Het was erg onduidelijk waarom sommige sportverenigingen wel op bestuursbeurzen konden rekenen en andere niet, vertellen Emma Munnig Schmidt en Daan van Rijen als voorzitter en penningmeester van ESSF. Van Rijen: “Er stond weinig op papier en eerder was het belangrijkste criterium tijdsbesteding, maar dat was verder niet gespecificeerd.”  

Met twee leden van het vorige ESSF-bestuur hebben de twee bestuursleden eind 2015 gekeken hoe ze meer duidelijkheid konden scheppen. Steeds vaker klopten sportverenigingen bij hen aan met de vraag naar een eerlijkere verdeling. Eerder vorig jaar had het Onderwijs en Studenten Service Centrum in een document over het verenigingsbeleid al algemene criteria opgesteld. Daan van Rijen: “Dat is een goede basis geweest voor ons document.”

Het resultaat is een overzicht met zeven criteria, die in samenspraak met de directeur van het Studentensportcentrum (SSC) zijn opgesteld. Zo wordt gekeken naar de persoonlijke ontwikkeling van verenigingsleden, naar profilering van het SSC en de TU/e, naar toegevoegde waarde voor de community van de TU/e en Eindhoven, en naar de omvang van een vereniging. Andere criteria zijn benodigde ondersteuning, professionaliteit en tijdsbesteding van het bestuur. Verder zijn er nog op verschillende onderdelen bonuspunten te halen, zoals met het behalen van belangrijke media en toevoeging aan het academisch curriculum. De initiatiefnemers hebben hieraan een puntensysteem gekoppeld.

De verenigingen die een aanvraag hebben ingediend, zijn inmiddels aan de hand van de criteria beoordeeld. Degenen die geen aanvraag hebben gedaan, krijgen sowieso geen beurzen. Volgens de twee ESSF-bestuurders verandert er nu weinig in de verdeling. De opmerkelijkste verschuiving is dat studentenklimvereniging ESAC en golfers van De Club nu wel een bestuursbeurs krijgen, terwijl ze dat hiervoor niet hadden. Fellenoord, Pusphaira, Hajraa, Hajraa buto, Totelos, Thêta, Asterix en Nayade behouden hun beurzen. Er zijn geen sportverenigingen die hun beurzen verliezen. De sportverenigingen hebben in totaal 207 maanden aan bestuursbeurs te verdelen.

Volgens Emma Munnig Schmidt en Daan van Rijen zijn de sportverenigingen in het algemeen positief over de criteria. Van Rijen: “Al hadden sommige verenigingen eerst wel het idee dat ze aan alle criteria moesten voldoen, maar dat is niet zo. Ze hoeven geen maximale score te halen.”

Verder is afgesproken dat de sportverenigingen jaarlijks tegen het licht worden gehouden en dat er om de drie jaar naar de criteria wordt gekeken. Verenigingen met weinig punten tot geen punten, kunnen ook ondersteuning krijgen vanuit het Studentensportcentrum - alleen dan niet in de vorm van bestuursbeurzen. Munnig Schmidt: “Kano-vereniging Okawa is bijvoorbeeld vrij klein, maar heeft wel ondersteuning gekregen voor een instructeurs-opleiding.”

Niet alleen voor de sportkoepel, maar ook voor de andere koepels wordt nauwkeuriger gekeken naar de herverdeling. Zo werd onlangs bekend dat de religieuze verenigingen vanwege principiële overwegingen geen ondersteuning krijgen.