Hoe om te gaan met plastic wegwerpverpakkingen?

Plastics, we kunnen niet zonder ze en we krijgen problemen mét ze. De polymere materialen vormen vandaag de dag in toenemende mate uitdagingen voor de maatschappij en de natuur, zo staat in de uitnodiging voor de 22ste jaarvergadering van DPI, the Polymer Research Platform. Met het actuele thema ‘The Role of Plastics in the Circular Economy, Today and Tomorrow’ werd een paneldiscussie gehouden onder leiding van journalist Joris Luyendijk.

door
foto Bram Saeys

In een grote en overvolle zaal in motel Van der Valk in Eindhoven zit het panel in een rij achter enkele tafels. Het zijn onderzoekers aan diverse Europese universiteiten en managers van de kennisinstelling Knowfort Technologies en de R&D-afdeling van PepsiCo. Ze geven hun visie op de complexe situatie waarbij het onmisbare plastic zo min mogelijk geproduceerd moet worden.

Luyendijk probeert de discussie levendig te maken door te stellen dat de oplossing van het afvalprobleem niet snel genoeg gaat. Ellen de Brabander, vicepresident R&D van PepsiCo zegt dat het niet sneller kan en dat PepsiCo zich ten doel gesteld heeft in 2025 honderd procent van al haar flessen recyclebaar te hebben. “Die doelstelling is amazing”, zegt Shahab Jahromi van Knowfort Technologies. Hij zegt dat er heel wat moet gebeuren om iets beters te ontwikkelen dan de verpakkingen die we nu hebben.

Hij knispert met een chipszak en noemt het een wonder van technologie. “Deze zak heeft zeven lagen en iedere laag heeft een andere functie. De twee aluminiumlagen zorgen bijvoorbeeld dat de chips knapperig blijft. De zak blijft vijftig jaar heel, en ja, komt dan terecht in de voedselketen. Om iets te ontwikkelen dat beter afbreekbaar is en net zo goed, is er een revolutie nodig die je kunt vergelijken met de ontwikkeling van de mobiele telefoon naar een smartphone.”

De Brabander vindt toch echt niet dat PepsiCo teveel belooft, maar merkt wel op dat de harde plastics waar zij mee werken, een heel andere wereld is dan de flexibele verpakkingen die Jahromi beschreef.

Wanhoop

“Als volwassenen wanhopig zijn, gaan ze kijken naar de volgende generatie”, zegt Luyendijk en hij draait naar het jongste panellid, de Ier Fionn Ferreira, student aan de RUG en winnaar van de Google Science Fair 2019. Hij houdt zich bezig met microplastics ‘uit liefde voor de natuur’ en bedacht een methode om microplastics met magneten en olie uit het water te halen. Nee, een kant-en-klare oplossing heeft hij niet, “maar ik probeer creatief te denken.”

Het schuurt wat, vindt Luyendijk. “Aan de ene kant is er het doemscenario dat de bronnen uitgeput raken en dat er over vijftig jaar gevochten wordt om de laatste materialen, en aan de andere kant horen we hier een oplossing die slechts een lichte opoffering is, maar toch al als moeilijk wordt ervaren: iets minder knapperige chips.”

Omgaan met wegwerpverpakkingen blijft een complexe materie. “De industrie probeert alleen zichzelf te redden”, waarschuwt de Italiaanse hoogleraar Vincenzo Busico en hij kijkt daarbij naar De Brabander. Grappig, want DPI-directeur Jacques Joosten zei voorafgaand aan de paneldiscussie: “Het afvalprobleem moeten we sámen oplossen. Daarbij is het ontzettend belangrijk dat we benoemen wie de verantwoordelijkheid moet nemen.”

Afscheid

De jaarvergadering van DPI is de laatste onder leiding van directeur Jacques Joosten. We spreken hem over de band tussen de TU/e en DPI. “Traditioneel heeft DPI altijd een goede band met de TU/e gehad”, zegt Joosten, die na veertien jaar directeurschap afscheid neemt van het instituut. “In 1997 is DPI klein begonnen, op initiatief van TU/e-hoogleraar Piet Lemstra en een aantal Nederlandse polymeerbedrijven. In de hoogtijdagen in 2010-2012 hadden we tweehonderd mensen die werkten aan DPI-projecten en waren 45 bedrijven betrokken.”

Joosten heeft spannende tijden gekend toen er door de overheid flink bezuinigd werd en de TU/e de voorkeur legde bij onder andere procestechnologie en minder bij polymerenonderzoek. “Maar we zijn uit het dal van 2016 - toen we slechts 12 bedrijven aan boord hadden - geklommen en zitten weer in stijgende lijn, met momenteel 20 bedrijven. Er lopen nu tien projecten waar vijftien TU/e’ers bij betrokken zijn. Dat is nog steeds een groot deel, een kwart van het totaal aantal onderzoekers.”

Deel dit artikel