URE houdt vast aan concept; betrouwbaarheid raceauto voorop

URE houdt vast aan concept; betrouwbaarheid raceauto voorop

University Racing Eindhoven (URE) borduurt komend jaar voort op het concept van zijn laatste twee racewagens. Het studententeam heeft naar eigen zeggen twee seizoenen op rij niet het maximale uit dit concept kunnen halen en wil zich daarom met zijn URE12 focussen op testen, valideren en doorontwikkelen. Betrouwbaarheid staat voorop: “We willen de auto door en door kennen voordat we aan de races beginnen.”

Tegenvallende testresultaten, een te krappe planning, net wat teveel focus op het design, domme pech door een brand in het accupakket - ze maakten mede dat de Eindhovenaren de potentie van hun URE11, op papier zo veelbelovend, vorig jaar niet konden laten zien. Op zowel test- als wedstrijdcircuits kwamen steeds nieuwe tegenvallers en verbeterpunten aan het licht, waardoor URE niet het maximale uit zijn elektrische raceauto heeft kunnen halen, vertelt teammanager Jesse Koenders. “Vooral de powertrain (de aandrijflijn, red.) bleek gewoon niet betrouwbaar genoeg.”

Waar met de URE11 al werd voortgeborduurd op de URE10 en er dit jaar, volgens de gebruikelijke routine, eigenlijk een nieuw concept op tafel zou moeten liggen, kiest het team bewust voor een extra jaar ‘pas op de plaats’. Want zo stelt Koenders: “Dit concept is gewoon góed, dat zeggen ook juryleden uit de Formula Student, oud-teamleden en hoogleraren die ons adviseren”.

De uitwerking biedt echter nog volop ruimte voor verbetering, zegt de teammanager. “Wij ontwikkelen en bouwen vrijwel alles zelf, deels in samenwerking met bedrijven. Er komt niks kant-en-klaar van de plank. Alle onderdelen zijn dus in feite prototypes en het kost tijd om die te debuggen.”

Behoeden voor valkuil

Waar het op neerkomt, is dat het team voor de URE12 behoudt wat goed werkt en aanpakt wat minder goed werkt. “Goed testen en valideren kost tijd. We proberen dan ook zo min mogelijk te veranderen.”

Dat laatste is een serieuze valkuil, leerde Koenders afgelopen jaar, dat ook al in het teken stond van doorontwikkeling. “Stiekem is er gedurende het proces nog veel veranderd, dat sluipt er tóch in. Daar willen we dit jaar strenger op zijn; geen weken doorontwerpen voor een gram gewichtsbesparing, bij wijze van spreken, terwijl je ook kunt zorgen dat je product robúúst is. Dan weegt de auto desnoods maar tien kilo extra.”

Wel wordt ook komend jaar een volledig nieuwe auto gebouwd - ook rekening houdend met de bepalingen vanuit de Formula Student-competitie, die stellen dat tenminste twintig procent aan een auto nieuw moet zijn en dat er in elk geval een nieuw chassis in moet zitten. “We hebben straks dus twee testplatformen, dat is prettig.”

Met de URE11 zit het team nu al wekelijks op het testcircuit; de URE12 moet 31 maart klaar zijn en rijden. De datum is met een niet te missen rode streep gemarkeerd op immense planborden aan de wanden, waarop honderden felgekleurde post-its aangeven wie waarmee bezig is en wanneer diverse klussen geklaard moeten zijn.

De voornaamste kenmerken van de auto zijn en blijven: een volledig elektrische raceauto met een zelfontwikkelde aandrijflijn, een zelfontwikkeld aerodynamisch pakket en een monocoque van carbonfiber. De wagen weegt zo’n 191 kilo en trekt op van nul naar honderd kilometer per uur in 2,3 seconden.

University Racing mikt met de URE12 op de top-vijf bij dynamische tests en op de top-zeven voor wat betreft de statische beoordeling. “Er is een handvol teams die echt high-end zijn en waar we een beetje tegenop kijken. Daarna komt een rijtje waar we redelijkerwijs gewoon bóven moeten kunnen eindigen.”

Bevestiging

Maar, zo benadrukt de teammanager: “Mensen vinden het vaak vooral interessant hoe snel de auto een rondje kan maken - en dat begrijp ik ook wel. Maar dan mis je de essentie van de competitie. Natuurlijk wil je uiteindelijk op het racecircuit prestéren, maar de grootste uitdagingen zitten in de maanden daarvoor; in het zelf bouwen van een auto, in het omzetten van een concept naar iets wat wérkt, rekening houdend met aspecten als budgetten en marketing. Dat dit ook een prestatie is, vergeten mensen vaak. Een toppositie bij de race is dan vooral een mooie bevestiging.”

Als voorbeeldteam voor URE noemt Koenders de studenten van de ETH in Zürich. “Zij zitten in hetzelfde spectrum als wij, ontwikkelen ook alles volledig zelf. En ze presteren goed. Ze durven zo nu en dan ook eens een ontwikkeling toe te voegen die echt innovatief is, maar op dat moment niet per se het 'veiligst' is qua prestatie.”

URE wil komende zomer weer aan vier races meedoen; de data liggen nog niet vast. Duitsland, Engeland en Oostenrijk staan vrijwel zeker weer op de agenda; Spanje wordt wellicht vervangen door Italië.

Deel dit artikel