Mart Wetzels. Foto | Rien Meulman

Sluitstuk | Een gevoelig babyhart

Bij te vroeg geboren baby's worden hartslag en ademhaling voortdurend gecontroleerd. Vaak gebeurt dat met een koude stethoscoop. Niet echt prettig voor de baby en van de schrik kunnen waardes ineens afwijken. ID’er Mart Wetzels, enkele maanden geleden afgestudeerd, ontwierp een comfortabele methode om prematuren continu te monitoren. Naast ondersteuning voor de medische staf biedt het ook ouders nieuwe mogelijkheden: zo kunnen zij de hartslag en ademhaling van hun in het ziekenhuis verblijvende baby thuis op het nachtkastje zetten.

“Een heel klein handje pakte mijn duim, die ineens enorm groot leek. Een baby’tje van nog geen dertig weken, maar toch al voldoende kracht om zachtjes te knijpen. Indrukwekkend”, vertelt Mart Wetzels met zachte stem. Bij de start van zijn afstudeerproject liep hij een dag mee met een verpleegkundige op de afdeling Neonatologie van het Máxima Medisch Centrum. Naast praktische zaken praatte hij ook met enkele ouders die een kindje op de afdeling hebben liggen over hun ervaringen en wensen.

“Het was al snel duidelijk dat we aan de slag gingen met continue monitoring, maar dan wel zonder extra snoeren aan het kindje. Daarvan liggen er in de couveuse al genoeg. Ik heb uiteindelijk sensoren kunnen integreren in de Snuggle, een speciaal ‘nestje’ waarin prematuren liggen voor extra geborgenheid en een goede houding.” Mart gebruikte kleine microfoontjes  - zoals je die ook in mobiele telefoons kunt vinden - en maakte de constructie zo dat deze niet konden bewegen. Een technische uitdaging: signalen moesten door het materiaal van de Snuggle heen opgepikt worden, in een relatief gehorige ruimte en de sensoren mochten uiteraard niet voelbaar zijn.

De eerste resultaten, bij volwassen proefpersonen, zijn zo positief dat er nu een aanvraag loopt voor een trial op de NICU - de neonatale intensive care unit. Artsen en verpleegkundigen zijn enthousiast over de mogelijkheid om continu de lichaamsgeluiden te kunnen controleren, waardoor ze bepaalde afwijkingen mogelijk sneller kunnen herkennen.

Een berg medische informatie, daar moet meer mee te doen zijn, dacht Mart. Als verlengstuk van het project Continious Auscultation ontwierp hij daarom ook de Connector, een houten cilinder met een zacht membraan erop. Door deze op je borstbeen te houden kun je de hartslag van de premature baby voelen, die van binnenuit wordt afgespeeld. “Ouders geven aan behoefte te hebben aan iets tastbaars van hun kindje, dat daar zo kwetsbaar tussen de snoeren ligt, buiten hun bereik. Het is mooi dat we zo de medische gegevens op een geheel andere manier kunnen gebruiken en ouders een stukje van hun baby kunnen meegeven. Toch zitten er ook ethische kwesties aan de Connector waar nog hard over gedacht moet worden. Want wat als bijvoorbeeld de sensoren uitvallen en ouders ineens het hartje niet meer voelen?”

Met deze vraagstukken maar vooral ook de technische haken en ogen gaat een promovendus zich bezighouden, in een gecombineerd project van de TU/e, Philips en het MMC. Ook Mart is net van start gegaan met een promotietraject. Weliswaar op dezelfde afdeling en hij blijft langs de zijlijn betrokken bij Continious Auscultation en de Connector, maar zelf duikt hij nu een heel ander onderzoeksveld in. “Ik ga mijn hart storten op gedragsveranderingen bij patiënten met cardiovasculaire aandoeningen in het EU-project DO CHANGE. Tijd voor een nieuwe uitdaging.”

Deel dit artikel