Bart Verhaegh | Groep-één
door

UR | Groeipijnen

23/06/2016

Techniek wint sterk aan populariteit: het percentage natuurprofielen op middelbare scholen is de aflopen jaren flink gestegen, de arbeidsmarkt schreeuwt om ingenieurs - zoals jij en ik, en de technische universiteiten, die fungeren als een brug tussen beide partijen, groeien hierdoor hard. Maar kunnen ze deze groei wel aan?

In 2013 tekenden onderwijsinstellingen, grote bedrijven, studentenorganisaties en de Rijksoverheid een set afspraken om het aantal technici in Nederland sterk te vergroten: het zogeheten Techniekpact. Door meer techniek en ICT op basisscholen aan te bieden, techniek te laten promoten door bekende wetenschappers als André Kuipers en initiatieven als TU/e Junior in te zetten, probeert de technische sector mensen van jongs af enthousiast te maken voor techniek en ICT.

De getallen bewijzen dat het Techniekpact haar doelen verwezenlijkt. Op het vwo steeg het percentage N-profielen van 52 procent in 2005 naar 62 procent in 2015. De doorstroom naar WO-techniek is nog harder gegroeid: van 8.595 nieuwe bèta’s op universiteiten in 2000 naar maar liefst 19.123 eerstejaars bètastudenten in 2015!

De TU/e heeft hier met haar toenemende populariteit een steeds groter aandeel in. Enkele jaren terug liepen hier in totaal zo’n 7.000 studenten rond, nu ligt de prognose voor 2020 op een kleine 15.000 studenten. Deze groei veroorzaakt een financieel tekort, omdat de rijksbijdrage voor de universiteit voornamelijk wordt berekend uit een tweejarig gemiddelde. Voor de studenten die dit studiejaar instroomden, volgt de bekostiging pas in het collegejaar 2017-2018. Bij een te sterke groei wordt zo een financieel gat gecreëerd, dat weliswaar tijdelijk is, maar dat lastig te overbruggen is met de bestaande middelen.

Hoe we hier op korte en lange termijn mee omgaan, is de vraag. Gaan we ons onderwijs grootschalig aanbieden door grote doorgeluste colleges te geven? Moet meer van ons onderwijs digitaal gaan plaatsvinden? Of moeten we de groei geforceerd remmen door studentenstops in te stellen voor de opleidingen met de grootste capaciteitsproblemen?

Bij elke maatregel moeten we toezien op het behoud van kwaliteit en identiteit. Waarden als kleinschalig onderwijs en een meester-gezel-relatie hebben ons tot de onderwijsinstelling gemaakt die wij nu zijn. Daar moeten we aan vasthouden.

Samen met studentenorganisaties uit Delft en Wageningen, waar de groei en capaciteit ook voor moeilijkheden zorgen, ging Groep-één in gesprek met Techniekpact. Een Rijksoverheid die techniek hoog in het vaandel heeft staan en die scholieren aanspoort om een technische studie te gaan doen, moet die scholieren ook kwalitatief hoogstaand onderwijs garanderen. Dit standpunt is erkend en verwerkt in het herziende Techniekpact.

Ons College van Bestuur doet zijn best in dialoog met staf en studenten een passende oplossing te bedenken voor de capaciteitsproblemen van nu. Het probleem reikt echter verder; de hele technische onderwijssector heeft te maken met stevige groei en met de daarmee gepaard gaande groeipijnen. Het wegnemen van die pijn is niet enkel de taak van onze universiteit. Ook bij de landelijke politiek ligt daar een verantwoordelijkheid.

Deel dit artikel