Het onderstel van de SERGIO met in het midden Janno Lunenburg. Foto | Bart van Overbeeke

De groeistuipen van een stalen verzorger

Zorgrobot SERGIO is het verbeterde en vooral leniger broertje van zijn voorganger AMIGO, die in het lab van de faculteit Werktuigbouwkunde tegen zijn beperkingen opliep.

Ooit moet hij de hulpbehoevende senior een mechanisch handje toesteken bij het buitenzetten van het vuilnis, een kopje thee kunnen voorschotelen of een gevallen pen van de grond oprapen. Maar dat alles is voorlopig nog toekomstmuziek voor SERGIO (voluit Second Edition Robot for Generic Indoor Operations), de opvolger van zorgrobot AMIGO.

In het lab van Tech United wordt het snel duidelijk: het zou onverantwoord zijn om AMIGO of SERGIO nu al in een zorgflat los te laten. Hij mag dan een verstopt blikje kunnen opsporen en dat zelfs ook nog in een vuilnisbak kunnen deponeren. Nog te vaak zou hij met al zijn goede bedoelingen struikelen over zijn eigen wieltjes, een glas laten vallen of gewoon niet begrijpen wat de om hulp roepende oudere van hem verwacht. Je zou als oudere, gewend aan je betrouwbare verzorger, van minder in de war raken.

Eerst nog maar eens flink testen en verbeteren dus. Met zo’n ‘opgroeiende’ robot is het als met zijn menselijke soortgenoot: het gaat met vallen en opstaan. Tien studenten, vier promovendi en een aantal medewerkers van het Equipment & Prototype Center (EPC)  staan AMIGO in dat proces bij. Student Janno Lunenburg schetst de tekortkomingen: “Bij een oneffen vloer komen de wieltjes van de grond en gaat ie slippen. Daarvan raakt hij gedesoriënteerd waardoor hij ongevraagd tegen kastjes rijdt”.

Voor de oplossing van dit wielprobleem bleek een compleet nieuw onderstel nodig. En nu ze ‘m toch op de operatietafel hadden liggen, verlosten ze ‘m direct maar van zijn stijve torso, dat van AMIGO een wat ‘oude man’ maakte. Na zijn operatie kan de robot zijn schouders buigen, verder over een tafel reiken en met meer controle iets oppakken en loslaten. SERGIO heeft met zijn verstelbare schouderpartij een wat menselijkere motoriek gekregen dan zijn voorganger.

Van een robot heeft SERGIO nog niet veel weg

De gewenste verbeteringen werden eerst op papier uitgetekend, daarna via computersimulaties tot leven gewekt. Bij het EPC voorzagen ze ‘m van elektronica, waarop hij ten slotte met schroefjes en moertjes naar iets tastbaars werd vertaald. Maar van een robot heeft SERGIO op dit moment nog niet veel weg. Torso en onderstel zijn namelijk nog niet op elkaar aangesloten. Deze 2.0-versie is met opzet modulair opgebouwd. Lunenburg: “Dan hoeven we niet steeds het hele ding opnieuw uit elkaar te schroeven als er iets mis is.”

Binnenkort wacht een eerste testrit en zal blijken of de nieuwe wielconstructie doet wat ervan verwacht wordt. Tussendoor moet het team ‘project SERGIO’ even laten rusten omdat met voorganger AMIGO nog een internationale robotwedstrijd moet worden bekampt.

Hoewel er misschien nog wel tientallen verbeterrondes en evenzoveel opvolgers van SERGIO volgen tot de robot in het wild kan worden losgelaten, is Lunenburg positief. “We zijn weer wat opgeschoten. Het onderstel is een stuk stabieler, de kans op valpartijen een stuk kleiner. Maar hij is nog onvoldoende in staat om in te spelen op onverwachte gebeurtenissen. Er moeten nog veel meer acties en reacties worden geprogrammeerd. Een software-verhaal.”

Lunenburg rekent voor de volgroeiing van SERGIO ook op het buitenland, dat vanwege de open source-benadering van dit project volop kan meedoen en -denken. Voorlopig lijkt het profijt behoorlijk eenzijdig in het buitenland te worden genoten. Chinese collega’s bouwden de AMIGO inmiddels bijna één-op-één na. Het maakt Lunenburg en zijn medestudenten alleen maar trots. “We zijn collega’s en geen concurrenten van elkaar. Het gaat ons er niet om de eerste te zijn, een patent te bemachtigen of er financieel bij te winnen. Uiteindelijk gaat het er om dat de verzorgers in de ouderencentra weer toekomen aan werkelijk contact met hun cliënt. Met het groeiende personeelstekort en de vergrijzing kan onze robot dankbaar werk uit handen nemen. Wij denken dat we dat in een open community sneller voor elkaar krijgen dan solistisch onder de grond te gaan zitten en de gordijnen dicht te trekken.”

Deel dit artikel