Buslijn 104.

Weinig autogebruikers in de bus

Sinds februari is buslijn 104, van het NS-station over de TU/e-campus en weer terug, in gebruik. De bedoeling is dat meer mensen de auto laten staan en met het openbaar vervoer naar het werk komen. Dit is de vierde week waarin stadsbussen langs vier haltes over de campus rijden. Maar wie zitten er nu eigenlijk in de bus? Cursor reed deze donderdagochtend een paar rondjes mee.

Voor acht uur ’s ochtends is het nog niet zo druk in de bus, op een enkele TU/e-medewerker en wat leerlingen van het Summa College na. De enige TU/e-student aan boord zit nu achter het stuur; het is Wouter Gravesteijn die een bijbaan als buschauffeur heeft. Als zijn ochtenddienst er dadelijk opzit, duikt de masterstudent Innovation Management in de boeken. En als hij dat afstudeerwerk weer zat is, mag hij nog een paar uur ‘op de bus’.

Maar eerst moet Wouter negen rondjes over de campus. Vooraan in zijn bus zitten Summa-leerling Tim Dierx en wat klasgenoten. “Dit is fijner dan lopen”, zegt de zestienjarige. Hij is met de bus uit Budel naar het centraal station van Eindhoven gekomen en is daar overgestapt op lijn 104. Om half negen begint zijn college, om 6.50 uur zat hij al in de Budelse bus. Hij gaat mee tot de halte bij Paviljoen. Tim is blij met de bus: “Eerst had ik een fiets op het station staan, dat hoeft nu niet meer”. Van station naar Summa College is twintig minuten lopen; met de bus is het vijf minuten wachten bij de halte plus vijf minuten rijden.

Een halte eerder, bij het Laplacegebouw, kan Florence Bouvier uitstappen. Ze is medewerker bij Industrial Design en woont op een kwartier fietsen van haar werk. “Normaal fiets ik, maar vandaag wil ik na het werk in het stadscentrum zijn en dan is een fiets zo onhandig. Die 1,26 euro per rit -vanaf haar woning in de binnenstad, red.- heb ik er graag voor over.”

Een kwartier later is het duidelijk drukker in de bus. Nog meer Summa-leerlingen en nog een medewerker. Rachel van de Pol is met de trein uit Boxtel gekomen en is gewend aan een wandeling van dertien minuten naar het Laplacegebouw, waar ze medewerkster van het onderwijsbureau van ID is. Nu is ze zeven minuten wachten en drie minuten rijden onderweg. “Het gaat me niet om tijdwinst, maar om gemak. Ik heb een voetblessure en lopen doet nu pijn. Als dat over is, ga ik weer lopen; lekker bewegen.”

Op donderdagen zit Electrical Engineering-student Frits Smits in lijn 104. Hij komt met de trein uit Vught en heeft naast zijn studietas ook een grote sporttas bij zich. “Vandaag moet ik naar het Paviljoen. Als ik in het Auditorium of Flux moet zijn, loop ik altijd. Lopen is niet slecht.”

Of de busmaatregel zijn doel treft, namelijk het autogebruik op de campus ontmoedigen, zal nog moeten blijken. Busreizigers die anders met de auto zouden zijn gekomen, zaten deze ochtend in elk geval niet aan boord. En chauffeur Wouter ziet die op andere dagen ook niet, stelt hij. De pilot met de buslijn loopt tot eind dit jaar, daarna beslissen de TU/e en SRE (Samenwerkingsverband Regio Eindhoven) of de lijn een definitief karakter krijgt.

Deel dit artikel