Eline Sijbesma. Foto | Rien Meulman

Sluitstuk | Een dubbelrol voor rode druif en sojaboon bij borstkanker

Voedingsmiddelen en kanker, het is al jaren een veelbesproken onderwerp. Maar achter de vele aannames schuilen vooral veel onduidelijkheden. Zo ook over rode druiven, sojabonen en hun rol in borstkanker. BMT-studente Eline Sijbesma kroop bij het Nederlands Kanker Instituut (NKI) achter de microscoop in een poging de wetenschappelijke waarheid boven tafel te krijgen.

In rode druiven en sojabonen zit een stof die sterk lijkt op het vrouwelijke hormoon oestradiol. Zo sterk dat deze stof ook kan binden aan de oestrogeenreceptor en in de cellen van ons lichaam allerlei processen aan kan zetten. Bij hormoonafhankelijke borstkanker - zo’n vijfenzeventig procent van de borstkankergevallen - is de oestrogeenreceptor betrokken bij de ontwikkeling en groei van de tumor. Er zijn al veel studies geweest naar de rol van rode druiven en sojabonen bij hormoonafhankelijke borstkanker: kunnen ze tumorontwikkeling in de hand werken of hebben ze juist een beschermend effect?

Ook BMT-studente Eline Sijbesma dook voor de start van haar afstudeeronderzoek de literatuur in. “Er zijn net zoveel artikelen te vinden die de groei van kankercellen door deze stoffen claimen, als artikelen die beschrijven dat ze een positief effect hebben. Een heel interessant vraagstuk. Fundamenteel gezien omdat we graag willen weten hoe resveratrol - uit rode druiven - en genisteine - uit soja - precies aan de oestrogeenreceptor kan binden en wat het daarna met de receptor kan doen, maar ook omdat het voor de patiënt belangrijk is. De meeste vrouwen krijgen nu Tamoxifen als anti-tumor therapie, maar lopen het risico op resistentie. Een voedingsadvies zou de effectiviteit van de behandeling kunnen vergroten. En in de verre toekomst kunnen we misschien zelfs een nieuw geneesmiddel uit resveratrol of genisteine ontwikkelen.”

Eline bekeek tijdens haar afstudeeronderzoek - een samenwerking tussen de TU/e-vakgroep Chemische Biologie en het NKI - met diverse technieken wat er precies met de oestrogeenreceptor gebeurt in aanwezigheid van rode druif en soja. “In Eindhoven deed ik vooral biochemisch werk, in een reageerbuisje kijken hoe geïsoleerde eiwitten met elkaar interacteren. Onder de microscoop in Amsterdam kon ik echt zien wat er zich in een borstkankercel afspeelt. Fluorescente moleculen toevoegen en dan een half uur lang de cellen imagen. Heel spannend. Met superresolutie microscopie konden we zelfs de complexvorming van één enkele oestrogeenreceptor bestuderen. We zien dat resveratrol en genisteine in lage concentraties de oestrogeenreceptor kunnen activeren, maar bij hoge concentraties juist remmend werken. De grote hamvraag waar deze stoffen dan precies aan de receptor binden, hebben we helaas nog niet opgelost. Mensen denken altijd dat natuurlijke middelen veilig en gezond zijn, maar we komen erachter dat we hier nog helemaal niet zoveel over weten. Dan is gedegen onderzoek des te belangrijker.”

Hoewel het aan het begin even ploeteren was om de samenwerking op te starten, vloog uiteindelijk het jaar voorbij. Met vele hoogtepunten, zoals het bijwonen van een congres in het Tropeninstituut waar Eline zich ineens tussen de gerenommeerde kankerbiologen bevond die “daar bijna een show weggaven, zo fantastisch”. Haar enthousiasme leverde haar al twee mogelijke promotieplekken op in het grensvlak tussen de chemie en biologie, “helemaal mijn ding” - en er zijn meer groepen waar ze heel interessante dingen doen. Maar eerst wacht een half jaar onderzoek in San Francisco, waar de promovenda in spe naast het verbreden van haar wetenschappelijke horizon, rustig gaat nadenken over haar toekomstige werkplek.

Deel dit artikel