/e heeft veruit het hoogste aandeel jonge wetenschappers, jonger dan 35 jaar”, zo verklaart René Vlemmings van Dienst Personeel & Organisatie (DPO). “Deze jonge wetenschappers bezetten veelal functies met een tijdelijk karakter, zoals TOIO, postdoc en promovendus.” Technisch Ontwerpers in Opleiding (TOIO’s), die een -uiteraard tijdelijk-  traject volgen tot PDEng, bestaan alleen aan de technische universiteiten. De TU/e heeft hiervan veruit de meeste (228). In de analyse van de VAWO zijn deze onderzoekers echter geschaard onder de gepromoveerde wetenschappers.

Ook het opvallend hoge percentage vrouwelijke wetenschappers in tijdelijke dienst aan de TU/e (volgens de telling van de VAWO maar liefst 78 procent, exclusief promovendi) komt waarschijnlijk grotendeels doordat een relatief groot deel van deze vrouwen nog aan het begin van hun wetenschappelijke carrière staat. Net als landelijk is ook aan de TU/e de laatste jaren een toename zichtbaar van (jonge) vrouwelijke wetenschappers. Die zijn daardoor relatief vaak als postdoc of TOIO in tijdelijke dienst.

Toch is landelijk een duidelijke trend waarneembaar naar meer tijdelijke contracten voor wetenschappelijk personeel aan universiteiten. De VAWO vreest dat dit de continuïteit van onderwijs- en onderzoeksprogramma’s bedreigt. De vakbond vindt dat deze kernactiviteiten uitgevoerd moeten worden door medewerkers in vaste dienst.  Docenten zouden minder tijd steken in het vernieuwen van hun colleges als ze verwachten binnenkort elders aan de slag te moeten. Die stelling wordt overigens tegengesproken door de vereniging van universiteiten VSNU, onder meer op basis van een onderzoek van Leidse studenten.