Stadsgesprek hoogbouw: “Worden we Dubai aan de Dommel?”

Een gesprek tussen Eindhovenaren en gemeentebestuurders die de bouwplannen voor de binnenstad willen uitleggen, bleek woensdagavond een schot in de roos. Nooit was het zo druk bij een dergelijke bijeenkomst. Driehonderd mensen vonden de weg naar een hergebruikt kantoorpand om daar met de gemeente van gedachten te wisselen.

door
foto Jan Willem van den Enden

“In Eindhoven is de ruimte om te bouwen nagenoeg op”, begint wethouder wonen Yasin Torunoglu, “en de meeste oude kantoorpanden zijn al getransformeerd”. Hoogleraar Elphi Nelissen, oud-decaan van TU/e-faculteit Bouwkunde en aanwezig in het discussiepanel, noemt de bouwopgave die het Rijk stelt: “In Nederland moeten in tien jaar een miljoen woningen worden bijgebouwd om in de behoefte te kunnen voorzien. Daarvan moeten er 120.000 in Brabant worden gebouwd en een kwart daarvan in Eindhoven en omstreken.”

De gemeente heeft daarom een verdichtingsvisie opgesteld. “Let wel: visie is een onduidelijk woord. In de visie scheppen we voorwaarden om eventueel hoog te bouwen, maar het hoeft niet. Het is nog geen plan”, legt ambtenaar Jean van Zeeland uit.

Stedenbouwkundige Herman Kerkdijk licht de visie toe. “We zitten nu in de voormalige Lichttoren. Dit baken van onze stad is in 1921 gebouwd en was destijds met 48 meter het hoogste gebouw van Nederland. Maar de stad verandert. Opeens zitten we in Brainport.”

Het wordt mogelijk om in de binnenstad plus de Bergen en gebied rond de Tramstraat te bouwen tot 105 meter, als het aan hem ligt. Op het Stadhuisplein ziet hij bouw tussen 135 en 160 meter voor zich. “Het is een plein, het blijft een plein, waar wordt gevierd en gerouwd”, zegt hij. “Het moet de dansvloer van Eindhoven zijn.”

Knelpunten

Na de presentatie van de stedenbouwkundige is er ruimte voor vragen van de binnenstadbewoners. Niet voor de antwoorden. “We inventariseren de knelpunten”, zegt de gespreksleider. Die zijn er. Het bijbehorende voorzieningenniveau voor bewoners, de infrastructuur, de kosten; het baart de belangstellenden zorgen. “Waarom stevenen we af naar Dubai aan de Dommel?” en “Wordt er rekening gehouden met de gezondheid voor de bewoners van naastgelegen laagbouw?  Met valwinden, de hittestrijd en het fijnstof?”

 

Elphi Nelisssen stelt gerust dat windhinder te voorspellen is en dat er rekening mee moet worden gehouden. Haar belangrijkste boodschap die ze blijft herhalen, is dat er circulair gebouwd moet worden. “In 2050 moet dat in Nederland standaard zijn. Alle grondstoffen moeten te hergebruiken zijn. Misschien moeten we biomaterialen gebruiken. Maar we moeten al nadenken vóór we beginnen te bouwen.” Wat dat betreft is het Eindhovense district E (het stationsgebied-red) een gemiste kans. “Daar beginnen ze op begane vloeren gewoon met beton.”

Deel dit artikel