Driftig in debat op eerste Eindhoven Open

Maar liefst vijftig broden gingen erdoorheen op de eerste dag van het debattoernooi Eindhoven Open. De honderdtwintig deelnemers, afkomstig uit meer dan tien landen, houden er een gezonde eetlust op na - en zo’n boterham met pindakaas leidt tot inzichten: “Het debatteren leert je om een onderwerp van meerdere kanten te bekijken en jezelf te verplaatsen in mensen met een andere mening. Als iedereen in onze maatschappij dat zou oefenen, praten we meer mét elkaar in plaats van tégen elkaar”, concludeert een deelnemer in haar rede op het podium van Corona in Luna.

“Debatteren is echt een niche sport”, weet Tico Martinovic, secretaris bij ESDA Chronos, de debatvereniging aan de TU/e. “Er zijn in Nederland wel allerlei verenigingen, maar toch is de debatsport nog niet zo bekend. We werken nu wel actief aan die zichtbaarheid - bijvoorbeeld met dit toernooi, maar ook met events zoals ‘tipsy talking’, waar bier en debatteren uitstekend blijken samen te gaan.”

En dat sociale aspect is belangrijk in de debatgemeenschap, vertelt Martinovic: bijna iedereen van Chronos stelt zijn of haar huis open voor de bijna honderd deelnemers van buiten Eindhoven die een slaapplek nodig hebben voor het weekend. De verdeling tussen Nederlanders en internationals is, zowel binnen de vereniging als op het evenement, mooi in balans. En dat de voertaal Engels is, neemt voor veel internationals ook meteen een drempel weg om deel te nemen. “Het is sowieso gemakkelijk in deze gemeenschap om een praatje te maken en om nieuwe vrienden en een professioneel netwerk op te bouwen”, zegt de Chronos-secretaris.

Het debatteren is niet alleen een spel van woorden, maar ook van veel handen, handgebaren en armbewegingen. Het hele bovenlijf krijgt een work-out bij de meeste sprekers. Debatteren is een serieuze zaak en de energie spat er vanaf bij sommigen, maar er is ook ruimte voor plezier. De 'social' op zaterdagavond is daar een goed voorbeeld van. Soms wordt er daar nog wat door gedebatteerd, maar er is ook ruimte voor koetjes en kalfjes. En voor een glaasje Yakka: ‘a poor man’s Limoncello’. Oftewel: wodka met citroen en suiker. “Een populair drankje onder een deel van de debatgemeenschap”, weet Martinovic.

De tijd tikt

De onderwerpen van de debatten zijn vaak gebaseerd op actualiteiten en gaan bijvoorbeeld over wetgeving, economie, wetenschap en maatschappelijke veranderingen. Maar het gaat uit eindelijk niet zozeer om de onderwerpen, maar om het debatteren erover. Het type debatstructuur dat wordt gebruikt, is populair in de debatwereld: dat van het Britse parlement. Er zijn vier teams van twee personen; twee teams zijn voor, twee tegen. De deelnemers horen vijftien minuten voor aanvang van de ronde hun thema, of ze voor of tegen de stelling zijn en op welk moment ze mogen spreken.

Al te veel voorbereiding is dus niet mogelijk met die korte tijd. Het finale-thema is kunstmatige intelligentie in het verkeer. Dat verkeersthema is sowieso passend: de meeste deelnemers betogen in een tempo alsof ze een trein moeten halen. Over zeven minuten om precies te zijn, want zo lang mogen ze per deelnemer spreken.

‘Is kunstmatige intelligentie wenselijk in het verkeer?’ ‘Wat moeten we doen met zelfrijdende auto’s en de systemen daarachter die beslissingen gaan nemen over mensenlevens?’ ‘Waarom zijn mensen zo angstig om in een voertuig te stappen waarover ze geen controle hebben?’ Daar zouden hele studies aan gewijd kunnen worden, maar je hoeft geen diepgaande kennis te hebben van het onderwerp kunstmatige intelligentie om vandaag mee te kunnen debatteren. Het is vooral belangrijk dat je vaardig bent in het kunnen bedenken van argumenten, dat je je zowel in de voor- als tegen-kant kunt verplaatsen en alles overtuigend weet te brengen in die zeven minuten. Een jury beslist wie daarin het beste presteert.

Diversiteit alom

Reeti Sarkar uit India, lid van de debatvereniging van de TU Delft, is hier vandaag ook. “Mijn vereniging heeft voorafgaand een paar avonden gedebatteerd, maar vanwege mijn werk kon ik daar niet steeds aan deelnemen. Maar het is in ieder geval erg leuk om mee te doen dit weekend.”

Echt hard trainen voor een toernooi als dit gebeurt niet zoveel. Natuurlijk oefen je met je vereniging als je daarbij zit. En jong geleerd is oud gedaan, in het geval van Reja Debevc en Filip Gavranovič uit Slovenië, die al sinds de basisschool debatteren. Samen met Lucija Ivanuša zijn de drie vrienden voor het toernooi in Eindhoven. Debevc studeert Neurowetenschappen aan de Universiteit Maastricht, Gavranovič studeert Politicologie en Externe Betrekkingen aan de universiteit van Cambridge en Ivanuša heeft een tussenjaar na haar studie medicijnen aan de universiteit van Ljubljana. Die variatie aan studieachtergronden is kenmerkend voor het toernooi - hier vind je niet enkel bèta’s.

Dirk van Gerven is alumnus Klinische Kinder- & Jeugd Psychologie van de Universiteit van Tilburg, maar doet ook mee vandaag. “Het leukste aan de debatsport vind ik de mensen. Ze zijn heterogeen, maar toch is er ook een overlap in persoonlijkheden. En iedereen heeft dat competitieve, het analyseren. Ik merk dat ik veel heb aan het structureren, de kern ergens uit halen.” Dat is Gavranovič met hem eens. “De vaardigheden die je leert bij het debatteren, zijn nuttig. Ik pas ze bijvoorbeeld toe bij het schrijven van essays.”

Winnaars

Het toernooi kent meerdere winnaars. In de categorie beste beginnende spreker is Paulina Hernandes Sainz de winnares. In de Pro-Am finale, de finale tussen teams met tenminste één beginnende debater, wint team DSDC IF en Roel Schoenmakers krijgt de prijs voor beste spreker. De grote finale wordt gewonnen door team One and a half Bonapartians.

De Eindhoven Open smaakt voor veel deelnemers naar meer. “Het is de eerste keer dat we dit als Chronos organiseren”, zegt verenigingssecretaris Martinovic. “De eerste keer is het meeste werk, maar we maken nu ook draaiboeken en checklists, zodat het een volgende keer een stuk makkelijker zal zijn. Ik durf niet te garanderen dat het een jaarlijks event wordt, maar gezien de hoge opkomst en het succes van de eerste editie, is het wat mij betreft zeker voor herhaling vatbaar.”

Deel dit artikel