Claire Laudij. Foto | Bart van Overbeeke

Sluitstuk | Blinden verkennen ruimtes met hun oren

Wie blind is, weet nooit of een deur open of dicht is. Dat idee klopt niet, leerde Bouwkundestudente Claire Laudij. Ze werkte tijdens haar eindproject samen met blinden die dit kunnen horen.

Sommige blinde mensen zijn net vleermuizen: door bijvoorbeeld met hun tong te klakken en goed te luisteren naar de weerkaatsing van het geluid, weten ze waar ze zijn in een ruimte.

“Passief passen blinden die techniek altijd al toe”, vertelt Bouwkundestudente Laudij. “Ze horen bijvoorbeeld aan de voetstappen van anderen hoe groot een ruimte is. Maar actieve echolocalisatie door zelf geluid te maken, is relatief nieuw. Mensen leren horen of een muur van steen is of van hout, het is echt een vak apart.”

Om te meten hoe het verschijnsel werkt, zette Laudij drie blinde proefpersonen in een lege gymzaal. Meer proefpersonen vond ze niet, aangezien niet veel mensen de echolocalisatie-techniek goed beheersen. Op vier verschillende afstanden van de deur moesten ze raden of de deur open of dicht was, klakkend met hun tong. Op de achtergrond liet de studente ruis van verschillende geluidniveaus horen.

“Die achtergrondgeluiden bleken niet echt een eenduidige invloed te hebben op de resultaten”, vertelt Laudij. “De afstand tot de deur was wel een duidelijke factor: hoe verder de proefpersonen van een deur af stonden, des te meer moeite hadden ze om te horen of hij open was.”

Nog interessanter was dat de proefpersonen alle drie op een andere manier met hun tong bleken te klakken. Hoe hoger de piekfrequentie van dat geluid, des te duidelijker wordt het geluid weerkaatst. “Daar moet nog meer onderzoek naar komen”, vertelt de studente enthousiast. “Hoe mensen hun hoofd houden, op welke manier ze klakken, beïnvloedt hun prestaties. Waarschijnlijk gaat een promovendus of een andere afstudeerder hiermee verder.”

De ervaringen die Laudij opdeed bij haar onderzoek naar de echolocalisatie-techniek, paste ze bovendien toe in een ontwerp van een school voor blinde kinderen. Daarbij keek ze vooral naar de manier waarop akoestiek de functie van een ruimte kan ondersteunen.

“In een gang wil je bijvoorbeeld graag weten waar je bent”, legt Laudij uit. “Dan kunnen rechte, stenen muren zorgen voor een heldere akoestiek. In een atrium is het vooral belangrijk dat je de mensen naast je hoort praten. Dan liggen ronde vormen en vloerbedekking -die geluid meer absorberen of verstrooien- meer voor de hand.”

Door beide projecten is de studente anders gaan luisteren naar haar omgeving. Ook de samenwerking met de blinden- en slechtziendenorganisaties Visio en Bartiméus droeg daar veel aan bij. “Omdat er niet veel onderzoek is gedaan naar de leefwereld van blinden, waren de mensen heel enthousiast. Het was dus een erg dankbare groep om voor te werken. En ik zelf begrijp nu veel beter hoe blinden in het leven staan.”

In Sluitstuk vertellen afstudeerders over hun afstudeeronderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar cursor@tue.nl.

Deel dit artikel