door

Grote-mensentaal

31/05/2017

Is het je ooit opgevallen dat we voor elk nieuw schoolniveau een ander woord hebben? Op de basisschool was het nog ‘groep acht’, daarna was het op de middelbare school opeens ‘de eerste klas’ en nu is het op de universiteit ‘jaar twee’. En wee je gebeente als je het fout zegt.

Dit ‘we zeggen het nu anders’-sentiment vind ik wel op meerdere plekken terug. Zo werd ik onlangs verbeterd op mijn taalgebruik toen ik het woord ‘school’ gebruikte in plaats van ‘universiteit’ of ‘uni’. Mensen keken me raar aan: zo zeg je dat toch niet? ‘School’ zeg je kennelijk tot aan je 18e en mag daarna alleen maar gezegd worden wanneer je 32 bent en zelf kinderen hebt die naar school moeten.

Deze gedachtegang wordt zelfs verkondigd in de info-foldertjes die ze geven aan zesdeklassers die een dagje meelopen op de TU. Direct citaat van een tweedejaars student: In het begin had ik het nog over school en les. Dat is raar, want de universiteit is echt iets heel anders dan de middelbare school.’

Waarom is dit zo? Waarom mag ik niet zeggen dat ‘ik naar school ga’? Gaat het hier wel überhaupt wel om de verschillen tussen universiteit en de middelbare school? Ik denk van niet.

Ik vermoed dat het stiekem om iets anders gaat. Leeftijd brengt een gevoel van ervaring en (soms vals) prestige met zich mee. De achtstegroepers zetten zich af tegen de zesdegroepers, de zesdeklassers voelen zich beter dan de brugwuppen en studenten stijgen natúúrlijk uit boven de middelbare scholieren. Voor elk stapje een nieuw setje woorden, niet om verschillen te accentueren, maar jezelf een heel klein beetje te verheffen.

Nu is het natuurlijk de vraag wat er na ‘jaar’ komt.

Deel dit artikel