Volgens de nieuwste cijfers, die deze maand naar buiten kwamen, verwelkomden de universiteiten dit studiejaar (2022/2023) zestigduizend nieuwe bachelorstudenten. Dat waren er 2.900 minder dan in 2021: een tamelijk forse daling. Maar daarin blijken de ‘schakelstudenten’ meegeteld: de studenten van de premasterprogramma’s. Die studeren op papier bij een bacheloropleiding, alleen duurt hun programma slechts zes maanden tot een jaar. Daarna mogen ze aan de master beginnen.

In 2020 waren er 7.500 premasterstudenten, het jaar erna 6.900 en dit studiejaar 5.400, meldt universiteitenvereniging UNL. Het aantal premasterstudenten daalde zelfs harder (1.500 minder) dan het aantal ‘echte’ bachelorstudenten (1.400 minder).

Het is pas sinds drie jaar mogelijk om het aantal premasters goed te tellen. Ze krijgen sinds 2020 een eigen vinkje in de administratie. Het was een beetje verwarrend, maar eerder werden ze op één hoop gegooid met de bachelors.

Tilburg University is de kampioen van de schakelstudenten. De universiteit heeft er veruit de meeste van allemaal. Daar is de terugval ook het grootst: van bijna 1.700 naar 1.100. Geen enkele universiteit trok dit studiejaar meer schakelstudenten dan vorig jaar.

Aan de TU/e lag de instroom tot twee jaar geleden op zo’n 330 premasters, met in het collegejaar 2020/2021 nog een uitschieter naar 397 schakelstudenten. Het jaar daarop zakte de instroom echter sterk terug naar 215 premasters en die neergaande lijn heeft zich voortgezet: dit collegejaar gingen er 171 van start. Hogere eisen ten aanzien van de Engelse taalvaardigheid en het kennisniveau voor wiskunde zouden daar redenen voor kunnen zijn, meende Paul Koenraad, dean van de Graduate School, aan het begin van dit studiejaar.