door

UR | Food for thought

16/10/2014

De TU spreekt al enkele jaren de wens uit meer studenten naar de campus te trekken buiten collegetijden: de verruiming van de openingstijden is daarin een eerste stap. Wat hier echter vaak in wordt vergeten, is dat hier meer bij komt kijken dan het later sluiten van de universiteitsbibliotheek. Immers, een student (of een medewerker) wil méér dan alleen een plek om te zitten.

Het is dan ook verwonderlijk dat er met name in het weekend zeer weinig faciliteiten zijn voor de gemiddelde student: hoewel de openingstijden van de gebouwen de afgelopen jaren verruimd zijn, is er nog steeds weinig gelegenheid te eten in de avonduren. Het Metaforum heeft zich ontpopt tot de voornaamste studieplek op de campus, maar de enige plek waar je in de avonduren een maaltijd kunt krijgen is elders, in het voor de gemiddelde student net te dure Auditorium. Zeker nu avondcolleges door de week steeds gebruikelijker worden, is dat voor de TU geen overbodige luxe. In het weekend kun je -zelfs voor een kopje koffie dat niet uit de automaat komt- überhaupt nergens op de campus terecht.

Het probleem dat hier ontstaat, is er niet zozeer een van ‘terecht kunnen’, maar van ‘welkom voelen’. Nu verlaten studenten tegen etenstijd massaal het terrein, terwijl de TU ook zou kunnen faciliteren in een mensa of een andere plek om goedkoper te eten. En zou het nieuw te openen cultuurverenigingengebouw hier niet de ideale plek voor zijn? Zo kan de woontoren op het terrein meer worden dan de Bunker de afgelopen jaren geweest is.

De TU-campus 2020 is groter dan alleen de universiteit en zou meer dan studeren alleen moeten faciliteren. Door er op in te zetten de losse delen van de campus elkaar te laten versterken, kunnen we een universiteitsterrein realiseren dat een aantrekkelijke plek is voor zowel de student die tot laat de boeken in wil duiken, als de student die samen met vrienden goedkoop een hapje wil eten. En dat laatste liefst ook na half acht.

Deel dit artikel