Elbert Bechthum met Vederfondsvoorzitter Francoise Kosters en TU/e-deeltijdhoogleraar Erik Fledderus.

Vederprijs voor digitaal mixen gsm-signalen

Elbert Bechthum, vorig jaar maart gepromoveerd aan TU/e-faculteit Electrical Engineering, heeft de Vederprijs 2016 gekregen voor zijn proefschrift. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt aan personen die een baanbrekende bijdrage hebben geleverd op het gebied van telecommunicatie. Bechthum ontwikkelde een zogeheten Mixing-DAC: een enkele chip die signalen converteert van digitaal naar analoog én omzet naar de juiste radiofrequentie.

Bechthum promoveerde op 26 maart 2015 in de groep Mixed-Signal Microelectronics (MSM) onder begeleiding van universitair docent Georgi Radulov. Zijn promotor was Arthur van Roermund, die als lid van het tienkoppig bestuur van het Vederfonds mocht meebeslissen over de toekenning van de prijs: een geldbedrag van vijfduizend euro.

Het onderzoek van Bechthum is bijzonder relevant voor met name mobiele telefonie, vertelt Van Roermund. “Gsm-signalen worden digitaal verwerkt, maar de bits moeten nog wel analoog worden overgestraald met antennes.” Daarvoor worden de signalen nu nog eerst omgezet van digitaal naar analoog met een digital-to-analog converter (DAC), legt de hoogleraar uit. Vervolgens wordt dit analoge signaal voor verzending omgezet naar een hogere frequentie: het zogeheten mixen. “Dat laatste wil je eigenlijk liever digitaal doen, dat is namelijk goedkoper en energiezuiniger. Elbert is erin geslaagd om een chip te maken waarop het digitaal mixen volledig is geïntegreerd met de DAC-functie.”

Dat beide processen samen op één chip plaatsvinden, is essentieel, omdat bij het overbrengen van de signalen naar een andere chip te veel ruis op de lijn zou komen, aldus Van Roermund. “Dan is het onmogelijk om aan de strenge specs te voldoen; voor gsm wordt een signaalruisverhouding van 162 dB aangehouden.”

De hoogleraar verwacht dat er voor de vinding van Bechthum een grote markt zal zijn. “Het mobiele netwerk zal worden opgedeeld in veel kleinere cellen dan nu het geval is. Bij wijze van spreken wordt elke lantaarnpaal een zendmast. Daardoor kun je veel meer data versturen met minder vermogen. Maar dat betekent ook dat er veel meer transceivers nodig zijn, met mogelijk onze uitvinding erin.”

Deel dit artikel