Robots als stimulans voor kinderen met autisme

Hoe kun je robots inzetten om communicatie en interactie te stimuleren bij kinderen met autisme? Ben Robins, onderzoeker aan de University of Hertfordshire, probeert deze vraag al enkele jaren te beantwoorden. Met hulp van robot Kaspar heeft hij al veelbelovende resultaten behaald. Hij vertelde er vandaag gedreven over tijdens de bijeenkomst van het TU/e-Center for Humans & Technology, waarbij verschillende onderzoekers over de wisselwerking tussen mens en machine aan het woord kwamen.

‘Waarom gebruiken jullie robots bij kinderen met autisme?’ Het is de vraag die Robins het vaakst moet beantwoorden, vertelt hij donderdagmiddag aan zijn publiek in de filmzaal op de eerste verdieping van de Zwarte Doos. Zijn antwoord volgt al snel: “Robots zijn voorspelbaar, veilig, eenvoudig en betrouwbaar.” En dat is precies waar kinderen met autisme behoefte aan hebben.

Robins benadrukt dat de robots gezien moeten worden als mediator en dat ze moeten aanzetten tot betere interactie met echte mensen. Een van de onderzoeksvragen is dan ook of de kinderen zich puur aan de machine hechten of dat de robot sociaal gedrag uitlokt. “Is een robot een social isolator of een social mediator?” In de filmpjes die hij toont is duidelijk te zien hoe kinderen reageren op robot Kaspar, die beperkte gezichtsuitdrukkingen heeft. De robot werkt niet autonoom, maar een begeleider kan met een afstandsbediening reacties initiëren-zoals ‘hello’ zeggen of het aangeven als het niet fijn is wat het kind doet. Die aanpak blijkt bij meerdere kinderen te werken en contact met mensen van vlees en bloed te stimuleren. Op een van de filmpjes is te zien hoe een jongetje plots een duif aanwijst aan Robins en op die manier contact legt. In een ander filmpje komt een moeder aan het woord die vertelt dat haar kind na contact met Kaspar het verschil tussen vrolijk en verdrietig kan aangeven.  

Robins benadrukt dat ieder kind anders is en dat daarmee het effect verschilt. “Het is niet zo dat we kunnen zeggen ‘zet dit muziekje aan en dan reageert het kind zus of zo’. Bovendien verschillen de vormen van autisme nogal.” Op de vraag van het publiek over de langetermijneffecten moet hij het antwoord schuldig blijven. “Daar zou ik graag meer onderzoek naar doen, maar helaas ontbreken daar de middelen voor.” Er zijn twintig Kaspars verdeeld over de wereld en een daarvan staat in Nederland, namelijk bij de Hogeschool Zuyd in Geleen.  

Robins gaf de eerste lezing in het middagprogramma. Later kwam kinderarts Gert Jan van der Burg aan het woord over de educatieve rol die robots kunnen spelen bij kinderen met diabetes. Eric Wesselman, partner KPMG Technology, deelde zijn visie over wat volgens hem nodig is om in de nabije toekomst sociale robots in te lijven. TU/e-wetenschappers Raymond Cuijpers en Peter Ruijten vertelden het publiek meer over de interactie tussen mensen en robot en de noodzaak om elkaar beter te begrijpen. Verschillende TU/e-promovendi hadden bovendien een posterpresentatie over hun onderzoek.

Het TU/e- Center for Humans & Technology concentreert zich op de relatie tussen mensen en technologie en op de invloed die ze op elkaar hebben.

Deel dit artikel