En hoe is het in Osaka?

Na zo’n vijf maanden zit het er bijna op, mijn minor in het land van de rijzende zon, Pokémon, karate, sushi en Toyota: Japan! Hoewel het nog gisteren leek dat ik landde op dit eiland aan de andere kant van het noordelijk halfrond, is het intussen al het moment om terug te kijken op een fantastisch verblijf in dit prachtige land, dat veel meer te bieden heeft dan enkel Nintendo.

door

In september ben ik samen met medestudente Scheikundige Technologie Marijne Timmers naar Osaka gevlogen - het begin van vijf maanden studie en onderzoek in Japan. Aangekomen in de nasleep van de hete zomers in dit gedeelte van Japan (het was nog steeds dertig graden, wat resulteerde in smeltende wieltjes onder de koffer), hadden we nog een paar dagen om aan het land en de cultuur te wennen. Nou ja, wennen… Als er iets is waarmee iedere buitenlander in Japan het eens is, is het dat Japan nooit zal wennen. De overweldigende cultuur is soms zó vergelijkbaar met die in Europa en soms zó opmerkelijk verschillend doch fascinerend.

Eén van de eerste verschillen waarmee ik direct te maken kreeg, was het gebrek aan Engelssprekende mensen. Natuurlijk wist ik dat Japanners geen helden zijn in Engels, maar in het land van Sony en Canon had ik niet verwacht dat men werkelijk geen woord in het Engels kan uitbrengen. De cultuur en de bevolking zijn niet erg geïnternationaliseerd, wat nog wel eens kan leiden tot taferelen als aapjes kijken wanneer ik in de trein zit. En hoewel Japanse scholieren intussen veel Engels op school krijgen, uit dit zich enkel in vaardigheid in het lezen van Engelse teksten.

Ofschoon ik me aardig kon redden met mime en een paar geluidjes werd het dus een vereiste om de taal te leren. Inmiddels heb ik het examen van het eerste niveau voor Japans afgerond en ben ik trots op de paar woordjes die ik me eigen heb kunnen maken. Nu hoef ik niet meer als mimespeler over straat.

Naast Japanse les volgde ik hier een biochemisch vak over moleculaire genetica en een praktisch vak over de toepassingen van de geleerde theorie hiervan. Om de Japanse cultuur en de geschiedenis beter te begrijpen, volgde ik ook een vak over de culturele invloeden van buitenaf op de Japanse cultuur. Tenslotte is Japan jarenlang afgesloten geweest voor buitenlanders.

Tot slot heb ik hier ook nog in het laboratorium gestaan om onderzoek te doen naar de productie van zelfreparerende gels en zelfbewegende gels. Het is een hele ervaring om in een Japans lab te staan: origami met filtreerpapier, een minder strikte scheiding tussen lab en kantoor en bovenal andere werktijden. Er wordt niet hard gewerkt, niet efficiënt, maar wel lang, heel lang: van 9.30 uur tot middernacht. Een enkele keer een meting om twee uur ’s nachts is de gewoonste zaak van de wereld.

Inmiddels heb ik flink wat uitstapjes gemaakt om de cultuur van het land te beleven. Ik ben volledig gewend aan slapende mensen op alle denkbare plekken, het ontbreken van prullenbakken (doordat iedereen zijn eigen rommel opruimt), de keurige rijen waarin mensen zonder aarzeling wachten en de enorme beleefdheid en nauwkeurigheid waarmee alles wordt uitgevoerd.

Stiekem doet het toch wel pijn in mijn hart en rolt er een traantje over mijn wang, nu ik dit schrijf en besef dat ik het land weldra moet achterlaten. Wat zal ik er nog vaak aan terugdenken, als ik in het MetaForum in de rij sta voor een kopje koffie…

Deel dit artikel