Kwalificaties. Foto | Vincent Lee

De hoge gunfactor van de klimsport

Je hebt sporten die op leven en dood bestreden worden. Waar bloed, zweet en tranen het strijdtoneel kleuren. Waar je altijd maar moet afwachten of je de arena zonder kleerscheuren of blessures verlaat. Waar ouders hun sportende kind langs de zijlijn de huid vol schelden na een gemiste kans. Bij het sportklimmen, dat dit weekend het Nederlands studentenkampioenschap beleefde in de Eindhovense klimhal van Neoliet, domineren ándere waarden.

Zoiets als de gunfactor bijvoorbeeld. Hopen dat de tegenstand, in zijn verbeten gang omhoog, de juiste grips weet te vinden en zo de top van de hal bereikt. Je tegenstander bestrijd je niet, maar moedig je juist aan. Na afloop complimenteer je hem of haar voor de geslaagde missie. Of bied je juist troost en tips, als de ander de grip verloren heeft en bungelend aan het touw naar beneden komt.

Het draait -zeker bij de studententwist- vooral ook om broederschap. De deelnemers kennen elkaar langer dan vandaag. Ze komen elkaar tijdens het seizoen ook tegen in Ardense steengroeves of hangend aan steile Alpenwanden, waar het net als dit weekend draait om het vinden van een weg naar boven.

Hoewel je altijd alleen aan een touw bungelt, wordt dat touw aan de andere kant goed gezekerd door een medeklimmer, die op papier heel goed een tegenstander kan zijn. Waar tijdens genoemde klimvakanties vooral in tenten wordt geslapen, brengt het gezelschap -82 deelnemers afkomstig van twaalf universiteitssteden- de nacht dit weekend in de klimhal zelf door. Gewoon op een uitgerold matje, knus tegen elkaar aan. De klimmers vormen één grote familie.

In de wedstrijd draait het om het verzamelen van zoveel mogelijk punten. Die kun je behalen door diverse 'routes' -een met dezelfde kleur uitgezet spoor van grips naar boven- foutloos in één poging te voltooien. Deze routes variëren in moeilijkheidsgraad. Hoe moeilijker het spoor, hoe meer punten ze opleveren. De beste twaalf vrouwen en mannen stoten -elk in hun eigen categorie- door naar de halve finale. Daar wacht hen een nog lastiger en tot dan toe voor hen onbekend gehouden spoor.

Aan het NSK doen zaterdag wat meer mannelijke (46) dan vrouwelijke (36) klimmers mee. Volgens Eef Brouns, commissielid van het NSK en bestuurslid van de Eindhovense Studenten Alpen Club (kortweg ESAC), is die verhouding vooral een afspiegeling van de studentenpopulatie en zegt het weinig over de populariteit van de sport onder mannen en vrouwen.

Eén van de deelnemende TU/e-studenten is Britt van Rooij, masterstudent Biomedische Technologie. Ze strandt uiteindelijk in de halve finale. "Het is een beetje gokken, zo'n wedstrijd", zegt ze. Je moet zoveel mogelijk punten halen om door te komen, maar tegelijk niet voortijdig al je kruit verschieten. Voor die eventuele halve finale of zelfs finale moet je namelijk nog wel wat energie overhouden."

Britt klimt al enkele jaren en vertoont dezelfde lichamelijke kenmerken als de andere klimmers: een pezig lichaam met bovengemiddeld gespierde onderarmen. Veel blessures heeft ze niet gehad, maar ze klaagt wel over pijnlijke tenen die in de flexibele smalle schoentjes vaak in de meest onmogelijke standen worden gedwongen en daarin het volle lichaamsgewicht te verduren krijgen.

De top-drie bij de mannen wordt uiteindelijk gevormd door Ruben Mul (Groningen), Stan Bovenschen (Amsterdam) en Lukas Kuil (Nijmegen). Van de Eindhovense deelnemers eindigen Mark Verkampen en Robin Bogers respectievelijk op de zevende en negende plaats.

Aniek Lith (Wageningen), Elsa Doornbos (Groningen) en Berber Brouns (Groningen) stonden op het erepodium voor de vrouwen. Beste Eindhovense deelneemster is Marijke Kroes (8), net voor TU/e'er Britt van Rooij (9). Alle overige TU/e-deelnemers eindigen buiten de top-tien.

Voor de Groningse klimmer Ruben Mul (winnaar bij de mannen) zijn er ook na zeven jaar klimsport met vier trainingen per week nog voldoende uitdagingen over. "Er blijven altijd routes en klimwanden over die nog op mijn to-do-list staan. Dat is een niet te stillen honger." Met pure spierkracht alleen red je het niet in deze sport, volgens Mul. "Het draait om een combi van kracht, lenigheid en mentale weerbaarheid. Wie die eigenschappen het beste combineert, wint hier."

Deel dit artikel