“De Europese Unie is een huis dat nog niet af is”

Met een prominente gesprongen ader in zijn linkeroog, volgens hem te wijten aan gemiddeld een schamele vier uur slaap per nacht, stapt hij dinsdagochtend grand café De Zwarte Doos binnen. Kandidaat-Europarlementariër Raoul Boucke (tweede op de lijst voor D66) gaat, twee dagen voor de Europese verkiezingen, informeel in gesprek met het bestuur van de Federatie Studieverenigingen Eindhoven.

Ja, zijn agenda puilt dezer dagen uit zijn voegen, erkent Raoul Boucke nadat hij, nét iets te laat, is neergestreken in het grand café. Vooral bezoekjes aan bijvoorbeeld technische universiteiten en andere tech-gerelateerde activiteiten zijn vrij natuurlijk op het bord van de 43-jarige Delfste alumnus (Scheikundige Technologie) beland. Hij brengt de hele dag in Eindhoven door; later vandaag neemt hij onder andere deel aan het verkiezingsdebat ‘Technologie voor de toekomst’ in het Klokgebouw.

Voor de deur, op het Limbopad, staan vertegenwoordigers van de SP in felrode jasjes intussen driftig te flyeren. Zelf plakte Boucke de afgelopen tijd zijn Delftse alma mater vol met D66-verkiezingsposters; aan het einde van zijn gesprek met de FSE-heren zal hij hen polsen of ze datzelfde nog even in Eindhoven willen doen.

Want, boven alles: mensen moeten donderdag gaan stemmen, zo zal de ingenieur in De Zwarte Doos nog maar eens benadrukken - al is het maar omdat het Europees Parlement het enige rechtstreeks door het volk gekozen Europese instituut is, zegt hij. Al begrijpt Boucke ergens wel waarom maar pakweg iets meer dan één op de drie kiesgerechtigden zijn opwachting maakt in het stemlokaal. Het parlement had volgens hem lange tijd namelijk maar nauwelijks macht, maar sinds het Verdrag van Lissabon in 2007 is dit nadrukkelijk veranderd. “Dat hebben alleen nog maar weinig mensen door.”

Snijvlak

Omwille van de carrièreperspectieven hadden zijn ouders er altijd al op aangestuurd dat hij een technische opleiding zou gaan doen. De geboren Surinamer koos voor de TU Delft en bleef in Nederland plakken. Dat hij eigenlijk direct na zijn afstuderen 'de ambtenarij' in ging, bij het ministerie van Milieu (destijds ‘VROM’), vonden zijn ouders trouwens aanvankelijk maar niks, want ‘bij de overheid verdien je bijna niets’. “Maar het snijvlak van techniek en beleid trok me.” Sinds twaalf jaar vertegenwoordigt hij het ministerie in Brussel, waar hij namens Nederland onderhandelt over vooral de thema’s klimaat, milieu en transportwetgeving. “Bijna alle klimaat- en milieuwetgeving komt uit Brussel.”

Hij geeft FSE-bestuurders Joost van Engelen, Joep Nieuwdorp, Jelle Lehman en Gijs Neerhof (“volgend jaar zit er ook weer een vrouw in het bestuur”, stellen ze Boucke desgevraagd gerust) een crash course ‘Europa’, met een uitleg over de posities, taken en rechten van de Europese Commissie, de Europese Raad en het Europees Parlement. Hij vertelt onder meer nog maar eens dat zijn partij pleit voor een hervorming om het Europees Parlement meer macht te geven, met name met een recht op initiatief dat nu alleen de Europese Commissie heeft. “Ik denk dat daardoor ook meer betrokkenheid met de burger zal ontstaan. De mensen in de Europese Commissie hebben helemaal geen behoefte aan gesprekken met burgers, die houden veel meer afstand.”

Lees verder onder de foto.

FSE-voorzitter Van Engelen vraagt zich af of Boucke als beoogd volksvertegenwoordiger niet teveel op één onderwerp gefocust is, te weten klimaat. Maar volgens de D66-kandidaat is die focus juist hard nodig, “zeker in een parlement dat uit 751 leden bestaat. Ik heb overal een mening over, hoor; over bijvoorbeeld vluchtelingenbeleid kan ik ook zo een paar uur praten. Maar je kunt je gewoon niet met álles even intensief bezighouden”.

Voor zichzelf zet hij, als hij een zetel weet te bemachtigen, dan ook vooral in op een mix van de thema’s milieu, energie en transport. “Ik zit nog niet in het parlement, maar de partij heeft me wel alvast gevraagd om ook na te denken over de meer maatschappelijke kant, minderhedenrechten, de LGBTI-gemeenschap. Heel belangrijke onderwerpen voor onze partij, maar in de EU is daar nog veel minder wetgeving op.”

Die EU, daarover wordt veel gediscussieerd, beseft Boucke. “Over meer of minder Europa, dat soort gekke vragen. Ik vind vooral dat je de EU moet zien als een huis dat nog niet af is. We bouwen er nu iets meer dan zeventig jaar aan - en dat is eigenlijk maar heel kort. De democratisering van Europa is volop aan de gang, het parlement wordt steeds zelfbewuster, heeft sinds het Verdrag van Lissabon meer invloed gekregen - maar het is nog niet áf. Dat moet je je altijd realiseren.”

Verliezen van de VS en China

Klimaat, migratie, defensie en technologie zijn volgens D66 de grote onderwerpen waarover op dit moment binnen dat Europese huis gepraat moet worden, “daar liggen de grote uitdagingen. Als EU gaan we het daarin niet redden als we niet meer gaan samenwerken; dan verliezen we het op bijna alle fronten van de VS en China”. Bijvoorbeeld op het vlak van defensie (“Ik denk niet dat Trump ons, als het erop aankomt, in de steek zal laten, maar wij vinden dat je na meer dan zeventig jaar zélf voor je eigen veiligheid moet kunnen zorgen”), maar bijvoorbeeld ook in technologische ontwikkeling.

“Ik ben een groot voorstander van bijvoorbeeld meer samenwerking tussen universiteiten en van open data. Maar we moeten het ook hebben over bijvoorbeeld het vestigingsklimaat voor studenten of expats, of over hoe we het makkelijker kunnen maken voor mensen om tijdelijk in een ander EU-land te gaan werken, zonder alle huidige rompslomp. De flow van kennis binnen Europa kan met dat soort dingen nog net iets gemakkelijker worden gemaakt.”

Het klimaat

En dan is daar nog zijn persoonlijke stokpaardje: het klimaat. Bij doemscenario’s zoals sommige anderen ze op dat vlak graag schetsen, blijft Boucke duidelijk graag ver vandaan. Net als bij opstokerij door klimaatontkenners via bijvoorbeeld sociale media. “Ik heb veel contact met wetenschappers, bezoek zo nu en dan conferenties. Het bewijs is overweldigend. Mensen die een andere mening zijn toegedaan, vaak om politieke redenen trouwens, sta ik netjes te woord, maar ik wil niet te lang in dat soort discussies blijven hangen. No time te lose, we moeten door.” Sowieso legt hij naar eigen zeggen altijd graag wat optimisme en hoop in zijn verhaal. “Nee, we doen nog lang niet genoeg, en ja, het is ongelofelijk moeilijk om de klimaatverandering te stoppen. Maar het kán wel.”

Ook over de transportsector, en dan vooral het vliegverkeer, gaat Boucke graag het gesprek aan. “Ik ben gek op reizen, maar binnen Europa zijn de afstanden zodanig klein, daar kan veel meer met de trein. Naar Zuid-Frankijk of Milaan hoef je in mijn ogen niet per se te vlíegen; dat zou ik graag bij mensen tussen de oren krijgen. Kijk naar Japan, zorg dat het treinverkeer sneller en comfortabeler wordt. Nee, dat is niet goedkoop, maar het Europese budget kan dan aan.”

Bezorgd

Of hij niet bang is voor meer populisten in het Europees Parlement, vragen de FSE-bestuurders benieuwd. “Ik vind het verdrietig en natuurlijk ben ik wel eens bezorgd”, zegt Boucke, “maar ik word niet zo gauw bang. Wat we moeten doen, is het debat aangaan, juist ook met populisten binnen het Europees Parlement. Dan is het echt een volwaardig parlement. Het motiveert me alleen maar extra om stevig campagne te voeren en mensen op te roepen om vooral te gaan stemmen - als je het niet met de populisten eens bent, maar ook als je dat wél bent. Laat je stem horen, dat is het mooie van ons vrije Europa.”


De Europese Parlementsverkiezingen zijn op donderdag 23 mei. Ook op het TU/e-terrein kan die dag worden gestemd; er is een stemlokaal in het EnergyForum op de eerste verdieping van het gebouw MetaForum.

Deel dit artikel