door

CLMN | Liefdadigheid

04/02/2015

Met mijn arm indrukwekkend ingezwachteld en een splinternieuwe waterkan in de andere hand begeef ik me richting een avondje bier drinken met vrienden. In een gemiddeld gezelschap leidt een dergelijke entree tot de volgende conversatie: “Wat heb je met je arm gedaan?”, waarop ik met slecht verborgen trots op het gezicht antwoord dat ik bloed ben wezen doneren. Vervolgens complimenteert het gehele gezelschap me met mijn goede daad voor de medemens en gaan we over tot de orde van de dag.

Zo niet in een gezelschap met kritisch opgeleide TU/e-studenten. In plaats van de gebruikelijke mentale schouderklopjes, kwam de vraag: “Waarom?”. Dat bracht me eigenlijk wel aan het twijfelen. Iedere keer geef je een halve liter bloed, die je lichaam waarschijnlijk niet voor niks aanmaakt, aan een willekeurige onbekende persoon. Om dit zonder reden te doen, is iets waar Darwin zijn wenkbrauwen bij zou fronsen. Dus: wat word je er zelf beter van? Met de kerstgedachte nog vers in het geheugen, werd mijn dilemma wat algemener. Doen we eigenlijk ooit iets zonder eigenbelang?

Want waarom brengt een actie tegen vrouwenmisbruik zoveel meer geld op als je naam op de radio wordt genoemd? En hoeveel mensen volgen daadwerkelijk wat er daarna met het geld is gebeurd? Misschien is het doel wel niet zo belangrijk, maar gaat het erom dat we onszelf even een weldoener voelen. En vooral om die waarderende blikken van je vrienden, als je over jouw goede daad vertelt.

Doneer ik bloed voor de complimentjes? Of zit er wel degelijk een evolutie-overstijgend gevoel van onzelfzuchtigheid in mij? Ik ben er nog niet uit. Tot die tijd ga ik voor de zekerheid maar gewoon naar de bloedbank. Kan ik in ieder geval zonder schuldgevoel uit mijn Sanquin-waterkan drinken.

Deel dit artikel