Parkeerterrein aan de Celebeslaan. Foto | Bart van Overbeeke

Parkeerterrein Celebeslaan ook voor NOP’ers en studenten

De TU/e wil het nabijgelegen parkeerterrein aan de Celebeslaan, waar medewerkers van de universiteit gratis kunnen parkeren, ook toegankelijk maken voor 'NOP’ers': werknemers die niet op de loonlijst van de universiteit staan. Op een wat later moment moeten ook studenten er gebruik van kunnen maken. Het terrein wordt sinds de start van het betaald parkeren aan de TU/e, afgelopen april, nog altijd maar matig benut.

Honderdnegentig gratis parkeerplekken hebben TU/e-medewerkers ten noorden van de campus, net voorbij de Berenkuil, tot hun beschikking. Het voormalige MMS-terrein werd hiervoor ingericht als alternatief voor medewerkers die met de auto naar de universiteit komen, maar hieraan geen twee euro per dag willen spenderen. Onder andere de universiteitsraad en vakbonden hadden hierop aangedrongen in de aanloop naar het betaald parkeren aan de TU/e.

Een paar ton aan investering, enige strijd met een Eindhovense milieukoepel en driekwart jaar verder wordt het terrein nog altijd maar mondjesmaat gebruikt. Gemiddeld twintig tot vijfentwintig automobilisten parkeren er dagelijks, weet parkeerbeheerder Bert Gerrits van de TU/e. Inderdaad “geen succesnummer”, erkent hij, “maar dat kan het nog worden”.

De TU/e wil het terrein vanaf begin 2016 namelijk ook toegankelijk maken voor NOP’ers (not on payroll), die niet direct in dienst zijn van de universiteit, maar bijvoorbeeld van andere dienstverleners op het terrein. Deze groep heeft nu nog een ander type parkeerabonnement dan TU/e-medewerkers, waardoor hun campuskaart geen toegang geeft tot het genoemde MMS-terrein. In overleg met het College van Bestuur wil de TU/e dit gaan aanpassen, zodat de slagbomen daar uiterlijk per 1 maart ook voor NOP’ers opengaan.

Volgens Mirjam Jahnke, hoofd Safety & Security, staan er zo’n veertienhonderd NOP’ers geregistreerd in het personeelssysteem van de TU/e, van wie er circa achthonderd ook in het parkeerabonnementssysteem staan. “Maar niet al die abonnementen zijn ook actief.” Maar al met al telt deze groep, zo schat Jahnke, zeker vijfhonderd potentiële parkeerklanten voor de Celebeslaan.

Een andere parkeergroep die de universiteit volgens Jahnke wil gaan bestuderen, zijn studenten, “maar dat behoeft wat meer uitzoekwerk”. Onder studenten zijn verschillende typen parkeerabonnementen in omloop. Een deel parkeert gratis (onder wie studenten met een lichamelijke beperking en studenten die met het openbaar vervoer minstens een uur lánger onderweg zouden zijn), anderen betalen een gereduceerd tarief: honderd euro per jaar voor voltijdstudenten, vijftig euro voor deeltijders.

Bij het vaststellen van het mobiliteitsplan met de U-raad is volgens Jahnke afgesproken dat er tot 1 januari 2019 in principe niks zou veranderen. Als een deel van de autorijdende studenten alsnog - meer - zou moeten gaan betalen, met de Celebeslaan als gratis alternatief ook voor deze groep, moet dat volgens Jahnke eerst worden overlegd met de U-raad. Eventuele veranderingen worden sowieso op zijn vroegst pas bij de start van volgend collegejaar doorgevoerd.

Verschillende verwachtingen

Martin Boers, hoofd Dienst Interne Zaken, spreekt zich niet uit over het faal- of slagingsgehalte van het parkeren aan de Celebeslaan. Volgens hem liepen de verwachtingen vooraf uiteen, “sommige mensen dachten dat een terrein van honderdtachtig plaatsen te klein zou zijn, anderen zeiden: ‘we moeten het nog maar eens zien’”.

Hoe dan ook, zo zegt Boers nuchter: “Dít is de werkelijkheid. Daarom hebben we bij de evaluatie op 23 november in de U-raad ook gezegd: 'Wij vinden dat het terrein voor meer mensen opengesteld moet worden’”. In principe is het parkeerterrein aan de Celebeslaan sowieso maar tijdelijk, tot 1 januari 2019. “Tegen die tijd bekijken we samen met de gemeente wat er met het terrein moet gaan gebeuren.”

Het betaald parkeren op de campus was één van de maatregelen waarmee de TU/e het aantal medewerkers dat met de auto naar het werk komt, hoopte terug te dringen (van 32 naar 24 procent). Of dat is gelukt, kan Boers - voorzitter van het mobiliteitsteam - nog niet zeggen. Wél is het aantal slagboombewegingen, gemeten van april tot en met september, ten opzichte van vorig jaar met achttien procent gedaald, zegt hij.

Dit percentage kan nog niet worden gespecificeerd naar medewerkers van de TU/e, waarnaar ook de U-raad volgens Boers heeft gevraagd: “Daarvoor willen we in 2016 verder onderzoek doen. Maar die daling vinden we best een bemoedigende start”.

Deel dit artikel