CLMN | ProstiTU/ee?

CLMN | ProstiTU/ee?

De ‘industrial doctorate’ gaat er komen in Nederland. De Tweede Kamer stemde deze week in met een voorstel om onder de vleugels van een bedrijf je proefschrift te schrijven. In Eindhoven lijkt dat niets nieuws onder de zon, aangezien aan de TU/e al veel doctoraalkandidaten hun promotie-onderzoek in samenwerking met het bedrijfsleven uitvoeren. Niet iedereen is fan van deze collaboratie. Is die sceptische houding terecht?

Het is voor bedrijven een ideale mogelijkheid om een complex vraagstuk op wetenschappelijke wijze te laten onderzoeken en gebruik te maken van de denkkracht van promovendi. Bedrijfsleven en politiek zijn dus enthousiast, maar in de wetenschap is niet iedereen aan het juichen. Inmenging van de grote boze corporate buitenwereld zou objectiviteit, academische vrijheid en intellectuele uitdaging in het gedrang brengen, omdat managers bij een Shell of Unilever als externe financiers graag van tevoren zouden hebben vastgelegd wat de uitkomst van het onderzoek is, waardoor een wetenschappelijk avontuur met echt baanbrekende resultaten niet wenselijk is. De universiteit wordt zo de ‘hoer van het bedrijfsleven’, zo betoogde een columnist in de Volkskrant.

Bullshit. Als ze ergens weten hoeveel meerwaarde een promotietraject onder de vleugels van een bedrijf heeft, is het wel in Eindhoven. Met name mijn eigen werkgever Philips kent een lange academische traditie in samenwerking met de TU/e, hetgeen vorig jaar nogmaals werd onderstreept met de lancering van een samenwerking op het gebied van digitale innovaties waarmee 70 extra promotieplekken werden gecreëerd. Dat zo’n onderzoek niet onafhankelijk zou zijn, is klinkklare onzin. De universiteit heeft mechanismen ingebouwd om kwaliteit en integriteit te waarborgen. Daarnaast is ook een bedrijf niet gebaat bij een verzonnen uitkomst, maar streeft het in het doen van onderzoek net als de wetenschap maar één uitkomst na: de waarheid. Dat bedrijven hiermee de wetenschapsagenda gaan bepalen en promovendi hiermee tot academische courtisanes verworden, lijkt ook zeer onwaarschijnlijk. Juist op de vlakken waar onderzoek zowel de wetenschap zelf als het bedrijfsleven dient -en dat zijn er legio- zullen industrial doctorates worden ingezet. De samenwerking zal de kwaliteit van het onderzoek alleen maar verhogen en garandeert dat een onderzoek zowel een fundamenteel als een toepasbaar element heeft, waarmee proefschriften niet alleen maar digitaal stof zullen vangen in de repository.

En het mooie is, de genoemde voordelen zijn niet zo maar uit mijn duim gezogen omdat ik bij de grootste industrial partner van de TU/e werk, maar ze zijn aangetoond in een onderzoek naar 448 ‘collaborative and non-collaborative’ promovendi aan de TU/e. Hieruit bleek  dat de samenwerkende promovendi juist beter presteren qua publicaties en citaties als het bedrijfsleven zich met hun promotie bemoeit, ook in de jaren na hun promotie. Yeah science, bitch!

De vraag rijst waarom de politiek weer zo nodig een nieuw voorstel moet lanceren om iets dat aan de TU/e al jaren prima werkt, verder te institutionaliseren. Volgens initiatiefnemend Kamerlid Duisenberg wordt, in vergelijking met de huidige buitenpromovendus, bij een industrial doctorate de samenwerking tussen universiteit en bedrijfsleven veel hechter. Prima, want die samenwerking leverde in Eindhoven al vaak een win-win op.

Deel dit artikel