Trade up! | Deel 8: Pul en papier

“Copy Cats are Cool Cats”, stelt Kyle MacDonald op zijn blog. De destijds werkloze Canadees bood in juli 2005 zijn rode paperclip aan om er, al ruilend, binnen een jaar een huis aan over te houden. Dus nee, we zijn zeker niet de eersten die dit spelletje gaan spelen. En we zijn ook niet uit op een huis (tenminste, niet per se). Bovenal maken we met veel plezier deze ruilreis binnen de TU/e-gemeenschap en zijn we benieuwd waar en bij wie we onderweg belanden. Vandaag: de pul en de borrelgeschiedenis.

‘t Is dat hij nog geen graf heeft (‘en gelukkig maar’, tikken we er fluks achteraan). Maar anders zou onze hoofdredacteur zich er, in opperste staat van misprijzing, prompt tien keer in omdraaien. Die prachtige vintage THE-lamp, geruild tegen een stuk glas en een stapeltje gebonden papier. Maar dan wel een heuse lustrum-bierpul, uitgegeven ter ere van het zevende lustrum van de Borrel (vooruit, in deze tekst één keer plechtig met hoofdletter) van Van der Waals. Met een fonkelnieuwe verenigingssticker en een bijbehorend boekwerkje dat maar liefst vijfendertig jaar borrelhistorie beschrijft.

Ze hebben een béétje leren opruimen, met twee verhuizingen in iets meer dan drie jaar. Vooral voor de overtocht van N-laag naar hun tijdelijke onderkomen in Cascade snoeiden de studenten flink in het verenigingsbezit. Maar in de voorbije drie jaar wist Van der Waals toch weer “een aantal containers aan troep” te verzamelen, bekent bestuursvoorzitter Roderick van Gils. “We vinden het moeilijk om dingen weg te gooien.”

Belangrijkste historisch bezit van de vereniging zijn de bestuurspenningen, naar model van de Nobelprijspenning van fysicus Johannes Diderik van der Waals, waarvoor de vereniging de mal kreeg van diens zoon. Roderick: “Op onze penningen zijn we heel zuinig. Als we die kwijtraken, hebben we de grootst denkbare fout gemaakt in het beveiligen van onze verenigingsobjecten.”

De gegraveerde bronzen plaatjes liggen dan ook veilig achter slot en grendel en worden alleen bij officiële gelegenheden tevoorschijn gehaald; heel voorzichtig, met behulp van de bijbehorende band. Want aanraken is, zelfs voor de dragers, een no-go, “anders zouden ze slijten”, vertelt Roderick. Vooral de wat oudere studieverenigingen van de TU/e kennen die regel volgens Roderick donders goed. “Bij overtreding is het geoorloofd om te slaan.” Borrelpenningmeester Robin Elich vult aan: “Vooral Japie is er streng op, je komt nog niet eens bij hun penningen in de búúrt. Ernaar kijken is eigenlijk al verboden.”

Sinds begin dit jaar heeft Van der Waals Thor -de moederschoot waaruit de natuurkundige studievereniging ooit is ontsproten- als buur. De verenigingen gaan volgens Roderick, vooral met dank aan “een beetje common sense”, goed met elkaar om. Ook wordt regelmatig even bij de buren binnengestapt om bijvoorbeeld iets te lenen of gedaan te krijgen. Robin: “Hun leden zijn altijd nét iets handiger. Als ik even iets gesoldeerd moet hebben, steken er bij Thor meteen vier hun hand op.”

Sowieso is Van der Waals, momenteel zeshonderd leden rijk, goed gesetteld in Flux. “Je merkt dat leden hier toch wat makkelijker langskomen, we zitten meer in de loop. In Cascade hadden de meesten verder weinig te zoeken.”

Het karakteristieke N-laag dat decennialang op deze plek stond, wordt maar zelden gemist - al heeft Robin wel een brokje groene muur uit het gesloopte gebouw thuis liggen, als aandenken. De laatste borrel in N-laag was volgens Roderick wél heel gaaf, “toen moesten de koelingen leeg met het oog op de verhuizing.” Officieel duurde de borrel tot elf uur ’s avonds, maar in de praktijk moest tot het ochtendgloren worden doorgedronken voordat alles op was.

Het verhaal staat vást ook beschreven in ‘Zoveel dagen, zoveel zonden’, de gebundelde borrelhistorie die in het lustrumjaar 2013 werd uitgebracht. In het boekje komen tevens diverse stamgasten aan het woord, onder wie erelid en oud-decaan Klaas Kopinga, die nog altijd bijna elke borrel bezoekt en daar zijn geliefde Erdinger-witbier drinkt uit zijn persoonlijke glas. Zijn eigen tafel heeft hij in Flux niet meer, “daar hebben we hier helaas geen ruimte meer voor”.

Van de bierpul die in het lustrumjaar voor het Oktoberfest werd vervaardigd, zijn volgens Roderick zo’n vijftig exemplaren gemaakt. Een musthave, vinden de heren - met de F.O.R.T.-commissie van Japie als meest voor de hand liggende gegadigde, oppert Robin. “We gaan ieder jaar met ze knikkeren.” “En ze schenken ook veel speciaalbier”, vult Roderick aan. Maar de bierkaart is niet zo uitgebreid als die van Van der Waals, benadrukken de bestuurders vlug - om trots ook nog even te wijzen op het ontbreken van een tap in hun borrelruimte. Robin: “We willen dat mensen echt naar ons menu kijken en daaruit zelf kiezen wat ze willen drinken, in plaats van makkelijk te zeggen: ‘Doe maar wat je op de tap hebt’”.

Geen tap dus, maar bij deze wél mooi een fraai stukje universiteitsvintage gescoord.

En wij - wij hebben nu een pul en een boekje in de aanbieding. Hallo Japie of andere TU/e’er: interesse in dit musthave sterke-verhalencombo? Mail ons en we komen graag bij je op bezoek.

Deel dit artikel