StadsCantus 2014. Foto | Bart van Overbeeke

StadsCantus: “Meer of minder adjes?”

Een tijdlang mooie liedjes zingen en tussendoor bier geschonken krijgen uit tien-litergieters, het is een studentikoos evenement bij uitstek. Studentenvereniging SSRE hield vrijdagavond voor de derde keer een StadsCantus op het Wilhelminaplein in Eindhoven voor alle studenten. Het verschil met de TU/e-cantus van de Intro zit ‘m vooral in het ‘pro poena-drinken’.

De heren van Thêtadispuut STROPDAS hadden het kunnen weten: bij een cantus wordt niet met bier gemorst. Wie die regel overtreedt, kan een straf verwachten en die wordt nu dus uitgevoerd. De mannen moeten ‘in de Kan gaan staan’ -oftewel op het podium komen- en krijgen daar van senior Bas, voorzitter van deze cantus, een volle beker bier in het gezicht gegoten. En omdat ze niet danken met ‘Prosit senior!’ kunnen ze meteen nogmaals dezelfde straf ondergaan. Ook dat hadden ze kunnen weten; het staat duidelijk beschreven in regel 21 van de cantusvoorschriften. Die zijn gepubliceerd in de liederenbundel die de corona, het gezelschap van driehonderd deelnemers, bij binnenkomst kreeg uitgereikt.

‘In de Kan sturen’ is een straf die valt onder het ‘pro poena-drinken’. Het is een openbare vernedering die door de senior wordt opgelegd wegens kleine tekortkomingen. Morsen, het tekstboekje openlaten na de zang, op de banken staan - het wordt allemaal opgemerkt “en zo lang mogelijk tegengegaan” door de ordecommissarissen.  Pas na het ‘pro poena-drinken’ kan er weer verder gezongen worden.

“Het volgende lied wordt ingezet door een ieder die zijn was nog bij zijn ouders thuis doet: 'Even aan mijn moeder vragen'”, roept Horn door de microfoon. Naast hem zit Martijn La Grouw die niets met SSRE te maken heeft, maar als BN’er -hij is dj bij Slam!FM- is uitgenodigd wat straffen uit te voeren.

Buiten de tent ligt al een plas kots van de voorzitter van Heerendispuut Dignitates. Hij en de secretaris van L’Attaque Attique kregen als straf een Adje Krim -bier met meer dan de helft wodka- omdat hun disputen onafhankelijk zijn. Later legt de Dignitatesvoorzitter uit dat dat niet van de wodka kwam, maar doordat hij meteen daarop zes adjes deed die zijn maag overvol maakten.

Laura Verbeek en tien andere leden van L’Attaque Attique hebben tijdens tempus commune, een plaspauze, tijd om te vertellen wat deze cantus zo bijzonder maakt. Voor sommigen is het al de vijfde cantus. Na de eigen Intro en een keer meehelpen bij een volgende Intro waren ze bij alle drie edities van de StadsCantus. “Bij de Intro gaat het vooral om bier gooien, hier gaat het om de zichtbare straffen. En je bent gezellig met je eigen dispuut. Het is minder lomp dan bij de Intro, maar er wordt wel meer gedronken.”

De senior heeft weinig nodig om iedereen luidkeels te laten zingen. “Het volgende lied wordt ingezet door alle vrijgezellen: 'The wild rover'.” Daarna moeten studenten uit Antwerpen ‘in de Kan’. Horn laat de corona meebeslissen over de straf. “Moeten zij meer of minder adjes?” Na drie stuks mogen zij de Kan verlaten.

Buiten de tent komen enkele wandelaars nieuwsgierig dichterbij. Twee veertigers uit Waalre hoorden het zingen al van verre en waren verbaasd dat er geen muziek bij is. Ze lezen de poster op de tent. “Oh ja, onbeperkt bier voor vijftien euro, dan snap ik het”, zeggen ze lachend. De kotsplek aan de zijkant hebben ze nog niet gezien.

Deel dit artikel