Afhakers
De zomer is voorbij, de universiteit ontwaakt. En bij het eerste nieuws is het meteen raak: een eenzijdige vertrouwensbreuk, een beladen ministerbezoek en een intro zonder bier. Toch springt één bericht er voor mij bovenuit: honderden, vooral internationale, studenten die hun studie afzeggen omdat ze geen kamer kunnen vinden.
Afhakers
Volgens de TU/e gaat het om zo’n vijfhonderd afhakers, op een instroom van 3000 tot 3500. Natuurlijk, cijfers kun je nuanceren, en er is altijd verloop, maar de trend is duidelijk: de kamernood blijft nijpend. Dit zijn geen anonieme getallen. Het gaat hier om het internationale talent dat we als regio zo hard nodig hebben, talent dat al afhaakt nog voor ze überhaupt een collegezaal van binnen heeft gezien.
En precies daar wringt het. De universiteit wil groeien, zet met het prestigieuze Project Beethoven vol in op duizenden extra ingenieurs voor de Brainportregio. Een nobel streven, maar de realiteit is die van een orkest zonder stoelen. Hoe ambitieus je plannen ook zijn, zonder dak boven je hoofd kom je nergens. Vijfduizend extra kamers zijn nodig om de huidige achterstand in te lopen. Zelf bouwen mag de universiteit niet. Dus volgen er gesprekken, masterplannen, taskforces. Het resultaat blijft voorlopig uit.
De verantwoordelijkheid wordt handig doorgeschoven: gemeente, bedrijfsleven, universiteit: iedereen wijst naar elkaar. Brainport is van ons allemaal, maar de woningnood is blijkbaar van niemand. Ondertussen ondermijnt dit getouwtrek onze eigen ambities. Terwijl wij praten, kiest dat toptalent voor een universiteit waar wél plek is.
De makkelijke conclusie: er moeten snel meer kamers komen. Maar de echte vraag is fundamenteler. Kun je als universiteit blijven inzetten op internationale groei, terwijl je de basis niet op orde hebt? Wie toekomst belooft maar geen plek biedt om te beginnen, verkoopt geen visie. Die verkoopt lucht.
Wob Knaap is student Data Science aan de TU/e. Hij schrijft deze column op persoonlijke titel.
Discussie