keuzegids masters tue beste technische universiteit

Keuzegids Masters: TU/e beste technische universiteit

Voor het vijfde jaar op rij komt de TU/e als beste technische universiteit voor masteropleidingen uit de bus. Dat blijkt uit de jaarlijkse Keuzegids Masters van het Centrum Hoger Onderwijs Informatie.

In de universiteitenlijst van voltijdsmasters prijkt Eindhoven bovendien op de tweede plaats van beste instellingen, achter Wageningen University (WUR). In de algehele ranking van Nederlandse universiteiten -inclusief de kleine deeltijduniversiteiten- komt de TU/e op de vijfde plaats, met een score van 64,5 na de Open Universiteit (71,5), TIAS Business School (70), WUR (67,5) en Nyenrode (67).

De cijfers in het onderzoek naar masteropleidingen zijn voor zeventig procent gebaseerd op de mening van studenten en voor dertig procent op oordelen van de NVAO, de landelijke keuringsinstantie voor het hoger onderwijs. De TU/e is qua score stabiel gebleven ten opzichte van 2014 (64,5).

Van de 21 masters in Eindhoven krijgen er vijf het predikaat “topopleiding”, wat betekent dat ze tot de beste in Nederland behoren.  Dit zijn de opleidingen Innovation Sciences (80), Chemical Engineering (78), Industrial and Applied Mathematics, Medical Engineering en Mechanical Engineering (alle 76).

Rector Hans van Duijn ziet tot zijn tevredenheid dat de TU/e de eerste positie in de rangorde van technische universiteiten vasthoudt. “Het is een groot compliment aan onze hele organisatie. Hier is door iedereen enorm hard aan gewerkt.” Wel is het zaak om blijvend de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek op peil te houden. “We mikken op excellentie. Dat betekent dat we voortdurend kritisch moeten zijn op onze eigen prestaties.”

De Keuzegids is een onafhankelijke gids die alle erkende opleidingen in Nederland beschrijft en beoordeelt. Hij verschijnt jaarlijks in vijf edities van mbo tot en met masters.

De cijfers zijn een samenvatting in één totaalscore tussen de 20 en 100 punten. Daarbij wordt naar verschillende criteria gekeken. Het onderwijsprogramma -inclusief toetsing- moet genoeg ‘niveau’ en samenhang hebben en studenten hebben voldoende zinvolle contacturen met hun docenten. Daarnaast is er genoeg aandacht voor wetenschappelijke vorming en toepassingsgerichte kennis en vaardigheden. Verder moet een opleiding heldere regels hanteren, van studenten geen nummers maken en passende faciliteiten bieden - van onderwijsruimtes tot digitale leeromgeving.

Bron: Persteam TU/e

Deel dit artikel