Diana Heijnerman.
door

UR | FLUX-werken

02/10/2014

De voorbereidingen voor de verhuizing naar Flux zijn in volle gang; de gangen van Potentiaal zijn gevuld met afgedankt papier en apparatuur. Een complete website is opgetuigd om de medewerkers door dit proces te loodsen.

Kees van Kooten zei eens: “Mensen met een pennenbakje of garage bewaren alles in hun pennenbakje of garage”. Evenzogoed bewaren mensen net zo lang alles tot alle beschikbare opslagruimte gevuld is. Dat doen ze thuis, maar ook op het werk. Ook wordt dat werk inzichtelijk gemaakt door het vormen van stapeltjes op het bureau. In Flux wordt de opslagruimte 1,5 meter boekenplank; dat wordt voor menigeen een uitdaging.

Mensen willen graag een stukje ‘eigen’ in hun werkkamer, aan hun wand of op hun bureau. Als je enkele dagen per week met aandacht, concentratie en plezier je taak moet vervullen, wil je een zo prettig mogelijke omgeving, die je bij voorkeur zelf kunt creëren. Ook is het soms nodig om een papieren archief te hebben. Daar komt nu helaas een einde aan. Digitaliseren is het toverwoord.

Het FLUX-werken doet zijn intrede. Dat houdt in dat je creatiever moet omgaan met werkplekken en vergadermomenten: meerdere docenten zullen namelijk hun kamer gaan delen en deeltijders zullen een muntje moeten opgooien om te bepalen wie op welke dag terecht kan op de flexwerkplek. Je even afzonderen om na te denken zal voortaan op ‘het kleinste kamertje’ dienen te gebeuren. Overleggen met collega’s, al dan niet over werkgerelateerde zaken, mag met mooi weer buiten en met slecht weer in de supermarkt?

Een pennenbakje raakt vol. Een garage ook. Flux lijkt al vol voordat het in gebruik genomen gaat worden. In mijn werkomgeving ervaar ik dat dit mensen zorgen baart. In januari zullen we gaan ervaren wat FLUX-werken is. Tenslotte: the proof of the pudding is in the eating.

Deel dit artikel