Hanneke Dekkers bij de toren van Belem in Lissabon.

En hoe is het in Lissabon?

Wat een prachtige stad is Lissabon. Portugese les is vrij moeilijk voor een simpele Hollander als ik. Voor Fransen en Italianen is het allemaal een stukje makkelijker. Nu hoor je opeens bij de ‘Noren en Denen’ als het om taalkennis gaat, maar afgelopen week heb ik te horen gekregen dat ik mijn Portugese taalcursus succesvol heb afgesloten. Ik zal jullie de ellende besparen en dit stukje gewoon in het Nederlands typen.

In november een dagje strand meepakken. In je eentje op tijd zijn voor een college en je dan serieus afvragen of je wel bij het goede lokaal staat omdat iedereen standaard tien minuten te laat komt. Mensen die je marihuana proberen te verkopen wat eigenlijk doodnormale gedroogde huis- tuin- en keukenkruiden zijn, waardoor de politie niets kan doen.

Levensgevaarlijke afgronden in natuurgebieden waar in plaats van een massaal Nederlands hekwerk alleen een klein bordje: met ‘pas op!’ staat. Bussen die rijden wanneer de chauffeur zin heeft. OVERAL papierwerk in plaats van online formulieren. Bier voor 50 cent in de kroeg. Huisgenoten uit Wit-Rusland, Hongarije, Slovenië, Frankrijk en Duitsland. Even een weekendje naar Eindhoven omdat Ryanair zojuist een verbinding heeft tussen Eindhoven en Lissabon.

Wennen aan drie uur achtereenvolgens college van een docent zonder pauze. Surfkampioenschap bezoeken. Bergje op. Bergje af. Onwijs aangekeken worden als toerist omdat je zomerkleding draagt bij 25 graden of hoger. Onbeperkt sushi voor 7 euro. ‘You can not pay by card, only cash’. Donderdag van 08:00 tot 21:00 college, daarna weekend. Metro plat door regenval (bedankt NS voor het behoeden voor deze cultuurshock). Não falo Inglès. Port. Ginjinha. ’s Avonds muziek maken met locals. Stierenvechten bezoeken. Leren surfen. Doodgegooid worden met Erasmusactiviteiten. De vaste relatie met Google Translate beetje bij beetje beëindigen.

Erasmus is not half a year of your life. It’s living for half a year.

Deel dit artikel