door

Nieuw beleid kennisveiligheid heeft onderschatte schaduwkant

27/11/2025

De TU/e is voortvarend aan de slag gegaan met kennisveiligheid, maar gaat voorbij aan de risico’s die daaraan kleven voor de universiteitsgemeenschap, stelt Jan Vleeshouwers. Zonder duidelijke visie dreigt het beleid de kernwaarden van de wetenschap te ondergraven.

De TU/e heeft richtlijnen (intranet, red.) vastgesteld om te voldoen aan de Nationale leidraad kennisveiligheid, en die worden nu langzaam maar zeker overal in de faculteiten geïmplementeerd. Er is een e-mailadres voor vragen, en er zijn diverse mensen bezig met beleid dat onze wetenschappelijke activiteiten naar deze nieuwe ontwikkelingen plooit. Afgelopen oktober was er een dialoogsessie Safety en Security, waarin de situatie op een rijtje werd gezet.

Misschien heb ik hier en daar wat gemist, maar ik heb moeite met dit hele traject. De overheid vraagt ons allerlei onderzoeksrelaties tegen het licht te houden. Soms lijkt dat vrij concreet, zoals universiteiten in Iran en Syrië waarmee we niet mogen samenwerken vanwege Europese sanctiewetgeving. Maar er zijn veel meer landen die de EU sancties heeft opgelegd. 

En het is natuurlijk ook niet allemaal zo zwart-wit. Niet samenwerken met China of Rusland, en wel met de Verenigde Staten? Lijsten zijn niet zo vanzelfsprekend. En laten we ons ook niet vergissen door staten over één kam te scheren met hun burgers. Het is niet eenvoudig om afwegingen te maken, want we missen grond onder onze voeten.

Over andere zaken is de overheid op dit moment nog veel vager. Het gaat om ‘bedreigingen en risico's’ van kennisdeling en samenwerking, niet echt het expertisedomein van onderzoekers werkzaam aan de TU/e. Het gaat om zogenaamde dual-use-technologieën, technieken die zowel goed als fout gebruikt kunnen worden. 

Als je op zoek gaat naar wat die dual-use-technologieën precies zijn, dan blijkt dat zowat alles wat we in de techniek doen, daaronder valt – sommige technieken duidelijker dan andere, maar weinige zijn uitgesloten. Ook niet gek, want techniek is bruikbaar op duizend-en-een manieren, en daarnaast denken mensen over goed en fout vaak heel verschillend. Het is vrijwel onmogelijk om hier een weg in te vinden. 

De dialoogsessie ging vooral over militair gebruik. Hier zien we de consequenties van onze laissez-fairehouding van de afgelopen decennia ten opzichte van dit onderzoek: wie het belangrijk vindt, kan het doen, wie het niet wil doen, kan het laten. Er is verder geen discussie geweest of militair onderzoek op de TU/e gewenst is, en hoe het bijvoorbeeld strookt met de Sustainable Development Goals. We hebben geen gedeelde visie die we kunnen gebruiken om onze koers te bepalen.

Deze vage omstandigheden maken het ingewikkeld manoeuvreren voor onderzoekers van een universiteit die het moeten hebben van externe contacten, en dat tast ons werk en onze gemeenschap aan. 

Allereerst: wetenschap bedrijven betekent kennis delen. Kennis afschermen, is wezensvreemd aan wetenschap. Wetenschappers die dit doen, compromitteren hun standaarden. We kennen het fenomeen uit samenwerking met de industrie, waar het ook altijd wringt met de publieke taak van de universiteit. In die context is er vaak nog tijdelijkheid of een financiële compensatie. Kennis afschermen voor mogelijke vijanden kent alleen verliezers.

Op de tweede plaats: activiteiten ter bevordering van kennisveiligheid hollen de kernwaarden van onze TU/e-gemeenschap uit, van diversiteit, inclusiviteit en goed werknemer- en werkgeverschap. De onzekerheid over de vraag of je onderzoeksrelaties nog wel door de beugel kunnen, of over de vraag of je onderzoek niet risicovol is – want wellicht toch te veel dual-use –, maakt dat mensen zich terugtrekken tot waar het veilig lijkt. 

Het zal veel onderzoekers weerhouden om nog met volle kracht en enthousiasme met anderen aan het werk te gaan. Dat is niet wat we willen, maar ik lees nergens dat de universiteit zich bewust is van deze consequenties, laat staan dat ze vertrouwen uitspreekt in het oordeel van haar onderzoekers, ook als ze onzekere paden betreden.

En ten slotte: deze ontwikkelingen hebben hun weerslag op onze internationale gemeenschap. Je zult maar banden hebben – door geboorte, familie of werk – met een van die landen die nu verguisd worden. Nu zijn de gevolgen misschien nog klein en subtiel, maar we hebben genoeg voorbeelden uit de geschiedenis hoe vooroordelen gevoed worden, en hoe ze kunnen uitgroeien tot een hel, gebaseerd op niets dan kortzichtige meeloperij. 

De Nationale leidraad kennisveiligheid waarschuwt ervoor in een enkele zin: ‘Maatregelen rond kennisveiligheid mogen niet ‘doorslaan’ en leiden tot willekeurige uitsluiting, verdachtmaking of discriminatie.’ Deze waarschuwing krijgt op de TU/e nog maar weinig weerklank.

Ik houd drie keer mijn hart vast. Nog het meest vanwege dit laatste.

Jan Vleeshouwer is beleidsmedewerker onderzoek bij de faculteit Electrical Engineering. Hij schrijft deze opinie op persoonlijke titel.

Deel dit artikel