Boudewijn van Dongen.
door

UR | Onderzoekers op waarde geschat?

12/04/2016

De nieuwe aanpak van ons WP-beleid, dat eind februari door de UR van een positief advies werd voorzien, richt zich vooral het carrièreperspectief van de jonge onderzoeker. Onze promovendi en postdocs krijgen dadelijk loopbaanoriëntatietrajecten aangeboden, maar de boodschap daarbij was ook direct helder: ‘In de visie van de TU/e is het voor de loopbaan van de gepromoveerde meestal niet verstandig om een postdocfunctie te vervullen in dezelfde onderzoeksgroep waar de promotie is gerealiseerd’.

In een mondelinge toelichting tijdens de vergadering vertelde rector Frank Baaijens tevens dat ook doorstromen van de functie van postdoc naar de functie van universitair docent binnen de TU/e eigenlijk onwenselijk is.

Zo krijgen promovendi en postdocs een duidelijk signaal mee als het gaat om de verdere ontwikkeling van hun loopbaan: Doe dat niet hier! De TU/e is dus enerzijds bereid de jonge talentvolle onderzoeker te helpen bij zijn carrière, maar sluit een directe voortzetting van diens carrièrepad binnen de TU/e uit. Men raadt sterk aan eerst een postdoc in het buitenland te doen, alvorens terug te keren naar de TU/e als universitair docent. 

Dit brengt echter problemen met zich mee, gezien het feit dat er in Nederland relatief weinig postdocs zijn. Als iedere promovendus na zijn of haar promotie naar het buitenland moet, moeten er ook in Nederland aan de TU/e voldoende plaatsen voor postdocs zijn om buitenlanders tijdelijk te laten komen. De TU/e kan niet verwachten dat het buitenland investeert in jong talent uit Nederland als de TU/e dat omgekeerd niet doet. Helaas zijn er aan de TU/e (en in Nederland) relatief weinig postdocs.

Echter, kom je na een buitenlandse postdoc-periode terug naar de TU/e, dan zorgt het nieuwe WP-beleid voor een heel helder perspectief. Al geruime tijd probeert de TU/e het formatiebeginsel los te laten. Doorstromen van universitair docent naar universitair hoofddocent was echter nog niet altijd mogelijk zonder dat er een vacature was voor een hoofddocent. Daarnaast zijn de functie-eisen heel verschillend per faculteit.

Niet langer de faculteit, maar interfacultaire commissies beslissen over doorstromen

Dat wordt gelukkig anders, zo belooft het nieuwe WP-beleid. Met iedere nieuwe UD worden afspraken gemaakt over de eisen waaraan hij of zij moet voldoen om op relatief korte termijn door te stromen naar een UHD-positie, los van de vraag of er een vacature is. Ook voor de huidige UD’s zal de mogelijkheid bestaan om dergelijke afspraken te maken met hun leidinggevende. Daarnaast adviseert niet langer de faculteit, maar een aantal interfacultaire commissies over dergelijke promoties, met als doel de interfacultaire verschillen weg te nemen. Tevens zal er niet meer alleen naar onderzoeksresultaten worden gekeken, maar ook naar onderwijs, organisatie en valorisatie, zij het in beperktere mate voor wat betreft die twee laatste aspecten.

Vooral het instellen van interfacultaire commissies vindt de UR een verstandige keuze. De grote verschillen die nu nog bestaan tussen faculteiten, worden hiermee hopelijk weggenomen. Ook de expliciete mogelijkheid om minder, of juist meer, aandacht aan andere zaken dan onderzoek te besteden, is goed ontvangen. De UR zal er in de toekomst op blijven letten dat dit inderdaad op de juiste manier wordt uitgevoerd. In ieder geval zal de evaluatie van het WP-beleid weer op de agenda van de UR terechtkomen.

Nu rest alleen nog de vraag wanneer een UHD kan doorstromen naar hoogleraar. Dat is in het nieuwe WP-beleid nog steeds een ‘harde knip’. Maar voor het antwoord op die vraag heeft de TU/e nu acht jaar de tijd.

Deel dit artikel