Minister: geen discriminatie Ichthus door TU/e

Minister: geen discriminatie Ichthus door TU/e

De TU/e heeft studentenvereniging Ichthus niet gediscrimineerd op basis van haar religieuze grondslag. Dat stelt onderwijsminister Jet Bussemaker in antwoord op kamervragen over de kwestie. Ichthus noemt de reactie voorzichtig positief en gaat eind september opnieuw met het College van Bestuur in gesprek. Een TU/e-woordvoerder stelt dat de communicatie van de universiteit over haar beleid en keuzes niet erg handig is geweest.

De TU/e liet eerder dit jaar weten haar steun aan religieuze verenigingen te stoppen. Aanleiding om naar de huisvesting en financiering van alle clubs te kijken, is de verhuizing van de Bunker naar het gebouw Luna (voorheen Potentiaal), dat onvoldoende ruimte voor alle verenigingen biedt. Vooral bij het christelijke Ichthus, een actieve en met tachtig leden betrekkelijk grote vereniging, viel het voornemen rauw op het dak.

Medio juni volgde een uitgebreid gesprek tussen de vereniging en het College van Bestuur van de TU/e. Het universiteitsbestuur benadrukte hierin dat Ichthus gebruik kan maken van diverse gedeelde ruimten en faciliteiten in Luna (voorheen Potentiaal). Op permanente ruimte of bestuursbeurzen hoefden de religieuze verenigingen echter niet te rekenen, maakte bestuurslid Jo van Ham nogmaals duidelijk.

De kwestie leidde tot de nodige ophef, van de eigen universiteitsraad tot in Den Haag: Kamerleden Eppo Bruins (ChristenUnie) en Michel Rog (CDA) stelden eind juni vragen over de kwestie en wilden van de minister weten of hier sprake was van discriminatie.

Volgens Jet Bussemaker heeft de TU/e in haar afwegingen vooral gekeken naar “het stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling van studenten, academische vorming en profilering van de TU/e” door verenigingen. De religieuze identiteit van Ichthus is daarbij geen criterium geweest, zo stelt ze in haar antwoord. “Een religieuze identiteit is geen uitsluitingsgrond voor ondersteuning, maar is evenmin een reden op zich om een studentenvereniging te ondersteunen.”

Bussemaker laat weten “geen bezwaar” te zien in de keuzes van de TU/e. Ze stelt dat de TU/e haar ondersteuning aan religieuze verenigingen aanvankelijk wilde stoppen, “maar open gesprekken met de betrokken verenigingen hebben geleid tot een heroverweging van dit standpunt”. Volgens de minister heeft het College van Bestuur toegezegd “dit te expliciteren in het genoemde beleidskader”.

Ook Ichthus kan volgens Bussemaker op basis van dit kader in aanmerking komen voor ondersteuning. Niet alleen middels het gebruik van gedeelde ruimtes en andere faciliteiten in het gebouw Luna; ook kunnen de christelijke studenten, net als andere clubs, een aanvraag doen voor bestuursbeurzen. Deze zal volgens haar worden beoordeeld op basis van dezelfde criteria waarop álle bestuursaanvragen worden getoetst.

Niet anders behandeld

Ichthus-bestuurder Roos Salomons noemt de reactie van minister Bussemaker “op zich best positief. Er staat in elk geval dat we niet anders worden behandeld vanwege onze religieuze grondslag en dat we net zoveel recht hebben op bijvoorbeeld een beurs als andere verenigingen”.

Maar, zo voegt de commissaris extern daaraan toe: “We vragen ons vooral ook af of dat écht waar is en zijn nieuwsgierig hoe de TU/e dit oppakt”. Eind september gaat de christelijke studentenvereniging volgens haar opnieuw met het College van Bestuur in gesprek om te horen waar ze als vereniging staat en wat ze van de universiteit mag verwachten.

Bovenal wil Ichthus haar banden met de universiteit “vriendelijk houden en er geen groot gedoe van maken als dat niet nodig is. Meer ondersteuning is natuurlijk altijd mooi, maar bovenal willen we gewoon net zo behandeld worden als andere verenigingen”.

Faux pas

Of een eventuele beursaanvraag door Ichthus positief beoordeeld wordt, blijft in elk geval maar de vraag. Bestuurswoordvoerder Barend Pelgrim van de TU/e wijst nogmaals op de gestelde criteria, bijvoorbeeld op het vlak van profilering van de universiteit: “Een vereniging als Ichthus is dan toch een ander verhaal dan bijvoorbeeld een Solar Team Eindhoven. Uiteindelijk is het aan het College van Bestuur om daarover te beslissen.”

Wel had de universiteit zich volgens Pelgrim van meet af aan anders over de kwestie moeten uitlaten. Hij spreekt van “een kleine faux pas” in de communicatie van de TU/e over de focus en keuzes betreffende de ondersteuning van studentenverenigingen. Het religieuze karakter van bepaalde clubs had hierin volgens hem nooit zo specifiek benoemd moeten worden - maar hierop is vervolgens wél het accent komen te liggen. Begrijpelijk, maar onterecht, aldus Pelgrim. “Daardoor zijn van een mug twee olifanten gemaakt.”

Deel dit artikel