Cristina Gabriela Damian. Foto | Rien Boonstoppel

Soup & Stuff | “Ik kan nu helemaal losgaan met koken”

Sinds ze haar eigen keukentje heeft, kan Cristina Gabriela Damian (pre-masterstudent Industrial Design) helemaal losgaan. Het Roemeense eten dat ze haar vrienden soms voorschotelt, valt ook bij hen in de smaak.

Cristina Gabriela Damian heeft genoeg tijd voor een interview tussen het koken door, omdat de vele groentes die ze in de Roemeense soep verwerkt, nog behoorlijk lang moeten koken. Zo vertelt ze dat ze als kind al in de keuken stond. “Mijn broer was een paar jaar ouder, en ging vaak voetballen - en om dan thuis de tijd te verdrijven, ging ik in de keuken aan de slag. Al doende leerde ik beter koken, al ging dat soms gepaard met wat ongelukjes.” Nuchter: “Ik heb een keer het linoleum verbrand, en ook vingers en mijn wenkbrauw en mijn vingers. En ik snijd wel eens in mijn vingers. ”

Het weerhield haar er niet van om te blijven koken - en dat waren niet alleen de cakejes die haar tante maakte ("zij maakt de beste sour cherry sheet cake"), maar ook soepen. “In Roemenië heb je twee soorten soepen”, vertelt ze. “Heldere soepen en wat dikkere soepen met meer ingrediënten. De eerste soep eet je normaal gesproken als je ziek bent.” Kenmerkend voor de Roemeense soepen is ook dat er veel vlees in zit. Sowieso eten ze in Roemenië meer vlees dan in Nederland, vertelt Cristina uit eigen ervaring.

Wennen

Ze heeft ‘best wel’ moeten wennen aan het Nederlandse eten. “Stroopwafels eet ik graag, maar satésaus zal ik nooit lekker vinden. En het fruit in Roemenië smaakt toch wel echt verser. Mijn Nederlandse vrienden zijn het zelfs daarover met me eens!” Een van haar lievelingsgerechten is een gerecht met polenta, witte zachte kaas en crème fraîche.

De meeste recepten haalt ze van het internet en ze laat zich ook inspireren door de gerechten die op het menu staan bij het restaurant waar ze in de bediening werkt.

Lees meer over Cristina onder het recept.

Soup

Radauti soup (Ciorbă Rădăuțeană) van Cristina - deze week (vanaf dinsdag) dagelijks verkrijgbaar in  verschillende kantines.

Voor circa 8 borden
Bereidingstijd: ongeveer 60 minuten

Benodigdheden

Bereidingswijze

Breng het vlees in koud water aan de kook op een laag vuur, tot schuim ontstaat op het oppervlak.

Snijd, terwijl het vlees kookt, de groenten in grote stukken: knolselderij (in 4 stukken), wortel (snijd doormidden en vervolgens beide helften in de lengte in 4 stukken), pastinaak (in 2 stukken, in de lengte), en de rode paprika (in 2 stukken, in de lengte). Laat de uien heel.

Haal het vlees als het gekookt is uit de pan. Was de pan af en doe er schoon water in. Doe het vlees terug in de pan met koud water. Voeg de groenten toe: pastinaak, wortel, knolselderij, rode paprika, uien, laurierblaadjes en peperkorrels. Als de groenten en het vlees zeer zacht gekookt zijn, haal ze dan uit de pan en laat ze afkoelen. Houd de pan warm.

Hak de peterselie fijn. Rasp de knoflook met een kleine rasp of snijd hem fijn (zodat het bijna een pasta wordt).

Haal vervolgens met je handen het vlees van de botten en laat het in grotere stukken, of snijd het in gelijke stukken met een mes. Volgens het originele recept: snijd alleen de wortel in kleine blokjes en doe ze in een kom. Wanneer je een stevigere soep wilt: snijd dan alle groenten in kleine blokjes en doe ze in een kom.

Neem vervolgens de zure room, voeg de eierdooiers en het zout toe en meng het met een garde. Voeg soep (die nog steeds warm zou moeten zijn) toe met een soeplepel (5-6 soeplepels, één voor één) en meng met de garde. Neem het mengsel en doe het in de pan met de overgebleven soep. Roer goed door elkaar.

Zet de pan terug op een laag vuur. Voeg het vlees toe, de wortel/groenten, azijn (niet meer dan 3 eetlepels, voeg later indien nodig meer toe), knoflook en peterselie. Breng op smaak met zout en peper.

& Stuff

Tot slot: drie prikkelende persoonlijke vragen voor Cristina uit Cursors glazen voorraadpot, terwijl aan het aanrecht de culinaire puntjes op de i worden gezet.

Wat doe je op dit moment niet, maar zou je wel moeten doen?
“Mijn sportoefeningen en meer tijd steken in het leren van Nederlands. Ik sport meestal thuis, en ik heb onder meer een yogamat en een springtouw. Maar die mag ik wel wat meer gebruiken.
Ik volg lessen ‘Nederlands voor beginners’ en mijn examen komt eraan. De grammatica gaat redelijk goed, maar ik vind het lastig om het te spreken en ben daar onzeker in. Ik probeer ook te leren van Nederlandse filmpjes op YouTube en van kinderboeken. Op de middelbare school heb ik wel Duits gehad, maar dat vond ik makkelijker om te leren dan Nederlands.”

Over welk lichaamsdeel ben je het minst tevreden?
“Dat is een lastige. Ik vind in het algemeen dat je niet ontevreden moet zijn over het lichaam dat je hebt gekregen. Het belangrijkste is, dat het goed functioneert. Ik heb vaker de vraag gekregen of ik mijn lippen heb laten botoxen, maar dat is niet zo. Ik kan me voorstellen dat mensen plastische chirurgie laten uitvoeren als het heel belangrijk voor ze is, maar het is niet altijd goed voor de gezondheid. Als ik iets zou moeten noemen waar ik minder tevreden over ben, dan is dat het feit dat ik een bril heb. Het is niet altijd even praktisch, bijvoorbeeld als het regent.”

Wil je dingen goed doen of wil je vooral goede dingen doen?
“Allebei. Ik wil het beste uit mezelf halen, en dat moet dan niet ten koste gaan van anderen. Volgens mij kan het prima hand in hand gaan. Om een voorbeeld te geven: als manager heb je altijd bepaalde doelen voor ogen. Maar om die doelen te halen, moet je je medewerkers laten groeien om tot de beste resultaten te komen.”

Deel dit artikel