door

Stellingname

01/03/2022

De academische wereld zoekt naar de houding die ze moet aannemen richting Rusland na de agressieve inval van president Poetin in Oekraïne. Enerzijds speelt de vraag: hoe kun je dit getroffen land bijstaan? Anderzijds: hoe moeten we ons verhouden ten opzichte van Russische studenten en wetenschappers, hier in Nederland en tegenover de contacten daar, die ook volkomen overvallen lijken door alle gebeurtenissen.

Een stickeractie aan de UvA waar de Amsterdamse collegevoorzitter Geert ten Dam aan deelneemt, inzamelacties aan universiteiten voor noodgoederen, waarbij in Delft de goederen kunnen worden ingeleverd bij de redactieburelen van ons collega-medium Delta, oproepen van studenten om de banden met Rusland te beëindigen. Aandacht voor de oorlog en gevolgen is er volop.

Cursor sprak donderdag met een Oekraïense student en promovendus van onze universiteit, die hartverscheurende verhalen vertelden over wat ze van geliefden en familie in hun thuisland hadden vernomen. In het Eindhovens Dagblad lezen we vandaag dat onze universiteit aan het onderzoeken is hoe een contract met het Russische gasbedrijf Gazprom eventueel beëindigd kan worden. Net als veel gemeenten en andere organisaties in Nederland heeft de TU/e in 2019 een vijfjarig leveringscontract afgesloten. En deze week zal de vlag van Oekraïne nog gaan wapperen bij onze vijver ten teken van solidariteit.

De situatie lijkt, nu ik dit schrijf, alleen maar verder te escaleren en dat zet nog meer spanning op de hele kwestie. Wat kan de Nederlandse academische gemeenschap doen in zo’n situatie? De universiteiten spraken zich vrijdag in een gezamenlijke verklaring op de site van de Universiteiten van Nederland (UNL) uit over hun afkeer van deze oorlog en riepen op om ‘de academische gemeenschappen in Rusland die zich uitspreken tegen de inval en die zich moedig blijven inzetten voor vrede, dialoog en open samenwerking, te omarmen’.

Een mooi streven, maar de vraag is of dat veel impact zal hebben. Sancties die Rusland afsnijden van de economische markten en van het internationaal betalingsverkeer, hebben een stevig effect. Het sturen van troepen naar de Baltische staten en de westgrens van Wit-Rusland en Oekraïne, dat is iets wat Poetin aan het denken moet zetten. Maar hoe wetenschappers in dit conflict een wezenlijke rol gaan spelen is onduidelijk. Als ik vandaag in de Volkskrant de coterie zie - ‘Poetins handlangers van de harde lijn’ - waarmee de Russische president zich heeft omringd, lijken daar weinig wetenschappers bij te zitten. Ze hebben bijna allemaal een leerschool doorlopen; in de Sovjettijd bij de geheime dienst KGB en daarna bij de opvolger daarvan, de FSB.

Dat het goed is dat vanuit academische kringen solidariteit en steun zichtbaar wordt gemaakt, staat buiten kijf. Sowieso voor de Oekraïense studenten en medewerkers hier, maar ook voor de academici met wie banden bestaan in dat land. En laten we vooral ook het gesprek blijven aangaan met de Russische wetenschappers en studenten aan onze universiteit. Zij zijn zonder twijfel ook overvallen door de gebeurtenissen van de afgelopen dagen en maken zich evenzeer zorgen over hun familie en vrienden in hun thuisland. Die groep moet net zo min het slachtoffer worden van het bewind van een man die zij hoogstwaarschijnlijk ook liever niet op die positie hadden gezien.

Deel dit artikel